Raadsvergadering 15 oktober 2001
-51 -
En dan over het verkeersbeleid van Soest, dat het gericht moet zijn op het zo leefbaar mogelijk maken
van de woon- en winkelgebieden. Ja, daar heb ik niet op gereageerd, want dat vindt het college ook.
Ik dacht dat ik zo goed geantwoord had, voorzitter.
Heer TEN HOVE (PvdA): Bij interruptie voorzitter. Het gaat natuurlijk om het vervolgzinnetje: wat
vindt u van de buitenbrink?
Wethouder WITTE: Vraagt u mij wat het college van de buitenbrink vindt?
>rdt
ier
en
VOORZITTER: Dat lijkt me echt een vraag voor een volgende termijn.
Even ter afronding, want ik dacht dat dat de inbreng was van wethouder Witte. Daarmee hebt u de
punten gehad.
Het Utrechts model, waar de heer Krijger naar vraagt. De heer Krijger heeft ook in
commissieverband aangegeven dat hij in die hele discussie over bestuurlijke organisatie eigenlijk
wenst dat ons provinciebestuur in gelijke mate voor alle Utrechtse gemeenten op even intensieve of
globale wijze eenzelfde provinciebestuur is. En dat daar niet een soort onderscheidende gebieden zijn,
waar de één provincievrij is, laat ik het zo maar noemen, en de ander provinciegebonden is. En wij
hebben, toen wij daar in de commissie over spraken, denk ik niet zo zeer het over de tegenstelling
gehad maar meer over de gelijkheid in opvatting in deze. En dat het zogeheten Utrechts model in ieder
geval als het gaat om die gelijke behandeling van alle gemeenten, dat ook ons college zich daarin kan
vinden. Daar staat tegenover dat de precieze uitwerking van dat door de provincie voorgestane model
er nog niet is, en dat er dus enige terughoudendheid moet zijn om het te strak te omarmen, omdat het
als het ware niet een provincie in een te sterke gemeentelijke rol moet opleveren. Want het is voor
andere bestuursorganen buitengewoon aantrekkelijk om in die gemeentelijke tuin te grasduinen. Dus
we moeten niet van het een in het ander terechtkomen, maar ik denk dat enige steun voor die
gelijkmatige behandeling, dat die wel op zijn plaats zal zijn. Dat als eerste reactie.
Het tweede onderwerp. De Partij van de Arbeid heeft gevraagd naar die beleidsevaluatiecommissie.
Het eerste onderwerp loopt nog. Dat is aan de raad zelf. Daar komen de resultaten op enig moment. U
zult het met elkaar moeten bespreken en met elkaar moeten doornemen: wat is nu de ervaring die we
hebben opgedaan. Waar kan het beter, waar moet het anders en wat is goed bevallen? En ik denk dat
het juist in die discussie past, maar dat is dus aan de raad zelf, om op dat moment te bepalen welke
onderweipen bij uitstek zich weer lenen voor zo'n behandeling. Dus het college voelt zich daar niet
primair geroepen om met suggesties te komen.
Het kwaliteitshandvest is een onderwerp dat door de fractie van D66 wordt genoemd. Laat ik er dit
van zeggen: we hebben daar de afgelopen week ook in het college over gesproken in het kader van het
duale stelsel, waarbij de burgemeester als bestuursorgaan vanuit B&W per jaar verslag doet over de
kwaliteit van dienstverlening naar de samenleving toe, maar dat hij dat natuurlijk altijd doet in
collegiale verhoudingen. Het duale stelsel hebben we nog niet. Zo ook nog niet het eerste jaarverslag.
Maar mocht het er van komen, en de wet schrijft dat voor, dan zal in dat jaarverslag in de toekomst te
verschijnen, ook het onderwerp kwaliteit van dienstverlening expliciet aan de orde komen, en daarbij
onderwerpen als kwaliteitshandvest. Volgens mij zijn daarmee alle onderwerpen genoemd uit de
eerste termijn.
Handhaving. Wethouder Krol is natuurlijk vanuit zijn portefeuille op dat onderwerp ingegaan, maar
op het vlak van handhaving is meer te doen en dan met name in relatie tot de brandveiligheid en de
beperking van de risico's. Daar gaan openbare orde en veiligheid en milieu hand in hand. Daar zijn
ook in de begroting budgetten voor gevraagd. En het is de bedoeling in het kader van brandveiligheid
en van veiligheidsrisico's, te komen met een analyse. Zo rond de jaarwisseling te behandelen in de
commissie, in januari, zoals het er nu naar uitziet, waarin we concreet willen aangeven hoe we
beleidsmatig de prioriteitstelling willen laten doen. Ik ben daar in de commissiebehandeling vrij
uitvoerig op ingegaan. Ik denk niet dat ik dat hier hoef te herhalen. Maar het zal een soort coproductie
zijn vanuit de invalshoek openbare orde en veiligheid en milieu. Dat als eerste reactie.
Is het de hoogste tijd voor een schorsing of zegt u liever niet? Dan schorsen wij tot tien uur. De
vergadering is geschorst.
50-