28 mei 1998
- 26 -
zomaar opgekomen in onze fractie om dit voorstel aan u voor te leggen. Het
heeft alles te maken met het feit dat wij menen dat nieuwkomers in de
politiek de kans moeten krijgen om zich te laten zien voor de toekomst maar
ook om het vak als het ware te leren. Ik constateer nogal eens in deze raad
dat hier mensen zitten die het niet geleerd hebben en het voorlopig ook
niet hebben. En dat is ook jammer voor de politiek. Zonder namen te noemen,
voorzitter. Vanavond zijn daar nog weer enige bewijzen van geleverd. Dus
het is jammer dat er nu een ordevoorstel ligt, want daar gaan we het nu
over hebben denk ik. Dan wacht ik dat even af hoe u het formuleert, dan
komen we er zo op terug
VOORZITTER: Nee, aan u is te beantwoorden of u het vanavond wilt behandelen
of aanhouden en opnieuw in a.b.z.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Vanavond behandelen.
VOORZITTER: Dus u verwerpt het ordevoorstel, u wilt vanavond een besluit
nemen
Mevrouw MANN (GL/PS)Voorzitter, wij willen het aanhouden. We willen het
eigenlijk nog even verder doordenken wat de consequenties van dit voorstel
zi jn
Heer WITTE (GGS)Nee, hoor, voorzitter, wij vinden dat er genoeg over
gepraat is en dat dit voorstel gewoon door kan gaan.
Heer MIDDELKOOP ((CDA): Aanhouden.
VOORZITTER: Ik constateer dat er een meerderheid is die het voorstel wil
aanhouden, dan komt het opnieuw op de agenda van de commissie a.b.z.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, bij deze is het voorstel door
de Partij van de Arbeid teruggetrokken.
VOORZITTER: Het is een voorstel van het college van B&W en niet meer van u.
Het voorstel (RV 98-48) wordt aangehouden.
VOORZITTER: Dames en heren, leden van de raad, wij komen aan de afsluiting
van deze raadsvergadering. Maar zoals u weet, neemt een uwer afscheid, te
weten de heer Brunekreef. Dus voor hem zijn laatste raadsvergadering. Hij
heeft op 27 april een brief geschreven, waarbij hij aangeeft dat er voor
hem voldoende redenen zijn, waarbij zijn persoon naar zijn mening in
discussie is geweest en hij tot de conclusie komt dat het beter is dat hij
het raadslidmaatschap beëindigt. Uiteraard respecteren wij dat allen. Wij
weten dat er zaken zijn gebeurd die niet verband houden met zijn functione
ren als raadslid en ik wil hem dus ook primair bedanken voor hetgeen hij
niet alleen in de vorige raadsperiode, maar ook zij het heel kort in deze
raadsperiode heeft gedaan. Niemand van ons en hij zelf denk ik ook niet,
had zich gerealiseerd dat het zo gauw na de beëdiging van de raad voor deze
raadsperiode al tot dit ontslag gekomen zou moeten zijn. Heel hartelijk
dank, mijnheer Brunekreef, voor alles wat u hebt gedaan voor de gemeente
Soest in de periode dat u raadslid was. Ik heb de indruk dat ik namens
allen mag spreken als ik constateer dat u een goed raadslid was. U was ter
zake kundig, u hebt zich steeds enthousiast ingezet voor het raadswerk.
Daarbij zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld dat u in een andere
functie al eerder de gemeente Soest hebt mogen dienen in het verleden,
zodat u wat dat betreft snel ingewerkt was in de lokale problematiek hier
in onze gemeente. Voor u zelf en voor uw vrouw ervaart u het als moeilijke
weken, dat zijn wij ons allen bewust. Het is een moeilijke beslissing
geweest, het is een moeilijke situatie waarin u bent terechtgekomen. Ik las
laatst ergens -en u bent nu degene die dat mag beoefenen- het is de kunst
van het overwinnen van tegenslagen. In die fase zit u nu en daar wensen wij
u en uw vrouw natuurlijk heel veel sterkte bijIk hoop dat die periode
heel snel voorbij zal zijn en dat u zich snel weer kunt inzetten met de
kwaliteiten die u ongetwijfeld hebt op de terreinen waarin u geïnteresseerd
bent, en weer aan de slag kunt. Jammer dat het raadslidmaatschap op dit