tot september en dat we dan moeten zeggen: het belastingniveau van 2001 is, en ik hoop dat het weer zo blijft, dat het als het zo is als we nu denken, dan kunnen wij de belasting aanpassen en dan doen we allemaal recht, allemaal, alle 27, aan onze beloftes aan de kiezer. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, voor de discussie is het misschien prettig als mevrouw Blommers ook nog eventjes haar positie aangeeft naar aanleiding van de opmerking van de heer Koning wat de feitelijke betekenis is van de bestemming van het jaarresultaat en de mogelijkheid om daar in het kader van de belastingen nog wat mee te doen. Wethouder BLOMMERS: Ja, u heeft gelijk meneer Van Wuijckhuijse. Op dit moment heeft het college gezegd van luister eens even, als u het ons vraagt komen er een aantal zaken aan de orde bij de begroting waarvoor ruimte moet worden gereserveerd, maar veel belangrijker, het college zegt: onze algemene reserve moeten wij ophogen gezien de risico's. Op dit moment wordt er naar de mening van het college geen enkele beslissing genomen behalve dan over die algemene reserve maar over die ruim 3 ton die er dan verder nog inzit over de besteding. Wat het college zal doen is als er een meerderheid in de raad is om bepaalde dingen te onderzoeken teneinde dat te bespreken bij de begrotingen, dus niet bij de begroting pas dingen te moeten gaan uitzoeken waardoor je dan weer een halfjaar verder bent, dan zal het college die zaken zorgvuldig verder uitzoeken, maar naar mijn mening wordt er bij de voorjaarsnota uitsluitend over de drie o's en de andere voorstellen die het college in die categorie heeft voorgesteld, een besluit genomen. VOORZITTER: Dank u wel. Ik denk gelegenheid voor de tweede termijn, waarbij ik u ook vraag de motie van D66 voorzover u dat relevant vindt, of aan de orde vindt, in de beschouwing te betrekken. Wie van u? Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Ja voorzitter, ik denk dat ze bij het CDA wel bijzonder teleurgesteld zullen zijn met de positie die de wethouder nu heeft ingenomen. Zij houdt daar namelijk toch hard vast aan het ophogen van de algemene reserve naar een minimum niveau van 8 miljoen, refereert aan de al in de voorjaarsnota opgenomen bestedingen voor het surplus van de algemene reserve, dan hou je in ieder geval volgens de rekensom zoals wij die hier net hebben zitten maken in de hoop dat de wethouder toch wat toeschietelijker zou zijn, niets meer over. Heer KONING (CDA): Maar voorzitter, stel dat wij met z'n allen in meerderheid vinden dat die reserve naar beneden kan van 8 naar 6 miljoen, stel dat wij dat met z'n allen vinden, dan kun je dat toch doen bij de begroting, dan kan dat toch, die ruimte is toch aanwezig, en die macht hebben wij? Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Ja, die ruimte hebt u en die macht hebt u, met z'n 27-en bij elkaar heb ik net begrepen, maar de wethouder heeft net namens het college aangegeven dat zij vasthoudt aan een heel duidelijk voorstel en het voorstel is dat die algemene reserve op 8 miljoen moet zitten en ik begrijp dat u wat ruimte zoekt, maar u begrijpt waarschijnlijk ook dat ik u probeer duidelijk te maken dat u die ruimte van het college niet hebt gekregen, dus dat u zich zit te verlekkeren rond een lege dop. Heer KONING (CDA): Maar dan bent u bezig met het volgende agendapunt. Het gaat nu om het jaarverslag. Het gaat hier om het stallen van geld dat over is. En de besteding van dat geld komt bij het volgende agendapunt. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Precies, en omdat wij dat allebei heel erg goed begrijpen meneer Koning, kun je het een niet los zien van het ander. Ik kan nu wel die 5,6 miljoen weggeven en dan stoppen we het zo meteen allebei heel erg graag in de algemene reserve in de hoop dat het geld daarna beschikbaar blijft om iets in de belastingsfeer te kunnen doen, maar mevrouw Blommers heeft net 20 april 2000 - 7 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 88