16 oktober 2000 Wethouder KROL: Ja. Ik mag aannemen dat de discussie die we daarover gevoerd hebben in de commissie ruimtelijke ordening, daar hebben we alle details van een betere sociale volkshuisvesting in de gemeente met elkaar besproken. Daar zit dat soort elementen in en die horen wat mij betreft ook uitdrukkelijk erbij, ook vanavond. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, voordat u overgaat... VOORZITTER: Misschien mevrouw Stekelenburg even toch die tweede termijn in acht nemen, anders discussiëren we echt in de eerste termijn alle onderwerpen al volledig uit. Dus u hebt een reactie gehoord van de wethouder, er zijn wat vragen beantwoord. Als u het onderwerp kan laten lopen voor de tweede termijn komt dat de gedachtewisseling hier ten goede. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dat zou kunnen, maar de wethouder stapt over naar een ander thema, en wij hadden namelijk nog iets gevraagd en daar heb ik geen antwoord op gehad, dus vandaar dat ik dat nog even graag kreeg. VOORZITTER: Is daar de tweede termijn geen mooier gelegenheid voor? Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ik denk het niet, want stel je voor dat ik er iets mee wil voorzit ter, en ik krijg pas in tweede termijn een reactie, dan is dat toch heel lastig. Dat is altijd een nadeel van dit soort debatten. Zal ik het voorlezen, het is maar één regel. Wethouder KROL: Ik weet het wel. De PvdA wil ook een discussie over de mogelijke bijstelling van de criteria die gehanteerd worden bij de woonruimteverdeling. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Heel goed. Wethouder KROL: Ik wil graag van u weten waar u dan exact de pijnpunten vindt zitten, ik neem aan dat uw tweede termijn daar bij uitstek geschikt voor is en als u dan aangeeft waar uw pijnpunt zit in de huidige verdeling, dan wil ik daar graag een inhoudelijke reactie op geven. Nu was het mij nog te veel in een wijde zak. Agrarisch buitengebied. Opmerkingen vanuit de CD A-fractie. Terecht dat hier door een aantal fracties op aangehaakt is: wat doen we met het buitengebied. En dat is in het college ook een bron van ik zou haast zeggen voortdurende discussie tussen een aantal van het college en deze wethouder. Er kan een hoop in het bestemmingsplan landelijk gebied als het gaat over vrijkomende agrarische percelen. Je kunt van een boerderij een woning maken, met gewoon een vrijstellingsprocedure. Je kunt een deel van de bijgebouwen gebruiken voor allerlei andere activiteiten, meestal opslag. Maar het blijkt, zo hebben we er vorig jaar ook al met elkaar over gediscussieerd onvoldoende. Om twee redenen. De rijksoverheid is gekomen met de ruimte-voor-ruimteregeling. En uit agrarisch Soest blijft er maar heel weinig over als het gaat over nog functionerende agrarische bedrijven in de toekomst. En dit college is denk ik dus verplicht - als het gaat over de kwaliteit van ons buitengebied - om met u en de mensen die in dat buitengebied actief zijn, dat zijn ook de agrariërs, te kijken naar hoe je de waarde van dit gebied het beste kunt bewaken. Dat doe je door die agrariërs die nog doorgaan met hun agrarische activiteiten een zogenaamde tweede tak van sport te bieden, dat doe je door met GLTO te overleggen, dat is ook gebeurd over datgene wat zij nou werkelijk zouden willen in de toekomst van dit buitengebied en ik denk dus dat we nog dit jaar in de commissie ruimtelijke ordening een stevige discussie kunnen voeren op grond van een notitie die op dit moment door het college wordt voorbereid over de kwaliteit, de toekomst van het buitengebied en de rol van de agrarische sector daarin. Heer KONING (CDA): Voorzitter, ik vind het fantastisch. Zeker als ik het vergelijk met een jaar geleden. Dus wat dat betreft gaan we de goede kant op, maar dit jaar, u bedoelt echt dit jaar, 2000, en niet deze periode of iets dergelijks. - 27 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 282