16 oktober 2000 Zonnegloren. Een kleine anekdote: Gymles, er zitten 27 leerlingen in de klas. En tegen die 27 leerlingen in de klas daar zegt de meester: jongens, wat gaan we doen vandaag? En 17 kindjes zeggen: voetballen, dat deden ze meestal bij mij in de klas, en 10 kindertjes zeggen: wij gaan liever hockeyen. De meester zegt: meeste stemmen gelden. We gaan voetballen. En een aantal kindertjes, teleurgesteld door de keuze van de meerderheid van hun klas loopt teleurgesteld weg en gaat naar de bovenmeester. En de bovenmeester heeft zijn hoofd er niet helemaal bij, want de bovenmeester is aan het solliciteren. De bovenmeester wil naar de UNHCR. Dat is iets als het allermooiste watje als bovenmeester van Nederland op het gebied van ruimtelijke ordening kunt worden. De bovenmeester zegt: eerst de klas, dan alle andere, zo werkt het in een democratie. En mij moet van het hart, namens het college, in de richting van D66 en GL/PS dat het niet aangaat om in een democratisch orgaan als de gemeenteraad van Soest bij meerderheid een keuze te maken en dan vervolgens via de band van de inspectie ruimte lijke ordening of van de minister te proberen die democratische meerderheid onderuit te halen, en sterker nog, de eerste herziening landelijk gebied waaronder het hele Zonneglorenverhaal gevat is, moet nog opnieuw in deze raad komen in december. Dus opnieuw. Dan krijgt de hele klas, met z'n allen, de kans om in dit democratisch orgaan, de gemeenteraad van Soest, en belangrijker is er niet, ook niet in het leven van een wethouder, te zeggen wat hij ervan vindt. En dat democratisch orgaan kan in december opnieuw zeggen bij de eerste herziening landelijk gebied: het is goed, het is slecht, of het is een beetje goed, of een beetje slecht, of we vinden Zonnegloren wel aardig, maar we hadden liever niet die andere consequentie gehad. Daar heb ik allemaal respect voor, maar niet via de band. En de vraag van GL/PS: hoe groot is uw kans op succes? De raad van Soest wil het, de provincie Utrecht steunt het en wat de bovenmeester ervan vindt, dat zullen we later weten. Maar natuurlijk geloof ik in het succes. Heer ROEST (D66): Het beeld van het onderwijs en de manier waarop gymnastieklessen gaan dat is niet conform de werkwijze. Ik hoop in ieder geval niet dat het bij de geschiedenislessen van de heer Krol zo is geweest, die lijkt mij trouwens in zijn lessen zelf de bovenmeester, dus de lijnen waren wat dat betreft heel erg kort, denk ik zo. Wat zijn verhaal betreft over Zonnegloren, het is natuurlijk wel heel duidelijk en dat is misschien ook een antwoord aan de heer Koning dat we hier dus een teer punt openrijten. Het is democratisch een recht vind ik van partijen om alle instanties, als zij zeggen van: het is een besluit geweest en dan wil ik het niet over 5 miljoen hebben, wantje kunt praten over winst en verlies, dat verhaal heb ik hier eerder gehouden, verlies aan geloofwaardigheid is niet in geld uit te drukken. Misschien mag ik nog even doorgaan meneer Krol. Dat is een heel belangrijk punt, boven meester sorry, dat is een belangrijke zaak voor ons, verlies aan geloofwaardigheid. Wij vinden dit zo belangrijk dat wij dit, en wij luisteren ook naar meningen in de klas van kinderen, als ze dat goed kunnen beargumenteren, wij vinden dit zo belangrijk, dat het geluid niet vergeten mag worden. Natuurlijk realiseren wij ons dat we in de raad hier het pleit niet hebben gewonnen. Maar wij kunnen richting onze partij, ik heb vandaag nog een mailtje richting de provinciale fractie van D66 gestuurd, richting alle belanghebbenden, ik heb nog niet de minister zelf gebeld, daar heb ik ook nog eens een keertje over gedacht, wij kunnen alle initiatieven ondernemen om gewoon dat hele belangrijke feit van verlies aan geloofwaardigheid onder de aandacht te brengen. Wij denken dat het voor Soest heel belangrijk is. Dat is meteen weer dat bruggetje naar uw vorige verhaal. Wij vinden het heel belangrijk dat inwoners weten: wat kan er in een bestemmingsplan wel, en wat kan er niet, en waarom kan het de ene keer wel voor geld, en de andere keer niet. Dat is ons punt, dat zit ons hoog en daar hebben we dus methodes voor verzonnen en we doen dat openbaar, u heeft daar kennis van genomen. Ik weet dat u daar een beetje giftig over bent, het is uw goed recht, dat heeft u me op allerlei manieren duidelijk gemaakt en ik heb mijn standpunt ook aangegeven. Heer KRIJGER (VVD): Meneer de voorzitter, mag ik via u vragen aan de heer Roest of hij bij zijn tweede instantie voor ons wat scherper wil formuleren waarom men enerzijds praat over versterking locale democratie en als hij daar zijn gelijk niet krijgt, buitenom gaat. Dat vind ik toch een vreemde gewaarwording. - 25 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 280