Raadsvergadering 15 oktober 2001
enkele concrete voorstellen. Het voorstel voor een brug over de Eem spreekt ons zeer aan. Ik zou
daar toch. maar dat hebben we in ons stukje ook al gedaan, aandacht voor vragen. Want als je dan gaat
fietsen in Soest en omgeving, geef dan ook de mogelijkheid om onderweg eens even wat uit te rusten.
Want het komt vaak voor dat ik met mijn vrouw ga fietsen, en dat ik wat te eten of te drinken
meeneem en dat we dat vervolgens thuis opmaken, wantje kunt nergens zitten. Ik heb me bij het stuk
van Gemeentebelangen Groen Soest afgevraagd, daar wordt aangekondigd dat ze een voorstander zijn
dat de gemeente nog meer grond aankoopt op de Eng om op die manier het authentieke karakter van
de Eng te behouden. Is dat een goede zaak dat de gemeente al die grond bezit, heb ik me werkelijk
afgevraagd. Misschien moeten we daar toch eens over nadenken.
Ik zit een beetje met dat wijkaandeel van Partij van de Arbeid. Omdat daarin in het stuk ook
aangegeven wordt: we moeten een budget beschikbaar stellen voor de wijk, daar ben ik een
voorstander van. Er wordt daarbij aangegeven: en als die wijk met voorstellen komt, dan móet B&W
dat uitvoeren. Dit vind ik zo'n aspect waarin wij als raad onszelf een beetje buiten spel zetten. Want
we weten in veel gevallen toch wel dat als er inspraak in wijken of voor bepaalde projecten gevraagd
wordt, dat er enkele actievelingen zijn die daar hun tijd en aandacht aan geven en die enkelingen
kunnen dan toch plannen doordrijven waarvan we ons afvragen of daar het grootste gedeelte van de
wijk wel bij gebaat is en of we dat überhaupt in Soest macro gezien wel willen. Ik zou dat dwingende
karakter van die wijkvoorstellen toch wel wat af willen zwakken.
VOORZITTER: Mag ik dit beschouwen als afronding van uw eerste inbreng? Het is naar boven
afgerond wat meer dan vijf minuten, maar ik heb u toch even de ruimte willen geven. Dank u wel voor
uw bijdrage. Ik geef graag het woord aan de heer Roest, fractievoorzitter van D66.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, dank u wel. Ik had gedacht dat in het kader van de bestuurlijke
vernieuwing u deze keer echt had gemeend om de kleinste fractie te laten beginnen. Ik kom er
jaarlijks op terug. Ik denk: deze keer doet deze burgemeester dat. Maar misschien wordt het een
volgend jaar, of misschien loot u wel eens wie er begint. Misschien hoeft het volgend jaar ook niet
meer, zullen sommige mensen zeggen.
Voorzitter, bestuurlijke vernieuwing, daar had ik het over. Vorig jaar zei ik tegen mijn partijgenoten
bij mijn Nieuwjaarstoespraak in januari vorig jaar: bestuurlijke vernieuwing, dat moet in Soest op de
agenda. Ik haalde toen onze grote buurman aan, Amersfoort, waar ze een stuk verder zijn. En kijk
waar we nu zijn in Soest. Er is een raadswerkgroep bestuurlijke vernieuwing, maar nog veel leuker,
we hebben een burger werkgroep bestuurlijke vernieuwing, die heel enthousiast aan het werk is en die
we binnenkort mogen ontmoeten. Het gaat over kwaliteit en cultuur, communicatie en leefbaarheid. Ik
stel me daar erg veel van voor. We hebben inmiddels het recht van reactie en we hebben nu een
initiatief van de VVD waarvan ik denk: dat is weer een nieuw punt, rechtstreeks in de
raadsvergadering. Dat begrijp ik eruit. Dat kan een goede zaak zijn. We hebben een TOSS, die gaat
met vallen en opstaan, maar over het algemeen is dat toch een goede manier om mensen bij het
bestuur te betrekken. Het gaat heel goed, en toch hebben we een vraag. Stellen we ons zelf een vraag.
Welk aandeel hebben minderheden aan deze discussies? Zien we ze bij al deze elementen terug? En
de vraag naar onszelf zou moeten zijn: hoe kunnen we dat aandeel vergroten? Dat heeft met het
openstellen te maken wat ik eerder vanavond heb gehoord. En ik vind het dan ook terecht dat de
dialoog met minderheidsgroepen aandacht krijgt van diverse partijen, PvdA, Groen Links, VVD en
GGS en ik hoop dat ik niemand vergeet. En daarmee is er aandacht voor het integratiebeleid. Er moet
daar meer aandacht voor komen. Het is een hot item zei mevrouw Mann.
Er moet een centrale rol zijn voor het onderwijs. Volgens mij is het onderwijs de spil waar het om
draait. Daar groeien kinderen en onderwijs is een heel belangrijk punt. En daarbij is taal het
toverwoord. Het gaat er ook om cultuuruitwisseling. Maar ook integratiebeleid, dat kan ik niet
genoeg benadrukken in het volkshuisvestingbeleid. Daar gaat het om sociale samenhang. En het
moet voor ons een belangrijk punt zijn. Maar integratiebeleid kun je ook vertalen naar het sportbeleid
bijvoorbeeld. We hebben daar een aantal opmerkingen over gemaakt. Onze conclusie voorzitter is, dat
er toch een cultuuromslag bij onszelf als bestuur, nog nodig is. Een cultuuromslag bij
onderwijsbesturen. Cultuuromslag bij vertegenwoordigers van minderheden ook. Want ook daar zal
men zich moeten realiseren dat men zich moet openstellen en het contact moeten zoeken. Naadloos
kunnen we overgaan naar veiligheid en handhaving. Meerdere partijen spreken zich daarover uit en
-30-