25 mei 2000
- 15-
gebied. Dat is het punt dat ik wil en daarom ben ik het met mijn buurvrouw eens, over mevrouw
Stekelenburg heb ik het, om gewoon na te gaan of we die grond aan de Zandlaan kunnen verkopen
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, bij interruptie. Het moet mij nu toch van het hart dat
het vervelend is dat de heer Roest er blijk van heeft gegeven niet te hebben geluisterd naar het
antwoord van de wethouder. Zij heeft toch heel nadrukkelijk betoogd dat het verwerven van de grond
zonder de andere grond te verkopen aan de partij, dat dat niet aan de orde kan zijn, omdat de partij dat
niet wil. Dus we zitten hier de eerste termijn nog een keer over te doen en ik denk niet dat de raad daar
zich mee bezig zou moeten houden.
Heer ROEST (D66): Het is heel leuk, die irritatie van de heer Van Wuijckhuijse. Ik hoorde het toch
heel anders, voorzitter. Ik heb dat inderdaad gehoord, in deze hebben we inderdaad nu een deal gehad,
ik weet niet en dat is mijn vraag aan de wethouder, laat ik het dan zo stellen meneer Van Wuijckhuijse,
uw irritatiegrens ten aanzien van D66 loopt wat op begrijp ik, maar we gaan er toch maar even mee
door, voorzitter. Misschien kan de voorzitter mij dan de vraag beantwoorden of het dan theoretisch
mogelijk is als wij niet met deze deal akkoord gaan, of het dan net zoals mijn buurvrouw zei, mogelijk
is om deze grond te verwerven, want alle grond heeft een prijs. En daar hou ik het toch eventjes
voorlopig bij.
Mevrouw KOSTER (GL/PS): Wij zullen zeker niet emotioneel worden. De argumenten die de
wethouder over het een en ander had, ja het zij zo dat we dan inderdaad de Zandlaan op dit moment
niet kunnen verwerven, wij blijven van mening dat wij zulke mooie grond niet af moeten staan tegen
geen enkele prijs. Dus wij blijven tegen dit voorstel.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, die droom die ik had van: misschien kunnen we nog
wat die heeft de wethouder opgeblazen en dat is denk dan ook de realiteit. En ik ben dan ook best
bereid me daarbij neer te leggen. Laat onverlet dat ik toch een dringend beroep doe en ik heb dat de
wethouder ook eigenlijk wel een beetje horen zeggen, om te kijken om datgene dat wij dan nu
zogenaamd openbaar en opengesteld zien, dat dat wat mij betreft dat niet is en dat geldt wat mij betreft
dus ook een beetje in de deal en dat noem ik dan een kwestie van goed met elkaar de zaak uitpraten. Ik
denk dat misschien zelfs de heer Tupker er een hele belangrijke rol in kan spelen, maar daar waar
bordjes staan met "eigen weg" en brievenbussen met grote letters erop en smeedijzeren hekken, dan
denk ik dan: dat mag dan zo zijn, maar dat heeft als zodanig niets te maken met de grond waar het huis
op staat, want daar zit dat prikkeldraad om en waar ik het over heb, dat heeft daar als zodanig helemaal
niets mee te maken. En als we het dan hebben over openbaar en een groot aaneengesloten stuk, dan
vind ik dus dat het pad dat vroeger dus van ons was en waar wij als gemeente zelfs een slagboom in
hebben gezet, het is geen gezicht hoor een slagboom midden in de stuifduinen, maar het schijnt een
functie te hebben, dan denk ik: wilt u dat dan alstublieft nog eens meenemen. Ik denk dat de heer Van
't Eind blij is als wij akkoord gaan en ik denk dat u blij bent dat u met hem zaken kunt doen, maar ik
vind dit toch wel een belangrijk punt. Als u dat toezegt, zullen wij akkoord gaan met dit voorstel.
Mevrouw GERRITSE (CDA): Wat ik zojuist zei over de openbaarheid is niet een verzinsel van
mijzelf, maar het staat in de adviesnota. In de adviesnota staat dat als er een aaneengesloten stuk is en
de eigenaar wil fiscale faciliteiten ofwel tegemoetkomingen, dan moet hij aan bepaalde voorwaarden
voldoen, en één van die voorwaarden betekent het automatisch vrij toegankelijk maken. Dus dat is dan
ook voor datgene waar hij die fiscale faciliteiten voor krijgt, dus in mijn lezing betekent dat vrij
toegankelijk voor niet alleen het stuk dat hij nu krijgt, maar ook het stuk dat hij dan al heeft. Dus
vandaar, ik wou even dat stuk van die adviesnota citeren.
Wethouder BLOMMERS: Om op het laatste punt direct in te gaan, er zijn twee dingen. Het contract
dat we nu sluiten daar is nadrukkelijk de kwalitatieve bepaling opgenomen: moet openbaar zijn. Waar
de commissie de vorige keer bang voor was, dat als het alleen afhankelijk was van die fiscale