20 april 2000
antwoord van de wethouder is inderdaad alleen die twee schuttingen, dan blijven wij tegen dit
voorbereidingsbesluit.
Heer ROEST (D66): Ik sluit me bij de vorige twee fracties aan.
Heer VAN VUUREN (GPV/RPF/SGP): Ja, ik heb begrepen dat de wethouder daar toch weer een
aantal toezeggingen heeft weten te ontlokken. Ik heb ook begrepen dat er in de afgelopen jaren
meerdere malen toezeggingen zijn gedaan die nou niet op zich slecht zijn nagekomen, en ik heb in de
commissie uitgesproken dat ik daar weinig vertrouwen in had. Ik denk dat als daar geen sanctie aan
verbonden wordt, dat ik niet met dit voorbereidingsbesluit kan instemmen.
Wethouder KROL: Laten we het even administratief uit elkaar, zo correct. Een voorbereidingsbesluit
is noodzakelijk voor het voeren van een art. 19-procedure. Dit is dus de voorwaarde om de volgende
stappen te kunnen zetten. En ik proef in deze raad en dat kan ik me heel goed voorstellen als ik naar de
situatie ter plekke kijk dat een aantal van u grote moeite heeft met een aantal elementen van die art.
19-procedure. Dan is het vooral de zeecontainer. De vraag die de heer Smeeing terecht aan de orde
stelt, voorzitter, het is een vorm van bebouwing en het maakt in de planologische zin natuurlijk niet
uit: een permanente zeecontainer is net zoiets als een schuur. Ik bedoel het is een vorm van opslag,
vorm van bebouwing waarvoor in het bestemmingsplan landelijk gebied gewoon een procedure
gevolgd moet worden. En ik zou me kunnen voorstellen datje die zeecontainers zoals die daar nu
staan inderdaad in dit gebied geen gezicht vindt. Ik heb vanmiddag ook al tegen de betreffende
eigenaar aangegeven dat het voorbereidingsbesluit van deze gemeenteraad niet betekent dat deze vorm
van opslag doorgang moet vinden, maar dat dat op een andere manier moet gebeuren. De heer Van der
Weij zei: die handel moet beter ingepakt worden. Ik denk dat ik dat zo mag vertalen. De heer Smeeing
zegt: ik zie daar liever een andere vorm van bebouwing terug wat er op die plek aan de Zandlaan beter
uitziet. Ik moet u wel mededelen dat de hele situatie aan de Zandlaan, want als u eens inderdaad aan de
achterkant een aantal van die gebouwen bekijkt, dan is daar op het gebied van, ik ga het woord toch
maar gebruiken, scharrigheid, nog wel meer zending of missiewerk te verrichten. Dus ik denk dat dat
niet alleen het perceel van deze meneer betreft.
De opmerking over herplantplicht, het plantseizoen is voorbij. Daar hebben we natuurlijk in het kader
van de bomen ook wel enige discussies over gevoerd. De heer v.d. Berg heeft mij toegezegd en onder
het motto een man een man een woord een woord en zo heb ik hem ook aangesproken, ga ik ervan uit
dat hij met ingang van het plantseizoen en zo heeft hij het mij beloofd, die strook die nu uit gekapte
bomen bestaat, herstelt. En u kunt zich voorstellen dat als er op dat moment geen sprake is van die
door hem toegezegde herplant dat dat consequenties zal hebben voor de te volgen procedure die
daarna nog moet komen. Dat was het voorzitter.
VOORZITTER: Zijn er leden van de raad die een tweede termijn willen?
Heer VAN DER WEIJ (VVD): Voorzitter, ik heb toch nog een vraag aan de wethouder, want er is
intussen verharding aangelegd. Verharding waarvoor we nu eigenlijk vanavond een
voorbereidingsbesluit moeten nemen en eigenlijk niet willen nemen. Wat doet u daarmee?
Heer SMEEING (CDA): Ja er is zelfs verharding aangebracht wat hier helemaal niet op de tekening
staat. Kunnen we het voorstel niet terugnemen, dat het eerst wat beter omlijnd wordt. Kijk die man
heeft al zoveel dingen toegezegd en nooit nagekomen. Kan er niet gewoon eens een voorstel op tafel
komen dat zegt: zo wordt het aangeplant, zo komt de bestrating, zo worden de zeecontainers ingepakt
of ingekleed of zo komt er een ander gebouwtje. Want anders wordt het een zweverig verhaal. Ik zou
graag hier duidelijkheid in hebben, tenminste wij als fractie.
Heer ROEST (D66): Als die zeecontainers ingegraven worden, is het dan nog een gebouw? Dan mag
het van mij trouwens.
- 45 -