23 maart 2000
-12-
deze prijs van 200,- zou moeten. Het is hartstikke mooie grond en ik ben het volledig met de heer
Smeeing eens, die man mag blij zijn dat hij het voor dit geld krijgt.
Heer VAN WUIJCKHU1JSE (GGS): Voorzitter, allereerst ben ik blij dat u het gerezen misverstand
met betrekking tot het additionele advies zoals dat aan de stukken is toegevoegd, hebt willen
rechtzetten.
Ten aanzien van de uitleg die mevrouw de wethouder nou geeft aan de woorden van de raad werd het
mij even duister. De raad heeft bij monde van de commissie Financiën inmiddels een aantal keren
gepleit voor het hanteren van een straffer prijsbeleid als het gaat om wederrechterüjk in gebruik
genomen grond te verkopen aan de desbetreffende particulier of bedrijf.
En dat beleid is meerdere malen uitgesproken. De commissie Financiën heeft hierop meerdere malen
aangedrongen en heeft dat niet kunnen herkennen in het voorstel zoals dat nu voor ligt.
Dat is de reden geweest waarom de raad op basis van de voorgelegde prijsstelling is gekomen tot het
advies. Daarbij heeft de commissie ook in overweging genomen in ieder geval naar het gevoel van
mijn fractie dat er in deze zaak, ik weet niet of u nog aandacht hebt voor wat ik zeg, maar ik praat
maar gewoon door, aangrijpingspunten te vinden zijn waardoor het betoog als zou de verjaringstermijn
van 20 jaar inmiddels verstreken zijn, geen opgeld doet. En ik denk dat het handiger zou zijn dan dat u
het gevoel van de raad interpreteert als van: ga maar naar de rechter, als u zou zeggen: ik bezin me
nogmaals op de juridische aspecten van deze zaak en of het inderdaad zo is dat die termijn van 20 jaar
al verstreken is. Wij denken in ieder geval dat er sinds 1993 een andere situatie voorligt, dat 7 jaar
geleden, geen 20 jaar geleden, daar zou u een aangrijpingspunt in kunnen vinden om die hogere prijs
te kunnen hanteren.
Heer ROEST (D66): Ik kan het ondersteunen. Dat straffer beleid heeft Van Wuijckhuijse duidelijk
doorgegeven. De raad overweegt ook al een hele tijd voorzitter, dat die extra grond de waarde van het
perceel verhoogt. In wezen zou je kunnen beargumenteren, iedere makelaar gaat ervan uit, het aantal
vierkante meters grond, dat een dergelijke eigenaar een aantal jaren onterecht minder onroerend zaken
belasting heeft betaald en dus een schuld bij de gemeente heeft. Ik ben met de heer Smeeing van
mening dat de eigenaar dit niet hoeft te kopen van de gemeente en dan geeft hij het terug aan de
gemeente, dus het idee van: dat leidt tot een rechtszaak, dat zie ik ook niet zitten.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, ik beluister een soort impasse hier. Ik zou toch een
beroep willen doen op de wethouder om te zeggen van: is het mogelijk tussen nu en volgende maand
om nog in een ultieme poging, misschien in overleg met de nieuwe burgemeester, te praten tussen
partijen om te kijken of er iets haalbaar is. Wat is er dan tegen om het één maand aan te houden.
Wetende de kennis van de raad zoals die nu ligt denk ik: praat nog één keer met elkaar en dan zien we
volgende maand even verder.
Heer VAN DER TORRE (VVD): Wij als VVD zijn, meneer de voorzitter, ook voor een toch wat
strakker beleid op dit gebied. Wij willen wel aan de wethouder vragen wat de consequentie is van het
naar de rechter gaan.
Heer VAN VUUREN (GPV/RPF/SGP): Voorzitter, ik handhaaf toch in feite mijn stelling zoals ik ook
in eerste termijn genoemd heb. We hebben hier in deze raad toch duidelijk afspraken over de aankoop
van grond en de angst van mogelijk juridische procedures om daar dan gelijk een
onderhandelingsmarge van te maken, ik zou daar toch gewoon duidelijk in willen zijn en ik vind toch
dat er opnieuw onderhandeld moet worden over de prijs van deze grond.
Heer SMEEING (CDA): Voorzitter, nog even inhakend, ik was net iets te laat, op mevrouw
Stekelenburg, ik vind de zaak niet zo belangrijk dat u daarin hoeft te bemiddelen hoor. Wat ik net
gezegd heb, het moet gewoon terug naar de desbetreffende eigenaar, of hij geeft de grond terug of hij