Raadsvergadering 15 maart 2001 -3- it en >r- Mevrouw MULDER (VVD): Voorzitter, ik wil even beginnen met mijn excuses te maken voor mijn stem. Die wil niet helemaal wat ik wil, maar ik doe mijn best. VOORZITTER: Maar ik spreek u er toch op aan als het niet klopt hoor! Mevrouw MULDER (WD): Ik bedoel niet inhoudelijk, maar goed. In de commissievergadering is het al wel heel duidelijk geworden waar de VVD voor staat. Maar op dit moment lijkt het me niet vol doende om te volstaan met te zeggen: "wij willen de commissievergadering niet overdoen". Wij willen nogmaals duidelijk laten weten waar we staan, juist omdat het openbaar onderwijs zo belangrijk is. En wij vinden het heel belangrijk. Niet omdat we zoals een woordvoerder van een andere partij durfde te ;t' beweren de zaak niet serieus zouden nemen omdat we niet op de beantwoording van hun vragen heb ben gewacht om een mening te vormen. Nogmaals, openbaar onderwijs en de toekomst van dit openbaar onderwijs is voor ons belangrijk. Wij yn hebben aan dit onderwerp veel tijd besteed. Enkele van onze uitgangspunten: het openbaar onderwijs moet kwalitatief goed onderwijs bieden. Bestaande expertise moet niet verloren gaan. Het scheppen van mogelijkheden om de exploitatie gezonder te maken. En het proberen zó'n oplossing te vinden dat de ouders, de MR en het team zich erin kunnen vinden en ook gemotiveerd worden om hun steentje bij te dragen. Wat is er nu op dit moment belangrijk? Het is een collegevoorstel waar iedereen positief over is. En wat een verschil is dit met september afgelopen jaar. Dat mag nog wel een keer gezegd worden. De rapportage van Unia heeft duidelijk hierin een goede bijdrage geleverd. De ouders, het team, de MR en zelfs het grootste gedeelte van de politiek is positief, al zijn er onder de laatste groep nog wel enke len die zelfs bij wijze van spreken eerst willen discussiëren over de kleur van de vloerbedekking voor ze een beetje positief reageren, maar volgens ons is dat niet onze taak. Eerst de grote lijnen bepalen. Die moeten voor iedereen duidelijk zijn. Als die eenmaal vastliggen gaan we verder. Op dat moment is het belangrijk dat er duidelijkheid is. Er moet een positieve uitstra ling zijn. De uitstraling dat we er met elkaar wat van willen maken, met elkaar de schouders eronder. Als we beginnen met pessimisme, aarzeling, nee daar trekken we geen leerlingen mee. Wel met en thousiasme, het gevoel van 'we doen het met elkaar' en het besef hier iets nieuws gaat gebeuren. Ja, daar wel mee. En van de WD mag het wat kosten. Zo belangrijk vinden we het openbaar onderwijs. We geven hiermee natuurlijk helemaal geen blanco cheque, want we willen hier nog wel uitgebreid over praten. Pas daarna, na de grote lijnen, gaan we de details uitwerken. We realiseren ons natuurlijk best dat we er nog niet zijn. We verwachten van de wethouder dan ook duidelijk, gedegen vervolg- I plannen, waarin de verdere uitwerking besproken wordt met alle betrokkenen. Wij willen daar ook als II ^at politiek zeer regelmatig over meepraten. Onderwerpen die volgens ons nog zeker aan de orde moeten 1 komen zijn de financiële onderbouwing, het tijdpad, het personeel, bestuur en uitwerking van het be- 5 raa^ grip brede school, en dan toegespitst op het Soester model. De mogelijkheden op die plek in het Smitsveen zijn legio en dat past juist zo goed in de integrale aan pak die het college voorstaat: de problemen in het openbaar onderwijs, de integratie, het welzijnswerk en het ISV. Juist die uitwerking van het begrip brede school is belangrijk. Dat is nu juist hetgeen wat deze nieuwe school iets bijzonders geeft en waarom het niet meer te vergelijken is met situaties uit het verleden. En hierdoor kan de school een magneetwerking hebben en een bovenwijkse functie vervullen en ook ho pelijk allochtone en autochtone kinderen trekken. Ook De Buut krijgt in dit voorstel de kans om zich goed te profileren. Met een goed managementteam en een grote groep enthousiaste ouders moet dit kunnen lukken. Onze conclusie: de VVD staat achter het collegevoorstel. Een goed voorstel. De laatste kans voor het openbaar onderwijs in Soest. Laten we er met elkaar wat van maken. Heer MEILOF (CU/SGP): Voorzitter, onderwijs heeft een periode achter de rug waarin we grote zor gen hadden, ook als bestuur van deze vorm van onderwijs. Toen we een goed halfjaar geleden de op dracht aan Unia gaven om uit te gaan zoeken hoe verder, toen spraken wij in onze fractie erover en vonden wij vooral één van de belangrijke dingen: de openheid van de opdracht. En wel de openheid op het gebied van de kleur van de school. Mag het ook een helemaal donkere school worden? Als we dat :r een 1 t met

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 12