25 juni 1998 - 4 - dat er ook richting het college gevraagd is: hoe moeten we het interprete ren? Want ook ambtelijk was er kennelijk onduidelijkheid over de uitwer king. Ik denk dat als wij dat constateren en hier ook ambtelijk het een en ander gevraagd wordt aan het college, het college doet vervolgens een uitspraak zoals die gedaan is, namelijk: niet meer dan dat, dan denk ik -ik wil niet zeggen, dat is een groot woord, een conflict- op zijn minst een meningsverschil met elkaar. Dan lijkt het me op zijn minst gewenst dat daar waar we hebben afgesproken om de hele regeling volgens het raadsvoorstel in december te evalueren, dat we dan nu zeggen: laten we dan de eerstkomende commissievergadering in augustus, begin september van de commissie financi en benutten om deze zaak opnieuw met elkaar door te spreken. Want anders ontstaat er nu een situatie dat mensen het enthousiast aanvragen en eigenlijk een afknapper krijgen, misschien wel uit ons bestand verdwijnen en we misschien op termijn daar nooit meer iets van horen. Dat kan de bedoeling niet geweest zijn. Als de wethouder zegt: wij constateren dat er een heel groot gebruik van wordt gemaakt, dan was dat precies de bedoeling. Dat wilden we ook, we wilden het vooral een laagdrempelig gebeuren laten zijn voor mensen die ons onbekend waren. Het mag niet zo uitwerken wat mij betreft dat mensen die wel bekend waren er nu feitelijk niet op vooruit gaan. Ik hoop dat de anderen nog een reactie willen geven om te kijken of mijn mening, in ieder geval de mening van onze fractie, juist is zoals ik het nu verwoord heb. Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, zoals mevrouw Stekelenburg zegt en in de vragen verwoordt, daar kunnen wij ons helemaal in vinden. Het is zo dat we vorig jaar een dermate minimabeleid hebben gevoerd en voorgesteld waarbij de heer Van Logtenstein, de toenmalige wethouder, vele malen het woord ruimhartig heeft benoemd. We vonden met z'n allen ook dat we daar een goed minimabeleid en een ruimhartig minimabeleid moesten voeren. Nu blijkt dus inderdaad dat er een interpretatieverschil zou zijn naar een aantal letters in het raadsvoorstel. Wij vinden dat dan de mensen die er nu voor in aanmerking komen, daar zeker niet de dupe van mogen zijn. En zeker niet als er geschermd wordt met data waar dus inderdaad nogal een behoorlijk meningsverschil over is met u, met het raadsvoorstel en met de desbetref fende ambtenaren. Dat mensen die voor een bepaalde datum -net werd 1 april genoemd- keurig hun bonnetjes inleverden en daarna de kous op de kop kregen, jammer dan, dan komt u niet in aanmerking voor de 200,--. Ik ben het volledig met mevrouw Stekelenburg eens dat het declaratiefonds wat dat aangaat op een andere manier geïnterpreteerd dient te worden. Ik vind ook dat we daar zeker nog eens zeer nauwkeurig naar moeten kijken en dat de mensen daar op dit moment niet de dupe van mogen worden. Dus ook naar de ambtenaren toe moet daar een eenduidig beleid over gevoerd worden. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik kan me ook nog heel goed herinneren dat we het over deze regeling hebben gehad. Ik weet ook dat in eerste instantie vanuit het college werd voorgesteld allerlei verschillende regelingetjes te treffen en dat net in die tijd een aantal armoedenota's vanuit het rijk werden gepubliceerd waaruit duidelijk bleek dat er één categorie duidelijk op achterstand komt in onze maatschappijdat waren degenen die langer dan drie jaar in een uitkeringssituatie verkeerden of over een daarmee over eenkomend inkomen beschikten. Toen hebben we met een aantal fracties, ik dacht bijna alle fracties, verschillende keren daarover ook met de ambtena ren gesproken. Ik kan me ook nog herinneren dat we hier een flinke discus sie hebben gehad over het feit dat de vijf ton die uit Den Haag kwam, voor een deel al opgesoupeerd was door uitbreiding van de formatie bij de afdeling sociale dienstverlening. Daar hebben we echt behoorlijk over heen en weer gepraat. Het was zelfs ook zo -ik hoor nu een aantal keren het woord ruimhartig vallen- dat we toen toch ook in meerderheid geconstateerd hebben dat een ruimhartig beleid nauwelijks mogelijk was met deze paar centen en dat we toch moesten proberen om dat geld dan op de goede plek te doen. Het is nooit de bedoeling geweest om dit in de plaats of gedeeltelijk in de plaats van het declaratiefonds te laten komen. Dat is nooit de bedoeling geweest, nooit de intentie van de raad geweest, er is ook nooit over gesproken, dus ik denk dat u niet uitvoert wat wij toentertijd met elkaar hebben besloten. Ik zou graag zien, niet dat u pas in december dit herstelt, maar dat u dat nu doet.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 85