Raadsvergadering 15 oktober 2001
-50-
commissie, maar de lijn die hij inzet, dat hij zegt; kijk nou, de middelen die je inzet voor personeel,
hoe je dat kan optimaliseren, hoe je door op een bepaalde manier je vaste kernbezetting in te zetten je
middelen vrij kan maken voor kwaliteit. Dat zijn dingen waarover wij met hem en u in de commissie
financiën willen spreken, omdat natuurlijk personeel, als je kijkt in deze begroting, een enorme
kostenpost is, maar het is ook je menselijk kapitaal, in de zin van datje daaruit iets terugkrijgt. En wat
dat betreft, ook in aansluiting op wat ik tegen mevrouw Mann heb gezegd, denk ik dat het goed is dat
we heel nauwlettend afwegen welke taken doen we hier in huis, met hoeveel inzet van personeel en
welke taken zou je op andere wijze moeten vervullen. Op dit moment is de lijn van het college: als wij
het zelf kunnen, doen wij het zelf. En als er redenen zijn om dat niet te doen, dan gaan wij of extern
iemand inhuren hier, of wij kijken of wij taken buiten de deur zullen zetten. Dus dat is de afweging die
we nu maken. Maar het kan anders worden na de discussie in de commissie.
Wethouder KROL: Ja voorzitter, twee vragen. Eén eigenlijk is meer een soort statement, zoals die
door de fractie van Gemeentebelangen Groen Soest is neergelegd: hebben we niet met elkaar in het
beleidsplan Bos en Natuur afgesproken dat er meer dood hout in het bos zou blijven. Het antwoord
daarop is ja. We hebben met elkaar afgesproken dat er meer dood hout in het bos zou blijven en we
hebben u eigenlijk ook al beantwoord bij de vragen die er gesteld zijn naar aanleiding van de
commissiebehandeling dat er inderdaad wat meer hout uit het bos komt op dit moment. Dat is niet de
doelstelling. De doelstelling is meer te laten liggen, maar heeft iets te maken met het omvormen van
het bos. Het weghalen van de exoten, zoals dat zo mooi genoemd is. En ook dat is geheel in de lijn met
het beleidsplan Bos en Natuur, zoals we dat met elkaar in deze raad hebben vastgesteld.
Het tweede punt, handhaving, maar dan even alleen wat betreft mijn eigen portefeuille. Het gaat over
de handhaving op het gebied van de r.o.-regelgeving. Wij hebben in de nota van aanbieding
afgesproken en beloofd in uw richting dat de prioritering die daar al voor bestaat, en die ook
geaccordeerd is door de commissie r.o. nog een keer voor u zou worden neergelegd, zodat we op korte
termijn nog eens opnieuw die prioritering met u zouden kunnen bespreken. En op korte termijn
betekent in mijn geval binnen een periode van maximaal drie maanden. Dank u wel voorzitter.
Wethouder WITTE: Ja voorzitter. Denksportcentrum. Ja, naar mijn geheugen hebben we een aantal
jaren geprobeerd om te kijken of we in Soest een denksportcentrum konden opzetten. Ik weet dat het
Orlandogebouw toen is gepasseerd als model. Op dit moment ken ik geen vragen van de
denksportverenigingen om een denksportcentrum. Ik weet dat de schaakvereniging naar volle
tevredenheid op dit moment in het Gildehuis speelt. En volgens mij zijn alle bridgeverenigingen ook
op een of andere manier wel onder dak. Dus ik kan u verder weinig melden over het
denksportcentrum.
Dan wat betreft de vraag van Gemeentebelangen Groen Soest over duurzaam groen en bermbeheer.
Het is zo dat dat ook in het telefoonboek heeft gestaan en dat deze wethouder tot zijn spijt heeft
moeten constateren dat er onvoldoende steun vanuit de fracties was om dat beleid in te zetten. Maar
wellicht dat u wat dat betreft nog enig goed werk kunt doen.
De bodemsanering. Er is een herijking bezig van het Rijk op de bodemsaneringsproblematiek. Ik heb
u in de commissie meegedeeld dat we een extern bureau hadden gevonden dat ons hielp om de zaak in
kaart te brengen voor wat betreft het gebied binnen de bebouwde kom. We hebben nu een aanvraag
liggen. Die is nu de provincie gepasseerd en die is inmiddels richting Den Haag, om het maximaal
mogelijke bedrag binnen te krijgen. Tot de periode 2005 zal het bedrag, wat het dan ook moge zijn,
gestort worden in het ISV-fonds. Dat is een ISV-bodemmodule. Die herijking van het Rijk houdt in
dat berekend, geraamd is, dat de saneringen in Nederland ongeveer 40 miljard zouden moeten
kosten. Het Rijk vindt 10 miljard voldoende en wil tot 2028 10 miljard daarin stoppen en dat wordt
dan doorgesluisd naar zoals Soest dan rechtstreeks gemeente is. Wij ontvangen dat zo meteen direct
vanaf de provincie. Maar u moet u voorstellen dat we dat dan zouden moeten bekostigen op de manier
zoals dat ongeveer bij Randstad gebeurt. Je doet dus een bouwplan, waar geld mee gemaakt wordt, en
dat moet dan het verschil tussen wat het Rijk ervoor over heeft en wat het kost, in orde maken. We
hebben in de planning staan dat we in 2002 in ieder geval aan het eind van het jaar een compleet
overzicht hebben van de saneringen die in Soest moeten worden gedaan in ieder geval, of waar
onderzoeken moeten worden gedaan. Er is een uitzondering en dat geldt voor de sportplaatsen. De
sportplaatsen blijven bevoegdheid van de provincie, evenals het buitengebied.