Raadsvergadering 17 oktober 2001 -17 - te ontstaan te doorbreken of te voorkomen, dat hangt van het moment af. Er zijn door beide clubs al heel veel overlegsituaties geweest en men heeft een aantal voorstellen gelanceerd die met toepassing van de huidige normen eigenlijk voor realisatie in aanmerking komen. Maar er zijn afspraken gemaakt welke middelen wij op basis van enig moment daar als gemeente zelf voor beschikbaar hebben. En die middelen zijn gereserveerd voor een langere termijn. Nu hebben wij de laatste tijd wat actuele ontwikkelingen waarmee wij met wat wij aangeven het geprognosticeerde overschot wel eens gaan kijken naar situaties die in de pijplijn zitten en ergens op dat laatste zetje wachten. Want het gaat niet om een bedrag van x en y. het gaat erom dat men in overleg de plannen zo dicht elkaar heeft laten naderen, datje zegt: nou nog één flinke stap naar voren en wij bedoelen dan de stap die wij kunnen zetten, de gemeente, dan moetje er zijn. en dan kan er best nog één, twee ton tussen zitten over een bedrag van 3,5 miljoen watje totaal gaat geven, weet ik het allemaal, dat zou best kunnen. Maar wij hebben nog veel meer aangegeven. We hebben ook aangegeven, en juist deze grotere verenigingen lijken ons in staat te zijn, als je praat over exploitatie van een nieuw gebouw voor 20, 30 jaar, wij geven ze anders dan het Rijk, als je delegeert, als gemeente netjes, iets voor wat zij kunnen doen. de middelen mee die wij ervoor hebben. Dat zij dus heel economisch die nieuwe accommodaties kunnen exploiteren. Als we dat volgend jaar rond hebben, en dat is ook de verwachting, dan hebben ze nog 29 jaar om dat netjes te doen. En daarin zit nou denk ik de marge, je kunt zeggen: je praat toch over één of twee ton en dan moet je het krediet weer verhogen, dat spreekt ons niet minder aan, het spreekt ons meer aan in te gaan op de verwachting dat die grote clubs in staat zijn economisch, en dat bewijzen ze al met de bouw, in te gaan spelen op wat er gaat komen en dan is dat gat in het komend overleg, want geen enkel plan is nog echt afgestemd met het college, geen enkel plan is geaccordeerd door de commissie. Dus met deze forse stap kom je eruit, kun je gaan beginnen. En er staat ook vast dat bij het hele sportbeleid dat wij voor ogen hebben, en elke fractie heeft nog steeds nuances daarin, maar er komt volgend jaar sportbeleid, waarin men heel economisch kan gaan draaien. En daar willen we naartoe. En daarom praat ik ook bewust niet over: is het nou zus of zo. Wij geven aan: er ligt nog een gat en het grootste deel van het gat datje zou kunnen draineren, wordt met ons voorstel gedekt. En ik hoop dat dat door de meerderheid wordt gedragen. VOORZITTER: Anderen? Impliciet zijn daarmee beide moties aan de orde. En dat is ook wel goed en onvermijdelijk. Ik kijk ook nog even naar de heer Koning. Heer KONING (CDA): Dank u wel voorzitter. In algemene zin heb ik niet zoveel toe te voegen als het gaat om sportbeleid enz., en het nut van sport en van deze verenigingen op de inbreng van de beide voorgaande sprekers, maar ik denk dat we met z'n allen wel moeten weten over welke bedragen we spreken. Dat vraagt de Partij van de Arbeid aan ons en de heer Krijger draait er een klein beetje omheen heb ik het gevoel, maar misschien ook niet. Ik wil toch wel vanuit de CDA-fractie duidelijk aangeven waar bij ons de grenzen liggen. We hebben nog niet zo lang geleden in de commissie SOW/M gesproken over het bedrag dat we zouden beschikbaar willen stellen aan SO Soest. Toen is concreet genoemd 3,1 miljoen. Dat was naar aanleiding van de inspraak van de heer Smit, de voorzitter van SO Soest. Dat is toen ook commissiebreed, ik kan niet zeggen raadsbreed. maar commissiebreed de lijn geweest. Zo is het ook gevolgd, zo is het ook uitgesproken door mevrouw Huberts van de VVD. Dus het was 3,1 miljoen. Als er nu staat in de motie dat daar 300.000,- bijkomt, dan is dat bij 3,1Als het gaat om de 200.000,- van VVZ dan is dat het bedrag dat bijkomt bij het bedrag van 325.000-. Daarmee kunnen beide verenigingen niet doen wat de plannen zijn, ze kunnen dat niet uitvoeren, dus ze zullen andere creatieve middelen moeten bedenken, en dat kan via extra geld aantrekken of wat dan ook. maar zij zullen iets extra's moeten doen. Wat ons betreft is dit toch wel het maximum. Ik denk dat met deze handreiking, en het is een stevige handreiking van totaal een half miljoen, de verenigingen toch tot een oplossing moeten kunnen komen en hun plannen zouden moeten kunnen uitvoeren. Dus heel concreet, ik wil daar ook niet omheen draaien, het is 3,1 plus drie ton en voor VVZ 325 twee ton. Mevrouw MANN (GL/PS): Voorzitter, we hebben ons steeds een beetje zorgen gemaakt, omdat zeker rond de ontwikkelingen van SO Soest, wij vonden dat zij toch recht hadden op meer geld, gezien de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 200