21 september 2000
21
eerste voorstel zijn door ons naar voren gebracht. Dat was het fractiestandpunt en daar heeft het
college goed naar geluisterd.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dat betekent dat u dus afstand heeft genomen op dat moment
van uw wethouder, want die zat in het college. En dat was een voorstel van het hele college.
Heer KONING (CDA:) Ja, ik vind dat niet zo bijzonder. Wij zijn blij dat nu het onderzoek komt en dat
er nu inderdaad een gedegen onderzoek komt en alle mogelijkheden, alle opties die er zijn, dat die op
een rijtje gezet worden en dat er dus een afweging plaatsvindt op basis van datzelfde onderzoek en dat
lijkt mij veel en vele malen belangrijker, ook in het belang van het openbaar onderwijs in Soest, dan
nu te gaan kissebissen of wij een college hebben laten vallen of niet hebben laten vallen, of dat een
vorige wethouder iets gedaan heeft of niet iets gedaan heeft. Het gaat om de toekomst en dat is onze
insteek.
VOORZITTER: De heer Roest. Ik dacht dat u het woord gevraagd had.
Heer ROEST (D66): Ik had mijn collega's gevraagd of zij wilden reageren, dus ik luister belangstel
lend. De collega's doen dat ook, dat vind ik heel plezierig.
Heer KONING (CDA): Heb ik namens alle collega's gesproken nu?
Heer ROEST (D66): Nee, maar ik weet nu de mening van het CDA, dat is duidelijk.
Mevrouw MANN (GL/PS): Voorzitter, we hebben het uiteindelijk over het probleem van de segrega
tie, dat is dus eigenlijk wat we bijna bij alle verhalen soms zouden vergeten. Ik zat eigenlijk van de
week weer naar Radio Soest te luisteren en ik kreeg even weer het verhaal van de fractievoorzitter van
de VVD, die het ook had over de problematiek van de scholen, omdat u een bijeenkomst had gehad
dinsdagavond. En toen ik zo zat te luisteren dacht ik: hij heeft het nog steeds over het opheffen van
drie scholen en die kinderen, als die toch over die tien scholen verdeeld zouden kunnen worden, dan
zou dat toch eigenlijk, als je het een beetje pragmatisch bekijkt, daar kwam het een beetje op neer,
maar de heer Krijger moet mij maar verbeteren als ik het verkeerd zeg
Heer KRIJGER (VVD): Ik heb een hele korte vraag, daar kunt u gelijk op reageren. Kunnen wij elkaar
afrekenen op datgene wat wij hier formeel met elkaar zeggen. Niet wat burgers zelf zeggen. Hier
kunnen we elkaar aanspreken wat voor standpunt wij innemen. Dat zou ik graag willen doen, want wij
laten in het algemeen discussie over deze moeilijke zaken over aan de ffactiedeskundige. Dat doen wij
allemaal bijna.
Mevrouw MANN (GL/PS): Ja, dat is wel zo, maar het is een heftige discussie en ik vond het toch weer
opvallend en toen kreeg ik toch weer dat vervelende wantrouwen van: zijn we eigenlijk niet bezig iets
in de tijd te zetten, er nog een beetje een onderzoek op te zetten, maar is het diep in ons hart en zeker
in de grootste partij die hier aanwezig is, is het diep in hun hart niet steeds dezelfde visie. En ik hoop,
en dat wil ik toch maar gewoon zeggen, dat dat niet het geval is. Want met die verhalen, die hele
eenvoudige verhalen en ik heb het toen in de krant gelezen, ook van een directeur die zich bedreigd
voelde, die zei: die kinderen kunnen niet fietsen, die zwarte kinderen, dat is toch een probleem. En nu
dacht ik: misschien hebben we toch een andere oplossing dan. Dat we misschien gewoon een witte
school opheffen, die kinderen kunnen allemaal fietsen en die kunnen we misschien verdelen over
andere scholen om even te laten zien hoe belachelijk dit verhaal is. Want er zou geen Nederlandse
ouder zijn die zijn kinderen laat sturen naar andere scholen in Soest. En ja, ik vind toch, dat is een
uiting van een vreemde kijk op het probleem met deze buitenlandse kinderen. Dat wilde ik toch maar
even gezegd hebben, en ik hoop eerlijk gezegd dat dat idee tijdens het onderzoek heel snel de wereld
uit geholpen wordt. Want ook buitenlandse mensen zijn gewoon mensen die zorg hebben voor hun
- 10 -