Raadsvergadering 15 oktober 2001
-35 -
het gedrang komt. Kun je met je monumenten wat. Kun je met je monumentensubsidie wat. Kun je
wat met het feit dat VROM, om het maar eens heel concreet te noemen, heeft aangekondigd dat ze
middelen beschikbaar hebben om in het buitengebied ongewenste ontwikkelingen uit te kopen, weg te
halen. Ook dat verbetert de kwaliteit van je buitengebied. En dan zijn er natuurlijk nog wel een paar
meer gedachten, maar voor de goede orde, ik geef het u aan om aan te geven hoe we daar in het
college op dit moment mee bezig zijn vanuit één filosofie, die we breed dragen met z'n allen. De
bedoeling is: het buitengebied van Soest, wat een waardevol gebied is, mooier, fraaier te maken en
niet zozeer verder te verdichten dan wel te verrommelen. Dat zal de lijn zijn die er in de notitie zit. U
noemt het natuur en wonen. Dan zet ik een grote streep onder natuur en een wat kleiner streepje onder
wonen. Omdat ik denk dat dat de hoofdfunctie, misschien ook wel een stukje recreatie, van ons
buitengebied zal zijn.
Een paar opmerkingen over bestemmingsplannen in het algemeen. Zou er niet een
beeldkwaliteitsparagraaf in bestemmingsplannen moeten komen zijn opmerkingen die eigenlijk in de
lijn zijn van de fractie van D66, maar ook wel door de VVD-fractie naar voren zijn gebracht. Laat
helder zijn het eerstkomende bestemmingsplan dat we gaan maken, wat ook in digitale vorm
beschikbaar zal zijn voor het eerst, zal een dergelijke beeldkwaliteitsparagraaf kennen, en dat is het
bestemmingsplan oostelijk Eng. Dus bij deze heeft u die toezegging.
Een aantal opmerkingen over ruimtelijke ordening in het algemeen, of Spoordal, of laat ik het
stedelijke vernieuwing noemen. CDA-fractie vraagt eigenlijk: kunnen we na Spoordal nog meer
creatieve binnenstedelijke ontwikkelingen verwachten. U mag ervan uitgaan dat we daar ik zou haast
zeggen op het vinkentouw voor zitten. Er doen zich in deze gemeente vrijwel dagelijks kansen voor
om lelijke, in de loop van de jaren verrommelde plekken meer kwaliteit te geven. Dat vraagt een
actieve opstelling van het college, van de raad, soms ook door aankoop, waar we het net over hadden,
dat we zeggen: nou, daar doet zich een kans voor, laten we die nu niet liggen, maar laten we die zo
snel mogelijk pakken. En ons ISV-beleid, als het gaat over stedelijke vernieuwing, wijst een aantal
plekken aan die met nadruk ook na Spoordal, extra aandacht moeten hebben. En ik ga ze natuurlijk
niet helemaal tot in detail benoemen, want u weet het, de ontwikkelaar slaapt nooit, en dan is de grond
weer twee keer zo duur geworden. En dat zou toch jammer zijn. Maar u mag ervan uitgaan, ook in de
richting van de CDA-fractie, dat we daar zeer serieus naar kijken om ook naast Spoordal intensieve
stedelijke vernieuwingsplekken te vinden met elkaar.
Wonen. Er zijn een aantal fracties die opmerkingen gemaakt hebben die ik maar even samenvat onder
het kopje wonen. Vroeger zeiden we volkshuisvesting, maar dat is eigenlijk een beetje ouderwetse
term, misschien zelfs wel een beetje schoolmeesterachtig en dat willen we natuurlijk voorkomen. Dus
we kiezen voor de term wonen. En wonen, daar hebben we een nieuwe nota voor uitgebracht. Als het
goed is, heeft u hem vorige week gekregen. De nieuwe nota Wonen die zodanig fundamentele dingen
zegt over waar we in de woonruimteverdeling in de sfeer van koopwoningen, in de sfeer van
huurwoningen naartoe willen, dat we gezegd hebben: dat gaan we nou niet maar gewoon op tafel
leggen en zeggen: laten we er eens met elkaar over stemmen, maar waarvan we gezegd hebben: dit is
een fundamentele notitie die een aantal fundamentele keuzes maakt op het gebied van wonen in deze
gemeente. En daarvoor moetje er dus een flink stevig project met de samenleving op loslaten. Dat wil
zeggen: je gaat er rustig eens over praten, je gaat er rustig eens over nadenken, je gaat er rustig met
alle participanten, woningbouwcorporaties en anderen over praten vóórdatje er als college en raad al
te zeer een mening over geeft. En met name, ik mag me niet laten interrumperen hè voorzitter, door
meneer Visser, of wel?
VOORZITTER: U moet zich richten op uw betoog, maar ik heb begrepen dat het geroezemoes
ontstond omdat sommigen in de zaal dachten: waarom heb ik die nota niet waar de wethouder zo vol
vuur over spreekt. Dus ik begrijp het gemis, maar wellicht is daar de komende tijd wat aan te doen. Ik
geef u graag weer het woord.
Wethouder KROL: Dank u wel voorzitter. Ik zal ervoor zorgen dat dat gebeurt. Bij deze.
Er zit natuurlijk een aantal elementen in die huidige bijvoorbeeld woonruimteverdeling waardoor
mensen op achterstand komen. Ik denk met name aan jonge mensen. Het systeem waarbij oudere
mensen altijd voorrang hebben, leeftijd een bepalend criterium is in je woonruimteverdeling, daarbij
trekken jongere mensen altijd aan het kortste eind. Dus je moet iets gaan doen met je