16 oktober 2000
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Maar na wel heel goed naar GGS te hebben geluisterd, meneer
de voorzitter.
Heer ROEST (D66): U bent al voor de vakantie bezig geweest meneer Van Wuijckhuijse.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Ja, ik was hier al 101A jaar bezig, maar dat heeft u misschien
gemist aan het begin van de vergadeirng.
Heer ROEST (D66): Mij ontgaat uw almacht in dit geval. Wel blij met de kritische betrokkenheid
zoals gesteld wordt die tot gelding zal komen in de college-deelname. En dat kunnen we natuurlijk de
komende tijd goed volgen. Bij de paragraaf financiën is daarvan alsnog niet veel van op te merken,
want de heer Van Wuijckhuijse steekt niet onder stoelen of banken dat we dus 1,8 miljoen in zijn
optiek teruggeven aan de inwoners.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): 1,6 voorzitter.
Heer ROEST (D66): Maar u had het toen bij de commissie nog over een paar extra tonnen, die ik
overigens niet kon thuisbrengen. Ik weet 1,1 plus 500.000. We gaan door. Geen verhalen dus over
geplukte burgers en sigaren uit eigen doos. Een heel erg aansprekend verhaal. Blij met de aandacht
voor de ecologische hoofdstructuur en het natuurbeleid. En ook het spreekuur opvoedingsvraag
stukken, ook door Groen Links aangegeven, krijgt onze steun.
Ook ik was plezierig getroffen door de positieve bijdrage van de PvdA. Ik had eerlijk gezegd iets heel
giftigs verwacht, maar de toon was prima.
Eens met het streven naar extra middelen voor wijk- en buurtgerichte initiatieven. Denk ook aan
sport, zo zou je het kunnen invullen, en het buurtbudget. Wat betreft de Buitenbrink echter prijs ik
me gelukkig dat in het college inmiddels twee partijen zitten die duidelijk hebben aangegeven dat niet
te willen. En dat stemt me gelukkig, want dat is een vooruitgang.
GL/PS vond ik een aangename bijdrage. Ik kan veel van de punten onderschrijven. Belangrijk is, vond
ik, dat haalde ik eruit, het toeleiden van jeugd naar sportverenigingen en de samenwerking van sport,
onderwijs en welzijn. Over deze door mevrouw Mann aangegeven aandacht voor cultuur, ja dat heb
ik misschien ook te weinig in mijn bijdrage gedaan. Men kan er niet genoeg aandacht voor geven,
want dat is een gemeenschappelijk iets wat ons als samenleving bij elkaar bindt. U ziet overigens de
aandacht, mevrouw Mann, natuurlijk terug in het bedrag dat we uitgeven. Waar we ƒ110,- per
inwoner aan sport uitgeven, doen we dat 5,- voor cultuur. En ik denk dat de bijdrages diezelfde
weerspiegeling van l/20ste ongeveer weergeven. Dat spijt me dus, en ik zal mijn leven volgend jaar
beteren.
GPV/RPF/SGP. De toon waarop het stuk geschreven is, met de aanhalingen, een beetje vanaf de
kansel eigenlijk, die roept mij niet echt tot discussie. Want dat neem ik tot me, dat is niet iets waar ik
over kan spreken en ik respecteer het, maar het laat wat mij betreft minder discussie toe. De zorg van
die partijen over de minimale gemeentelijke inbreng ten aanzien van het politiebeleid, die deel ik.
VOORZITTER: Meneer Roest, dank u wel voor uw bijdrage. Ik zou willen voorstellen om 5 minuten
te schorsen. Om vijf voor half negen zetten we de beraadslagingen voort.
VOORZITTER: Dames en heren, ik heropen de vergadering en vraag u of uw plaats kunt nemen.
Ik geef het woord aan wethouder Blommers.
Wethouder BLOMMERS: Ja voorzitter inderdaad, ik ben ook gaan staan. Ten eerste ben ik dan groter,
dat is toch wel prettig en ten tweede is dat hoewel de discussie achter de tafel over al dan niet een
dualistischer beeld vanaf de tafel naar u en dan weer van u via dit spreekgestoelte naar het college nog
niet helemaal uitgevochten is, wilde ik dit toch maar eens proberen.
- 17 -