Raadsvergadering 17 oktober 2001
-19-
heeft het betoog van de heer Ten Hove. die het helemaal precies heeft uitgerekend, toch wel enige indruk
op me gemaakt. Maar ik moet toch eerlijk zeggen, dat alles afwegende, voor mij zijn er een heleboel
verschillende kanten aan de zaak, ik eigenlijk niet met deze lijn zou willen instemmen.
Heer KRIJGER (VVD): Meneer de voorzitter, mag ik nog wat vragen? De heer Roest stopt eerder dan ik
had gedacht
VOORZITTER: Ik dacht wel eens begrepen te hebben dat u dat bevorderlijk vindt voor de goede gang van
zaken.
Heer KRIJGER (VVD): Ja, ja, ja, maar soms denk ik: hé. Ook ik word wel eens verrast. Maar ik zou graag
de heer Roest eens een afweging willen meegeven. Als ik nou zeg dat hij gelijk heeft, en we gaan in
meerderheid zeggen: hij heeft gelijk, dan gebeurt er niks. Dan komt er nog een aantal maanden overleg,
want er moet wat gebeuren, dat is hij ook met mij eens, dus daarin geeft hij mij ook gelijk. Dan zijn we
met de Voorjaarsnota weer verder, en als je kijkt naar de situatie buiten de deur. dan weetje dus dat dat
gelijk hebben, we moeten het anders regelen voor we gaan beslissen, dat dat betekent, dat als wij
vasthouden aan een vast bedrag dat wij hebben neergelegd, dat het volgend jaar weer zoveel duurder is.
En dat is terecht, helemaal gelijk. Alle normen en waarden en regelingen die wij kunnen toepassen,
correct. Alleen wij willen ook proberen in de politiek wat resultaatgericht te werken. En dat vraagt soms
wat lenigheid van geest. Dan zeggen we: u heeft gelijk dat misschien niet helemaal optimaal alle regels
worden toegepast, maar het resultaat telt voor 1000 leden aan de ene kant, 300 leden aan de andere kant,
en die hebben toch wel verwachtingen denk ik dat de politiek ook een handje uitsteekt en ze net dat laatste
zetje geeft om een stukje nog steeds van hun verantwoordelijkheid, in te vullen, het gat dat nog steeds
blijft liggen. Als wij lenig van geest zijn, en die clubs ook, staat er volgend jaar een nieuwe
accommodatie. Dat denk ik moet geprobeerd worden. Misschien heeft u gelijk.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, daarop reagerend, u heeft mijn afweging kunnen zien. Het is misschien
heel makkelijk voor mij in dit geval, ik heb al geconstateerd dat er een raadsmeerderheid is, en het was
misschien heel makkelijk voor mij geweest om te zeggen: ik ga met die motie mee. Dat zal het goed doen
voor een heleboel mensen, en ik heb ook meegewogen datje ze dat laatste zetje wil geven. Ik denk dat het
niet handig is in je beleid, in een duidelijk beleid, ook weer naar andere verenigingen, want daar moet ik
ook aan meewerken, dus u heeft mijn afweging gezien. En ik heb het er zelf ook moeilijk mee, en ik kom
tot deze slotsom. En ik hoop dat u mij die ruimte laat.
VOORZITTER: Dan keer ik weer terug naar het punt waarbij ik bij deze twee onderwerpen ben
begonnen. Dat is bij de heer Ten Hove, namens de PvdA-fractie. Dan ter afronding, want dan gaat de
conclusie getrokken worden.
Heer TEN HOVE (PvdA): Voorzitter, dank u wel. Om bij het laatste te beginnen. De heer Roest vraagt
om een beleid, maar in 1996/1997 is er een rapport in overleg met de sport vastgelegd, het rapport
Basisvoorzieningen, waarin alle wensen die een vereniging heeft of het nou binnen- of buitensport is,
gereglementeerd zijn. Dus dat beleid is er. En waar we nu mee bezig zijn, dat is dat beleid uit te voeren.
SO Soest en VVZ doen een beroep op diezelfde normen en vervolgens proberen wij daar een beetje
afstand van te houden, omdat het meer geld kost dan we hebben voorzien. Dat denk ik moeten we hier
concluderen. Dus ik handhaaf uiteraard mijn motie. Ik heb uiteraard ook al vastgesteld dat er kennelijk
geen meerderheid voor is, maar het effect ervan zal zijn, naar mijn idee, dat we nog langer met de
verenigingen discussiëren, dat dat op zich al weer meer geld kost en datgene wat we denken nu uit te
sparen uiteindelijk toch betaald zal worden.
VOORZITTER: Dank u wel. Dan denk ik dat we toe zijn aan het moment dat we tot een conclusie kunnen
komen. En dat is dat de motie nr. 17. clubaccommodaties SO Soest en VVZ. en ik formuleer het zoals