16 oktober 2000 - 12 - Mevrouw MANN (GL/PS): Natuurlijk, ja, ik wil niet zeggen dat wij hier niet zelf aan meegewerkt hebben, ik constateer alleen een feit dat dat in onze maatschappij op dit moment gebeurt met het gevolg dat heel veel mensen op zichzelf teruggeworpen zijn, omdat ze het gevoel hebben dat ze er minder grip op hebben. VOORZITTER: Ik denk voldoende nagepraat na de inbreng van mevrouw Mann namens de fractie en ik geef graag het woord aan de heer Meilof namens de fractie GPV/RPF/SGP. Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Voorzitter, mevrouw Mann heeft bij mij een oud trauma boven geroepen. Zij heeft het namelijk over schoolzwemmen. Ik was juist zo ongelooflijk dankbaar dat wij daar van afkwamen. Ik herinner me gewoon dat ik als lagere-schooljongetje, als 7-jarig jongetje in Rotterdam op zo'n ijskoude rand stond en dan moest je ook nog verplicht in dat nog ijskoudere water springen, zodat je bijna verstierf en dan ja, dan moest je weer verder en daar leerde je dan een hoop van zeiden ze. Nou ja goed. Ik heb in ieder geval geleerd een gruwelijke hekel aan water te krijgen en daardoor verdrink ik niet zo gauw, want ik kom er niet zo gauw. Dat is dan de winst. Voorzitter, ik zal proberen iets serieuzer te worden. Bestuurlijke vernieuwing. Eén van de dingen rond bestuurlijke vernieuwing had kunnen zijn dat meer partijen, net als het CDA hadden geprobeerd niet hun eigen verhaal toch nog een keer te herha len, wat we afgesproken hadden, maar alleen maar even te reageren op elkaar, dat was in ieder geval een stukje bestuurlijke vernieuwing geweest. En dat hebben we wat gemist bij een aantal anderen. Vindt u ook niet, meneer Koning? Ja hè? Bij bestuurlijke vernieuwing denk ik dat we als eerste moeten denken aan het gegeven dat de burger ons rijkelijk onbelangrijk vindt. Wij bestaan beslist niet bij gratie van het feit dat de burger de overheid belangrijk vindt. Nee, wij mogen bestaan en een klein aantal burgers wil best nog gaan stemmen als het persé nodig is. Dat moeten we ongelooflijk goed ons bedenken als we aan bestuurlijke vernieuwing denken. Ik benoem het even zo omdat als ik zo de teksten lees van verschillenden, dan krijg ik de indruk, behalve die van de burgemeester overigens over bestuurlijke vernieuwing, die vond ik redelijk reëel, dat ik bij anderen wel iets proef van teveel het gevoel van de maakbaarheid. Wij kunnen het toch nog een beetje maken als overheid. Ik denk dat dat simpelweg niet waar is. Ik denk dat wij moeten constateren dat de burgers in Soest het akelig goed hebben en dat ze ons helemaal niet nodig hebben. En dat wij vooral één ding niet moeten doen en dat is in de weg zitten. En dat is dus een kunst, om niet in de weg te zitten en tegelijkertijd moet ons dat de dapperheid opleveren om toch simpelweg ondanks dat de burger niet zo erg nieuwsgierig is naar wat wij zeggen, heel gewoon te willen besturen, er te willen zijn. En dus ook daden te willen stellen. Dat is één van mijn reacties waar ik aan moest denken als ik de verschillende stukken over bestuurlijke vernieuwing lees, maar ook toch één van de dingen die ik bedacht toen ik van D66 las de reactie op onderwijs. Ik geef ze gelijk. Wij zijn soms als politiek ondanks dat wij er ook mee ingestemd hebben, het onderzoek voor het lagere onderwijs, zijn wij toch een beetje laf. Want eigenlijk weten we best wat er aan de hand is en eigenlijk weten we best wat er moet gebeuren. Het enige is dat wij het toch fijner vinden als er een zogenaamde objectiviteit onderligt van iemand die iets onderzocht heeft, die wij overigens zelf alle informatie moeten geven, die dus altijd nog minder weet dan dat wij zelf weten. En in die zin, bestuurlijke vernieuwing zou ook wel eens kunnen betekenen dat wij zomaar weer eens de moed moeten hebben om daadkrachtig te zijn. En minder zelf te geloven in het maakbare. GGS maakt enkele opmerkingen waar ik best wel verheugd over ben, en dat zijn de opmerkingen over zaken rond milieu. De vermindering van de soorten maken zij zich zorgen over. Wij hebben een periode in onze samenleving gehad waarin de soorten weer toenamen. Daar heb ik verschillende dingen over gelezen en op dit moment zijn we weer in een omgekeerde cyclus terecht gekomen. Dat is verdrietig, dat is immens verdrietig. Dat betekent dat we na de opleving van zaken rond milieu nu in de periode van de gewenning zijn. We vinden nu alles weer gewoon. En we leven nu weer heel gewoon met het feit van: ach het gaat wel goed, doe niet zo moeilijk. Dat zie je aan de toename van huisvuil, en allerlei dingen, dus met andere woorden: we werken met elkaar weer mee aan een geza menlijk stuk vervuiling van deze samenleving, autogebruik, het autonome 'ik ben ik, blijf van mij af enz., ja het is goed om bussen te hebben, maar dan voor die ander enz. Dus met andere woorden, de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 267