23 maart 2000
- 11 -
Heer VAN VUUREN (GPV/RPF/SGP): Voorzitter, wij hebben in de commissie uitvoerig bij dit stuk
stil gestaan en we hebben dacht ik vanuit alle fracties aangegeven dat we het over de prijsstelling niet
eens waren. Het verbaast me eigenlijk dat dit voorstel hier nog gehandhaafd is. Ik ben daar toch verrast
over en we kunnen het in deze vorm eigenlijk niet steunen.
Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, zoals duidelijk is geweest hebben wij in de brief een reactie op
de commissie-adviezen tweede versie de ambtelijke notitie nogmaals ter inzage gelegd. U begrijpt dat
dat gebeurd is nadat wij in het college ons hadden gebogen over het advies van de commissie
Financiën.
Voor ons was ondanks dat we begrepen wat de achtergrond van uw advies tijdens de commissie
Financiën was, namelijk dat indien men opzettelijk grond in gebruik neemt, terwijl dat niet toegestaan
is, men daar geen voordeel van zou mogen hebben, er toch reden in dit geval u voor te stellen deze
transactie op deze wijze, zoals die hier nu ligt, aan u voor te stellen. Dat was niet omdat wij het beter
denken te weten dan u, maar omdat wij denken dat dit het enige reële voorstel is. En dat betekent dat
wij eraan hechten dat als de raad deze beslissing op zich wil nemen op deze wijze dat we dat gewoon
zien als eerste stap in een nieuw beleid waarbij nog vele malen, en ik denk dat ook het CDA dat voor
mij 12 jaar lang de wethouder grondzaken heeft geleverd, en dus absoluut weet dat dit een eeuwig
proces zal zijn, dat wij dus voortaan op deze manier zaken niet meer zullen regelen. Er is een keuze
gemaakt van: waar mogelijk komen wij nog tot een transactie en zetten de zaak dus niet op scherp. Dat
is de keuze van het college. Ik begrijp uit uw reactie vandaag dat na ook het tweede ambtelijke advies
u de zaak gewoon op scherp wilt stellen. Dat is ook een beleid en ik denk dat we dat dan als college
zullen gaan uitvoeren. Maar het is ook voor ons van belang dat we duidelijkheid krijgen over deze
zaak, dat u een schikking kennelijk niet de juiste weg vindt en dat u zegt: ga in dit soort gevallen maar
naar de rechter.
VOORZITTER: Waarbij het misschien wel goed is nog op te merken dat voorzover toonzetting of
formuleringen bij u verkeerd gevallen zijn, dat dat echt onbedoeld is en dat het er juist om gaat op de
goede manier informatie naar u toe te laten komen, zodat de juiste afweging kan plaatsvinden.
Laat ik dat nog even in de afronding van de eerste termijn u meegeven.
Velen van u zitten te knikken. Mag ik op basis daarvan concluderen dat u instemt met het voorstel en
dat u aarzelend over de streep gaat, dan ga ik gauw die hamerslag geven. Mevrouw Blommers, dank u
voor uw vlammend betoog. De raad stemt in met dit voorstel. Nee? Dat is te ver. Dan halen we hem in.
Wat is wijsheid in deze mevrouw Blommers? Tweede termijn de ruimte geven?
Wethouder BLOMMERS: Ja voorzitter, ik zou dat eigenlijk op prijs stellen, omdat ik heel duidelijk
aangegeven heb dat het college een richting uit heeft gezet door dit voorstel. Misschien indirect over
de band een bepaalde richting, maar als u dit voorstel verwerpt, betekent het dat ik denk dat u wilt dat
ik voortaan naar de rechter ga en dat wil ik dan best graag in tweede termijn horen.
Heer SMEEING (CDA): Er wordt niet gezegd dat u naar de rechter moet.
Wethouder BLOMMERS: Dat is het alternatief.
Heer SMEEING (CDA): Nee, dat is helemaal niet zo. U moet gewoon zeggen tegen die desbetreffende
particulier of wie het is, de raad vindt dat het zoveel moet kosten en daar is het mee af. En dan wacht u
het gewoon af wat de tegenpartij doet. Want het is een heel redelijk voorstel. Ik denk dat we hier over
200,- de meter praten, het is een zijtuin van hem. Dus hij mag hartstikke blij zijn, die desbetreffende
particulier.
Mevrouw KOSTER (GL/PS): Ik voel het bijna als intimidatie van slikken of stikken. Wij denken dan
juist van mij hoeft u helemaal niet naar de rechter. Maar wij zijn het er absoluut mee eens dat het voor