25 juni 1998 - 15 - Mijn vraag is meteen: welk budgetcontract bedoelt u in het geval van de bibliotheek? Het contract van 1996? Het niet-bestaande contract van 1997, waarvan u de cij fers wel in de begroting hebt staan? Of het contract van 1998 waarvan u in uw notitie van februari aangaf dat het in februari of maart zou kunnen worden afgesloten. Dus welk contract bedoelt u met uw raadsvoorstel? Waar blijft overigens het rapport van de werkgroep reorgani satie die de mogelijke samenwerkingsvormen onderzoekt tussen C-drie en de bibliotheek? In dezelfde notitie van februari hebt u ons dat toegezegd, dat die voor de zomervakantie zou komen. Voorzitter, de Stichting Willaert moet de kosten van deze gigantische leningen, nu ruim twee miljoen, zelf ophoesten. Dat leidt -in hun eigen woorden- tot uitgeklede organisaties met nauwelijks vlees op de botten en tot organisaties die weinig toekomstperspectief hebben. Die zeggen dat het somber is bij uitblijvende compenserende maatregelen. Voor de bibliotheek ontstaan een aantal posten in de begroting met een onverantwoorde mate van onderbesteding, ik citeer: met name scholing en p.r. In uw voorstel, moeten we vaststellen, is de bibliotheek en dus ook impliciet de gemeente, er al van uitgegaan dat de bijdrage van de gebruikers met een ton omhoog gaat in drie jaar, dat is 30%. Wij vroegen ons in de commissie dan ook af: hoezo, een besparing van drie ton als die later toch weer op de inwoners wordt verhaald? Voorzitter, C-bieb verkeert straks in een zorgwekkende toestand en dat doet ons pijn. Wat wij een jaar geleden al vreesden komt uit. Geen besparing van 300.000,-- maar een verminderde toegankelijkheid. De bibliotheek komt niet alleen verder weg te liggen voor een heleboel inwoners, maar wordt ook veel duurder. We staan voor een onmogelijke situatie: of we passen steeds meer geld bij, of we stevenen af op een faillissement. D66 doet daar niet aan mee. In de commissie heb ik aangegeven dat er gewerkt zou kunnen worden aan een alternatief plan, met als uitgangspunten: een centrale locatie en wel dat punt van toegevoegde waarde waar wij altijd achter stonden, C-drie en bibliotheek. Dat plan had planologisch aantrekkelijke kanten en was financieel haalbaar, want drie miljoen heb ik ongeveer uitgerekend voor de grond bij C-drie, we hebben als gemeente 2,3 miljoen geschonken a fonds perdu, als we er nu 2,1 miljoen aan leningen bij doen, dan komen we dus ongeveer op 7,5 miljoen en dat is meer dan de brandweerkazerne met de zware bouwcommissie van de raad en dat is ook meer dan het plan van nu. Ik ga er niet verder op in. Politiek waren de kaarten in de commissie allang geschud, overleg met de leden van de commissie en hun achterbannen bleek ook helemaal niet nodig te zijn, hetgeen ik in de commissie inbracht was iets van een non item en we konden meteen dezelfde avond besluiten nemen. Voorzitter, ik stel vast dat de wethouder voor de nu ontstane zorgwekkende situatie de volle politieke verantwoordelijkheid draagt. Ik moet echter in alle eerlijkheid zeggen dat ik ook vind dat de raad in zijn controlerende taak te passief is geweest en steeds stapjes heeft genomen. Dat brengt me meteen op de informatieverschaffing aan de raad, de controlerende functie. Politiek gesproken is het geven van betrouwbare en volledige informatie van het college aan de raad een essentiële voorwaarde voor een goede controle rende functie van de raad. Ik doe u kort verslag. Vorig jaar, 3 juli, zoals gezegd, de bouwkosten waren een miljoen gulden hoger. Vraag van D66 was: de taakstelling 1997 van de kerntakendiscussie, voorzitter, gaat toch niet ten koste van de openingstijden? Het antwoord van de wethouder was: het is absoluut niet de bedoeling, noch van C-drie, noch van de bibliotheek, om de openingstijden te verminderen. In september kwam ik in de commissie: voorzitter, kunt u de openingstijden van de bibliotheek ter inzage leggen? Oktober. Mijn vraag in september was niet in het verslag opgenomen, maar: we nemen het op in het verslag en we zullen het alsnog doen. November, vlak voor de vergadering lag er een lijstje met openingstijden. Helaas, het foute lijstje dat ik al kende. Ik vroeg of ik het nieuwe kon krijgen. December. Alle informatie was aanwezig en ik schrok me een bult. Ik durfde het in januari in de commissie eigenlijk niet te zeggen, omdat ik dacht dat ik fouten had gemaakt. Achter me kwamen allerlei mensen die zeiden: dat kan toch niet? Het kon. Voor mij reden om in de raad van januari vragen te stellen over de informatieverschaffing betreffende halvering van de openingstijden van de bibliotheek Overhees vanaf 1 juli. De correspondentie die ik daarvoor had opgevraagd met de bibliotheek leverde alleen een brief op van 10 oktober 1997, de inhoud van die brief: we sluiten geen contract af. Enkele weken geleden zat er tot mijn verbazing bij de stukken die we

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 96