20 januari 2000
-4-
niet halsstarrig moeten vasthouden aan een jaar, maar daar gewoon rustig de tijd voor nemen om te
voorkomen dat er brokken gaan komen. Dank u.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dank u wel voorzitter. Voorzitter, in de commissie heb ik daar
als fractie al aangegeven dat we wat moeite hadden met de passage in het raadsvoorstel in verhouding
tot datgene wat de ambtelijk secretaris van de projectgroep in zijn stukken stelde, namelijk de periode
van één tot anderhalfjaar. De heer Van Geet maakte een terechte opmerking van: je moet processen
de tijd geven en mensen moeten naar elkaar toegroeien, dat deel ik uiteraard. Wat ons betreft staat de
kwaliteit van de brandweer die we nu hebben heel duidelijk voorop. We hebben een heel goede
brandweer en we zouden dat in ieder geval als voorwaarde zien om dat ook in de toekomst zo te
houden. En als dat inderdaad betekent dat mensen aan elkaar moeten wennen, want we hebben het
hier niet alleen over Soest, maar we hebben het ook over Baarn, dan kan ik me daar iets bij voorstel
len. Wij zouden het toch op prijs stellen als u die tijdstermijn van de ambtelijk secretaris van een jaar
in de gaten zou willen houden, niet teveel daarover heen zou willen gaan, en daarnaast lijkt het ons
wenselijk om in ieder geval op de agenda van de commissie ABZ bijvoorbeeld per halfjaar een
evaluatie te houden, naast het feit, maar daar reken ik gewoon op, dat de stukken over het gehele
proces geregeld ter inzage worden gelegd. Dank u wel.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Dank u voorzitter. Mijn fractie heeft tijdens de commissie ABZ
erg veel moeite gehad om om te moeten gaan met de onzekerheid die u daar toch schetste ten aanzien
van het punt waar dit proces naar toe moet leiden. U hebt argumenten aangevoerd in de sfeer van: er
gebeuren of staan te gebeuren op dit moment een hele hoop zaken met betrekking tot de brandweer in
den lande, verdergaande samenwerking als die niet wordt gezocht zou wel eens kunnen worden
afgedwongen, kortweg samengevat. En dat is een ontwikkeling waar ook mijn fractie mee worstelt en
we begrijpen dat u als voorzitter en verantwoordelijke voor de brandweer bent gekomen tot het
onderzoeken van mogelijkheden om verdergaande samenwerking hier in de regio vorm te geven.
Nogmaals het eindpunt van dit proces is geen vaststaand gegeven. Dat maakt dus eigenlijk dat u aan
de raad vraagt om in te stemmen met een proces waarvan de raad niet weet wat het uiteindelijk zal
brengen. En dat terwijl we hier een uitstekend functionerende brandweer hebben, een brandweer waar
we heel tevreden over zijn, waar we zelfs net een volledig nieuwe kazerne voor neer hebben laten
zetten. Voorzitter, wij begrijpen de ontwikkelingen, wij begrijpen ook dat we hier niet stil kunnen
blijven zitten, maar dit is toch te zeer een blanco cheque die het college, de voorzitter van het college,
mee krijgt. Wij zouden daarom willen dat de commissie ABZ elke keer, desnoods in schriftelijke
vorm, en als dat nodig is ook in mondelinge vorm, wordt geïnformeerd over de stand van zaken met
betrekking tot dit proces en dat voordat onomkeerbare stappen worden gezet dat elke keer voorgelegd
wordt aan de raad. Dat is geen uitnodiging, maar dat is voor de fractie van GGS een voorwaarde om
akkoord te kunnen gaan met dit voorstel.
Heer KONING (CDA): Dank u wel voorzitter. Wij hebben in de commissievergadering al uitvoerig
over dit voorstel gesproken. Ik wil nogmaals beklemtonen dat wij het van belang vinden dat de
identiteit van de brandweer, brandweren ook elders, dat dat in stand gehouden wordt, dat dat niet in
gevaar komt. Wij werken met vrijwilligers en dan is de identiteit van de brandweer eigenlijk doorslag
gevend voor de inzet van vrijwilligers, anders kun je het wel schudden. Wij hebben ook begrepen dat
de betreffende projectleider een projectleider is die al ervaring heeft op dit terrein en die ook weet
waar hij aan begint, dat hij ook kan inschatten wat het tijdpad van het geheel zal zijn. Ik weet niet of
de betreffende projectleider al in beeld is, of hij al bijgesproken is over het geheel, maar ik zou me
kunnen voorstellen, wanneer dat gebeurd is, hij zelf wellicht tot de conclusie komt dat het ook sneller
kan. Misschien ook wel tot de conclusie komt dat het langer moet duren, maar goed, dan horen wij dat
graag. Wij gaan er op voorhand vanuit dat zo'n proces niet langer gerekt wordt, niet langer duurt dan
nodig is, dus dat het niet gerekt zal worden. Verder kunnen wij instemmen met dit voorstel. Wij
verwachten ook dat er tussentijds gerapporteerd wordt aan de commissie ABZ. Er is nog steeds sprake