17 februari 2000
-5-
Heer VAN DER WEIJ (VVD): Voorzitter, de VVD-fractie is bijzonder blij met dit plan en in tegen
stelling tot de PvdA zijn wij wel van mening dat wij binnen een periode van twee jaar een evaluatie
van dit plan kunnen en moeten hebben om te kijken wat we in de toekomst verder kunnen doen met
dit soort beeldkwaliteitsplannen in combinatie met bestemmingsplannen. En dan denken we absoluut
niet aan de Boerenstreek, maar dan denken wij wel aan de wat oudere bestemmingsplannen die in de
komende jaren herzien moeten worden.
Mevrouw KOSTER (GL/PS): Voorzitter, wij zijn blij dat dit beeldkwaliteitsplan er is gekomen na
zoveel jaren. Wij vinden het een uitstekende start en wat ons betreft is het een start en zou inderdaad
op meerdere gebieden van Soest en Soesterberg iets dergelijks tot stand moeten komen. Wij wensen u
heel veel succes met de uitvoering ervan.
Heer SMEEING (CDA): Voorzitter, wij als CDA vinden het ook een goed plan en wij denken dat het
een goed handvat is voor onder andere de Welstandscommissie om de plannen die in dit gebied naar
voren komen, wat kritischer te bekijken en wij hopen ook dat het een weerslag geeft om de mensen en
de ondernemers die in dat gebiedje wonen dat ze zeggen: ik zit in dat lint, als ik wat uit ga breiden, of
mijn gevel ga vernieuwen, zal ik dat wat kritischer moeten gaan bekijken, want er wordt ook wat
kritischer naar gekeken, dus ik zal met een wat beter plan komen. Wij vinden vooralsnog niet dat er
meer van die gebieden moeten komen. Wij zeggen eigenlijk meer: laten we dit eerst goed bekijken één
of twee jaar, kijken wat het resultaat is en wij denken net als de VVD dat er toch wel wat te melden is
over twee jaar.
Wethouder KROL: Het natuurlijk op zich heel verheugend dat wij met elkaar vanavond constateren
dat er raadsbrede steun is voor een beeldkwaliteitsplan. En dat gebeurt niet zo vaak in Soest, en die
zegening moetje tellen. Maar het betekent wel wat meer, denk ik. Het beeldkwaliteitsplan zal niet
worden "het wonder voor alle lelijke kwalen" in deze gemeente. En het kan niet terugdraaien datgene
wat er in 40, 50, 60, 70 jaar in Soest met elkaar gecreëerd is. En het kan hooguit, en die verwachting
moetje dan ook een beetje terugbrengen tot in zijn proportie, het kan hooguit op die plekken waar wat
gebeurt, waar inderdaad ondernemers met iets nieuws komen, inderdaad nieuwe ontwikkelingen
plaatsvinden, kan het de lat, de kwaliteit, nou net wat hoger leggen dan die wel eens in het verleden
heeft gelegen. En laten we duidelijk zijn dat dat ontzettend positief is, maar dat dat natuurlijk niet
betekent dat elke lelijkheid, als ik het zo maar mag noemen die er zich langs het centrale lint heeft
afgespeeld in de afgelopen jaren ook in één keer weg is. In dat opzicht is het wel verstandig, en
daarom schrijf ik het ook zo in het voorstel om toch snel na één of twee jaar te kijken hoe het gaat met
het beeldkwaliteitsplan. Werkt het nou ook zoals we het bedoeld hebben? Maar het is natuurlijk niet
een illusie van dit college dat we na twee jaar ook daadwerkelijk al op alle plekken verbetering
hebben gezien. Maar het werkt wel. In de contacten die ik de afgelopen maanden heb gehad met
mensen die in dit gebied iets willen, merkje toch dat ze al zelf beginnen met: ja, het is geloof ik dat
gebied waar zo'n extra plan voor gemaakt is en daar moeten we toch iets meer op letten, mogen we
dat zien? Dus in die zin is het toch een richtlijn geworden voor architecten, voor ondernemers in het
gebied, voor de gemeentelijke Welstandscommissie, maar ook voor ons zelf, laat ik zeggen het college
en de raad om te zeggen: de lat in dit gebied gaat omhoog. Soest mag dat weten en Soest moet daar in
zijn plannen ook terdege rekening mee houden. En dat is toch de kwaliteit van het beeldkwaliteitsplan,
denk ik. Niet zozeer de keiharde verankering, want die is er gewoon nog niet op dit moment in
bestemmingsplannen, maar de werking die ervan uit gaat, dat iedereen in Soest die iets wil in dit
gebied, weet dat de lat omhoog gaat.
In de richting van de heer Witte van GGS, mevrouw de voorzitter, ik denk dat het beeldkwaliteitsplan
niet zegt: er wordt nu meer binnen de bebouwde kom gebouwd dan buiten, maar dat het beeldkwali
teitsplan wel zegt dat binnen die bebouwde kom onze eisen omhoog gegaan zijn in de afgelopen jaren.
En eigenlijk is het beeldkwaliteitsplan ook eigenlijk maar een symbool geworden dat die eisen en die
hogere eisen in dit gebied binnen de bebouwde kom zijn gaan gelden en u heeft inderdaad terecht