31 augustus 2000
- 21 -
tijd zodanig goedkoper zijn gemaakt door gezamenlijke inspanningen van corporaties, bouwers en
gemeentelijke overheid dienen wel degelijk een volkshuisvestelijk doel. Ik deel de mening van de heer
Meilof dat het weliswaar misschien niet dezelfde mensen zijn, want er is natuurlijk een verschil tussen
mensen die maximaal 250.000,- kunnen betalen en mensen die misschien maximaal 300.000,-
kunnen betalen. Daar zit een inkomensverschil tussen. Maar wel degelijk dienen we een volkshuisves
telijk doel. Maar ook, en dat is misschien de allerbelangrijkste conclusie die we op het gebied van de
volkshuisvesting met elkaar getrokken hebben, is het een weg die uiteindelijk op de lange termijn
doodloopt. Ook de woning van u allen, want deze afspraken zijn uit 1996 en uit 1997, ook de woning
van u allen is 1 tot 2 ton, als u een koopwoning heeft, of misschien wel 3 ton duurder geworden in de
afgelopen jaren. En als u straks de OZB-aanslag in de bus krijgt, moet u maar eens naar het verschil
kijken, naar die van het afgelopen jaar. En daarmee geef ik aan dat de woningprijzen in deze regio zich
zodanig hebben ontwikkeld dat sociale koopwoningen wel degelijk op de tocht komen. En dat het
daarom naar de mening van het college van het grootste belang is, en wij zullen daar in de nota van
aanbieding ook een aanzet toe geven, dat de gemeenteraad van Soest vrijblijvend uitgebreid zonder
vooringenomen standpunten met elkaar discussieert over één ding waar ze het met alle zeven partijen
in ieder geval over eens is, dat het hoofdbelang van de gemeentelijke overheid moet zijn, huisvesting
te realiseren voor die mensen die dat op eigen kracht niet kunnen. En als we met elkaar constateren dat
het bouwen van weliswaar te goedkope, ten opzichte van de markt, koopwoningen daarbij onvoldoen
de rendement biedt, dan zul je moeten gaan denken aan systemen waar je meer kijkt naar het inkomen,
zoals dat vroeger in de sociale volkshuisvesting altijd het geval is geweest. Daarmee blijven er, en dat
zeg ik dan ook met name in de richting van de heer Naseri, in Soest voor elk projectje dat er komt,
honderden teleurgestelden. Want dat zit 'm niet in prijs, dat zit 'm misschien zelfs niet in kwaliteit,
maar dat zit 'm in getal. De gemeente Soest zal nooit kunnen voorzien in de behoefte van al die
mensen die in Soest een eengezinswoning zoeken, zeker niet een nieuwe, en dus zullen we altijd
mensen teleurstellen, en die soms noodgedwongen naar elders in deze provincie gaan verhuizen. Dat
zal nooit oplosbaar zijn. Oplosbaar zou kunnen zijn een nog betere gerichtheid van die woningen die
je produceert als gemeente, die je nog bouwt in de komende jaren, op die doelgroep die het echt nodig
heeft. De rest moet zich zelf redden. Dank u wel voorzitter.
Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, eigenlijk aansluitend op de woorden van de heer Krol moet ik
gewoon bekennen dat de grondprijzen, als wij praten over: wat mag een woning kosten, wat zijn de
koopprijzen van de woningen, de daaraan gerelateerde grondprijzen zoals wij die hanteren, dat
inderdaad het college niet 750,-/m2 heeft gevraagd, maar 600,-/m2 heeft gevraagd. En waarom
heeft het college dat gedaan? Omdat we gezamenlijk beleid voeren en er lag een heel duidelijke
sociale opdracht van de raad. En dan kun je zeggen: dan had u het helemaal voor de oude grondprijs
kunnen doen, want in principe gingen we bij de eerste opzet al uit van grondprijzen van 340,-/m2.
Maar aan de andere kant is dan die loterij, waar de heer Naseri het over had, natuurlijk helemaal een
scheef getrokken situatie. Dus wij hebben alles overwegende gezegd: bij dit project, en dat was zeker
geen makkelijke overweging voor de wethouder van grondzaken, is het toch zinnig om in ieder geval
te proberen om ook het gedeelte wat de gemeente dan als verkopende partij daarvoor moet vragen, om
dat in redelijkheid vast te stellen. En daarmee heeft u gelijk als u zegt: dat is geen 750,- maar ik denk
dat het belang van de woningen voor Soest het rechtvaardigt dat we in dit geval 600,- hebben
gerekend en ik proef toch bij u allen daar een duidelijke instemming mee. Niet zo zeer bij de procedu
re als bij het resultaat.
Wat betreft de OZB. Dat is dan zo gevaarlijk, want dan zegt de heer Krol opeens: schrikt u vooral van
uw aanslag. Ik zou zeggen: schrikt u vooral niet van uw aanslag. Ik zeg het nog maar een keer, want
het tarief wordt navenant aangepast. Dus ik bedoel: dat kan niet vaak genoeg gezegd worden. Dank u
wel voorzitter.
Wethouder KROL: Mag ik mijn woorden dan enigszins corrigeren voorzitter. Ik bedoelde ook niet
aanslag maar de getaxeerde waarde daarin, en dat is natuurlijk voor u allen interessant om te zien wat