Raadsvergadering 15 oktober 2001 -62- het nog niet moesten gaan doen. Als we werkelijk de vervuiler willen laten betalen, en dat is toch een gevoel wat naar het idee van mijn fractie, breed in de raad leeft, dan moeten we gewoon ook een keer actie ondernemen. Op dit moment laat zich dat niet vertalen in een concrete meerderheid. In ieder geval de afgelopen jaren is dat geprobeerd en niet gelukt. Dus we zouden eigenlijk de suggestie van de heer Koning maar ter hand willen nemen en het wat opgerekte onderzoek van de heer Krijger zien we graag zo snel mogelijk uitgevoerd worden. En op basis daarvan verwachten wij op een door het college zo mogelijk woensdag aan te geven termijn te komen tot besluitvorming met betrekking tot de afvalstoffenheffing. Overigens hebben wij in onze eerste termijn ook nog een opmerking gemaakt met betrekking tot regentonnen en composteerbakken. En dat is ook gericht op het terugdringen van afvalstoffen. En wij zouden graag het college nog willen uitnodigen hier het licht over te laten schijnen. Voorzitter, de gewestelijke samenwerking is de afgelopen periode toch redelijk in discussie gekomen. Wij zouden u ook willen feliciteren met het gegeven dat u bereikt hebt, want ik krijg het idee dat u dat toch wel een klein beetje wilde zeggen dat het al twéé keer is besproken in het dagelijks bestuur, op 20 september en 11 oktober hebben we u horen zeggen. Dus wij hebben niet het angstige vermoeden dat dat komt door de behandeling in de commissie ABZ en commissie financiën. Dat zou misschien teveel aanmatigend zijn. We zijn vooral benieuwd naar de resultaten. En dat is wat anders dan zoals u net deed, het balletje weer terugleggen bij de raad. De raad heeft al flink wat keren aangegeven hoe zij het gewest ingericht zou willen zien. Uw lijst met bezwaren ten aanzien van de gewestelijke samenwerking is dus ook niet volledig. Want een belangrijk bezwaar dat daarbij mist is gewoon het continu maar autonoom groeien en opdikken. Dat is een probleem. VOORZITTER: Uw overdrijving in de beeldvorming brengt geen kracht in uw argumenten, en de herhaling ook niet. Maar we gaan er dus in tweede termijn nog nader over spreken, meneer Van Wuijckhuijse. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Ja, dat is nou jammer. Want inhoudelijk zegt u niks. VOORZITTER: Ik probeer aan te sluiten bij uw betoog. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Nee, nee, nee, dat doet u niet. Ik geef u in overweging om met de ogen van de budgethouder, de portefeuillehouder te kijken naar het gewest, en te zien wat de ontwikkeling daar de afgelopen jaren is geweest, en hoe vaak daarover is gesproken hier in de raad. Daar mag u rustig, vanuit uw autoriteit enigszins badinerend over spreken. Maar gelet op de breedte van het gevoelen in de raad zou mijn fractie u in ieder geval in overweging willen geven of u zich enigszins serieus met deze materie zou willen bezighouden. In die zin zijn wij blij dat er een discussie wordt gestart met het gewest, en willen wij die nog steeds mede vorm geven op basis van een korting op het budget met een symbolisch bedrag van één Euro, zodat die discussie ook niet weer wegebt nadat hier de begroting is behandeld. Met betrekking tot het ecologisch bermbeheer heeft mijn fractie begrepen dat het college nog steun nodig heeft vanuit de raad om te komen tot nadere invulling. Wij zullen u nu dan maar een motie in het vooruitzicht stellen. Met betrekking tot het ziekenhuis hebt u gesproken over koers en stijl. U hebt al eerder begrepen dat ook wij van mening zijn dat er alles aan gedaan moet worden om de voorzieningen die wij hier hebben te laten voortduren. Als u kans ziet om bijvoorbeeld in gesprekken met de heer Brinkman daar zelfs nog een uitbreiding te realiseren, dan zouden wij dat ervaren als een huzarenstukje waar wij graag onze medewerking aan verlenen. De laatste keer dat ik de heer Brinkman heb zien acteren was tijdens de bijeenkomst van de heer Roest, van D66. Ik wilde wat zeggen, maar Heer ROEST (D66): Men zou kunnen denken dat het een soort huiskamerbijeenkomst bij mij thuis was of zo. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Neen, zo gezellig was het nou ook weer niet. Maar de woordkeus van de heer Brinkman, en die is toch belast met dit traject, is dusdanig dat mijn fractie zich zorgen maakt over het voortbestaan van de voorziening hier aan de andere kant. En dat is niet

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 181