16 oktober 2000 Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dus ik mag u er ook aan herinneren toen u sprak over de arrogantie en het onderwijs dat u misschien toen ook even niet helemaal alles op een rijtje had? Mevrouw MANN (GL/PS): Nou moet u het me toch weer even uitleggen. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ik begrijp dat dat moeilijk is, een sprongetje. Maar u heeft het er dus over: je maakt iemand ergens op attent, u noemde net in uw verhaal iets over arrogantie en het onderwijs. Nu zeg ik: daar bent u ook al die maanden bij geweest. En nu maakt u toch deze opmer king. Dat verbaast me dan. Mevrouw MANN (GL/PS): O ja, het dringt langzamerhand tot mij door wat u bedoelt. Ik heb duidelijk gezegd dat er jarenlang in het onderwijs discussies zijn geweest over de problemen en dat er dan plotseling uit een hoge hoed, laten we het zo zeggen, een oplossing getoverd wordt. Dat is dan het opheffen van drie locaties en het verspreiden van kinderen. Als die oplossing uit een hoge hoed komt, is die zeker niet uit het onderwijsveld gekomen. Dat wilde ik alleen maar zeggen en ook ik was zeer verbaasd met deze oplossing. Dus u kan wel zeggen dat ik er al die tijd bij geweest ben, maar daarom ben ik nog niet betrokken geweest bij de discussies hierover. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Maar u zat toch ook aan, net als wij? Mevrouw MANN (GL/PS): Niet ieder onderwerp staat op de agenda, niet ieder besluit is uitentreuren met ons besproken geweest, zo is het toch niet. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dan heb ik vast niet al die avonden naast u gezeten. VOORZITTER: Voldoende over gezegd op dit moment? Mevrouw MANN (GL/PS): Ja voorzitter, moet ik meneer Koning al vast nu antwoorden op de vraag over het marktdenken? U wilde een aantal voorbeelden hebben? Er is bijvoorbeeld in de maatschappij minder politie. Er zijn minder vakleerkrachten in het onderwijs. Er wordt minder gedaan aan het jeugdwerk. Bij het openbaar vervoer zie je veel minder mensen die daar toezicht houden. Gaat u maar naar het station, vroeger moest je ook nog een perronkaartje hebben. Heer KONING (CDA): Wat heeft dat te maken met het marktdenken? Mevrouw MANN (GL/PS): Dat heeft wel degelijk met marktdenken te maken. Heer KONING (CDA): Als ik aan de politie denk, denk ik toch niet aan marktdenken? Mevrouw MANN (GL/PS): Ja ik wel. Want ik denk dan: gewoon economisch denken, minder politie kost ons allemaal veel minder, dus je haalt het toch weg uit de publieke sector. Ik ga even door, neem eens eventjes onze wachtlijsten in de zorg. Dat heeft toch allemaal met marktdenken te maken? Het op afstand zetten van de reiniging, dat heeft toch ook met marktdenken te maken. Het zijn allemaal dingen waarbij we het gevoel hebben dat we er zelf veel minder invloed op zijn gaan krijgen, met het gevolg dat we een gevoel hebben van vervreemding in de maatschappij. We hebben er minder vat op. Ik ben me bewust dat ik met een heel moeilijk onderwerp bezig ben, maar ik hoop dat ik ongeveer aangegeven heb wat we hiermee bedoelen. Heer KONING (CDA): Ja u noemt ook, meneer de voorzitter, een aantal voorbeelden die we zelf in de hand hebben. Als u zegt: op afstand zetten van de reiniging, dat hebben we zelf kunnen regelen, maar u was daar voor. - 11 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 266