31 augustus 2000 een voorstander van, en dan denk ik: nou, hier ligt dus het voorbeeld van hoe er van tevoren iets geregeld wordt en dan denk ik: dat zal zo gaan, dat zal zo blijven, daar heb ik aan meegedaan, daar neem ik geen woord van terug. Ik vind het ook goed als op enig moment dat gewoon naar buiten gebracht wordt en dat doe ik dus bij deze, en dat zal ik ook blijven doen en daar heb ik ook nooit een punt van gemaakt. Heer ROEST (D66): Dit vind ik toch wel heel apart moet ik via u weer aangeven, dat mevrouw Stekelenburg in deze situatie, nu ze niet meer deel uitmaakt van het college, met deze informatie komt. Ze heeft er nooit over gesproken. Ik vind dat op zich redelijk stijlloos. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dan had u echt naar mijn Nieuwjaarstoespraak moeten kijken, en luisteren en lezen meneer Roest. Daar heb ik dat heel nadrukkelijk openbaar in gezegd, daar kunt u echt kennis van nemen. Ik wil hem u nog wel een keer doen toekomen. Ten aanzien van dit punt: ik denk heel concreet, als we nu kijken naar wat er gebeurd is, dan gaat het in ieder geval door voor de MHC. Ik denk dat dat een belangrijk punt is. Ten aanzien van de andere accommodatie wordt nog gesproken, maar het betekent wel vertraging, heb ik gezien in de uitgifte van het industrieterrein. En dat kan toch niet, en dat was ook niet de bedoeling. Dus dat wat mij betreft, is kennelijk een nieuw element. En dan denk ik: dan had ik toch ook graag het plaatje gezien, heel helder van: wat vinden die mensen ervan, waar misschien wel toezeggingen aan zijn gedaan, en wat zijn dan eventueel de financiële gevolgen. Daar wacht ik nog even op. Heer VAN VUUREN (GPV/RPF/SGP): Voorzitter, sport verbroedert. Dat mag dan wellicht zo zijn op het moment datje met elkaar aan het spelen bent, maar het wordt wat anders als je als broeders gedwongen wordt om in hetzelfde huis te gaan wonen. Dan wil nog eens geknokt worden wie er op de grote voorkamer mag en wie er op het zolderkamertje moet. En dat is een eindeloos gesteggel wat we in al die jaren van de sportclustering gehad hebben: krijg ik wel voldoende ruimte, krijg ik wel de goede kwaliteit velden, krijg ik wel dit, krijg ik wel dat, wat gaat er gebeuren, ga ik er niet op achteruit en hoe haal ik het maximale eruit. Dat eindeloze gesteggel heeft er elke keer toe geleid dat het einde loos aan de orde is gekomen, maar waarin dan voornamelijk gepraat werd: krijgen we het proces voor elkaar? Krijgen we ze met elkaar in hetzelfde huis? En helaas hebben we verzuimd in die periode door te rekenen wat eventuele consequenties van dat eindeloze gesteggel precies voor gevolgen had. Zolang de bodem van de sportaccommodatiepot nog niet helemaal in zicht was, zeiden ze: er is nog wel geld voor. Jammer, het is in die 4 jaar allemaal een beetje duurder geworden, maar de pot werd daarbij niet aangevuld. Wij denken dat dat in overweging nemend, en mee in overweging nemend dat we uiteinde lijk die broeders toch in hetzelfde huis krijgen, gaan wij akkoord met uw voorstel. VOORZITTER: Ja, ik denk, dat is ook gezegd namens het college in de commissievergadering, dat het onderwerp natuurlijk kantjes heeft waar het college gewoon geweldig mee in zijn maag heeft gezeten. En dat dat ook de reden was dat toen die informatie op collegeniveau beschikbaar was, en dat was direct na de zomervakantie, de eerste keer, dat we meteen gezegd hebben, op voorstel van de wethou der: de gunning zal niet plaatsvinden dan na eerst overleg gehad te hebben met de commissie en de raad. Daar hebben wij ook in die zin mee geworsteld, omdat dat natuurlijk niet een voorbeeld is hoe je uiteindelijk een groot omvangrijk project probeert af te ronden. In die zin heb ik ook namens het college aangegeven, dat wij terugkijkend ook veel liever die informatie eerder beschikbaar hadden gehad, maar het proces is zo gegaan dat alles zich richtte op praten en het program van eisen, op zover mogelijk komen met je planontwikkeling en de inhoud heeft dus meer de aandacht gevangen en gekregen dan uiteindelijk de financiële actualisatie van de getallen. En in die zin, want dat is dan het kader, kun je zeggen, dat wij onvolledig en ontijdig zijn geïnformeerd. Daar is het dagelijks bestuur natuurlijk verantwoordelijk voor. Daar is geen vooropgezet doel mee geweest. Dat is ook niet een soort consistent gedrag geweest. Dat is ook niet iets geweest waarbij we met de borst vooruit hebben gelopen en in die zin, en de heer Roest herhaalt dat hier vanavond, wat ook namens zijn fractie in de commissie is gesproken, mag u mij natuurlijk best citeren vanuit de commissie, maar dat zijn dan toch - 28 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 217