29 juni 2000
-12-
onderwijsgevenden, heel veel zaken die op een goede manier de aandacht moeten krijgen. Het is
jammer dat door een stukje onrust dat proces verstoord zou worden. Ik pleit er dan ook voor dat we
doorgaan met de zorgvuldige wijze van bekijken. Aan de andere kant heb je er wel mee te maken dat
er op dit moment een behoorlijk stuk onrust leeft. Ik heb in andere denominaties ook wel meegemaakt
dat onrust ontstond over geruchten die over scholen bestonden en daar is toen een actieplan tegenover
gezet van profileer je, zet er iets positiefs tegenover, laat zien watje werkelijk bent. Het is toch de
vrijheid van keuze die de ouders hebben en met de heer Koning ben ik erbij aanwezig geweest dat
ouders hebben uitgesproken hoe belangrijk ze dat vinden en hoe ze ook de kwaliteit van het openbaar
onderwijs daarin waarderen en in die zin ondersteun ik dan ook het voorstel van GGS om op korte
termijn een vergadering te beleggen waarbij dan voor mij het belangrijkste punt zou zijn: hoe kunnen
we nu een signaal afgeven waarin we de kwaliteit, het vertrouwen dat we hebben in het openbaar
onderwijs, uit kunnen spreken, om daarmee een stukje onrust bij ouders weg te nemen. Maar laten we
alstublieft niet ons het hoofd op hol laten brengen met allerlei overhaaste acties omdat er onrust is.
VOORZITTER: Ik denk dat het goed is dat we in acht nemen de naamgeving van dit agendapunt
standaard, vragenhalfuurtje, en we hebben vragendriekwartiertje genomen. Nou is dat niet erg, want
het zijn twee serieuze onderwerpen die aan de orde zijn, maar gelet op het gevraagde perspectief van
iets wellicht volgende week, de wethouder zal daar zo dadelijk ook op ingaan, zou ik willen vragen
terughoudendheid te betrachten gelet ook op de relevantie van de andere onderwerpen die vanavond
op de agenda staan. Het woord is aan wethouder Ten Hove.
Wethouder TEN HOVE: Voorzitter, mevrouw Mann gaf een eerste reactie op de antwoorden die ik
gaf, ik wilde even op één punt reageren. Ik heb niet gezegd dat Desmond Tutu alleen een specifiek
probleem is, maar dat het probleem ook bij andere scholen voorkomt. Wellicht heb ik me onduidelijk
uitgedrukt, maar dat wilde ik dan even corrigeren. Ik beluister nu in de reactie van de fracties dat we
het met elkaar over eens zijn dat we een oplossing moeten zoeken en verschillende fracties hebben ook
heel duidelijk aangegeven dat we daar anderen bij nodig hebben. En dat brengt mij in het volgende
probleem. Ik heb uiteraard geen enkel bezwaar om met u van gedachten te wisselen, maar ik heb begin
volgende week overleg met de verschillende onderwijszuilen en ik kan u absoluut niet garanderen dat
datgene wat daar besproken wordt ook vervolgens in de openbaarheid met u besproken kan worden
omdat zij ook belangen hebben. Dus dat is voor mij een dilemma. Anderzijds wil ik u met alle liefde
uiteraard informeren over datgene wat daar besproken is, maar dat dan, ga ik er toch van uit, moet in
de beslotenheid plaatsvinden. En vervolgens zouden we dan met elkaar kunnen bediscussiëren welke
informatie, maar daar kan ik dan ook afspraken maken met de andere zuilen over wat wel en niet in de
openbaarheid gepubliceerd zou kunnen worden.
Mevrouw BIJMAN (GGS): Voorzitter, het idee om eerst met elkaar te praten over misschien zaken die
niet direct in de openbaarheid kunnen, dat spreekt ons nog wel aan, maar om dan alleen te beslissen
wat wel of niet gepubliceerd kan worden, dat gaat ons veel te ver. Volgende week is ook voor de
scholen de laatste week voor de zomervakantie. Je kunt niet zeggen: we stellen het een weekje uit en
gaan dan nog eens met elkaar om de tafel zitten, dus ons voorstel zou dan zijn om eerst een besloten
deel te doen van de commissie en daarna dan een openbaar deel, zodat iedereen ook direct
geïnformeerd kan worden en niet na de zomervakantie nog een keer.
Wethouder TEN HOVE: Ik heb u eerder per e-mail al laten weten dat afhankelijk van de discussies en
de gesprekken die ik voer, ik dat in de commissievergadering zou kunnen bespreken, maar het gaat er
vervolgens om: welke dingen kunnen we openbaar maken, is ook mede afhankelijk van anderen
waarmee je overlegt, los van watje als schoolbestuur zelf vindt van de eigen problemen, zoals die
door verschillenden van u genoemd zijn.
Mevrouw BIJMAN (GGS): Als ik nog heel even mag. Ik denk dat zelfs al zijn er dingen die niet in de
openbaarheid kunnen, dat er nog genoeg dingen overblijven die wel in de openbaarheid besproken