20 april 2000
Wethouder TEN HOVE: Ja in de motie voorzitter werd gevraagd om een standpunt te geven voor half
mei dus wat dat betreft is al aan de motie voldaan, maar inhoudelijk herhaal ik toch het standpunt dat
wij als college vinden dat we geen verbod willen uitvaardigen om auto te rijden, maar dat we wel
samen met de werkgroep willen stimuleren of een bepaalde activiteit ondersteunen om te zeggen van:
burger neem je individuele verantwoordelijkheid en rij op zondag en zeker op die zondag geen auto.
VOORZITTER: En dat besluit als zodanig heeft het college nogmaals zoals de heer Ten Hove aangaf
onlangs genomen. Leidt dat bij u tot de conclusie mevrouw Koster dat u zegt daarmee is die in
voldoende mate aan de orde geweest?
Mevrouw KOSTER (GL/PS): Hij is in voldoende mate aan de orde geweest, dank u wel.
VOORZITTER: Met de conclusie dat die in de raad met inachtname van de toelichting van het college
op onvoldoende steun kan rekenen.
Onderdeel 7, de motie van D66. Meneer Roest, u wenst hem aan de orde te houden?
Heer ROEST (D66): Hij gaat over inventariseren en opruimen. Ik zal misschien iets dwarsigs hebben
vanavond maar het is voor de helderheid toch ook goed dat deze motie gewoon in stand blijft. U wilt
het een halfjaar mogelijk, dat moeten we afwachten, een halfjaar later dan ik. Ik handhaaf de motie.
VOORZITTER: Dan is de conclusie over de motie dat die op onvoldoende steun kan rekenen in de
raad en dat die daarmee verworpen is.
Dan het amendement van de PvdA met betrekking tot Radio Soest. Mevrouw Stekelenburg, u hebt het
allemaal kunnen horen.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Daar ben ik tevreden mee. Absoluut.
VOORZITTER: Zal ik dan de conclusie trekken dat u hem intrekt. En de motie over de reiniging.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dat heeft het college overgenomen, dus wat dat betreft
VOORZITTER: Hij is niet overgenomen, of u moet meer gehoord hebben dan ik heb kunnen
beluisteren. Dat zou ook kunnen, maar dan kijk ik nog even naar wethouder Ten Hove, die daar toch
wel een heldere lijn over aangegeven heeft.
Wethouder TEN HOVE: Ik heb gezegd voorzitter dat voorzover dat zinvol en nodig is wij
papierbollen zullen plaatsen met name om de scharrigheid die mevrouw Stekelenburg bij tijd en wijle
signaleert te voorkomen.
VOORZITTER: Ik ben nog vergeten te melden dat ik de afgelopen dagen wat onderzoek gedaan heb
naar het woord, ik spreek het niet uit, dat mevrouw Stekelenburg heeft uitgesproken en het woord
heeft met name met personen te maken in plaats van met omgevingen en het duidt op labiliteit in
plaats van datgene wat u suggereert. Dus ik geef u in overweging, maar de keus is echt aan u, om het
woord te blijven gebruiken of ervan af te zien.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ik hoop dat het college niet in die positie komt dat zij het
moeten gebruiken.
VOORZITTER: Maar de conclusie is dat de motie niet meer aan de orde is, mevrouw Stekelenburg?
Ja. Dan hebben we de moties met conclusies in voldoende mate aan de orde gehad. Dan stel ik aan de
orde het voorstel als zodanig naar aanleiding van de voorjaarsnota. De voorstellen bestaan uit 2
onderdelen, de onderdelen A en B. U hebt natuurlijk naar aanleiding van de commissiebehandeling
- 40 -