Raadsvergadering 17 oktober 2001
dat ik sinds ik in deze gemeenteraad ben, ik heb de kerntakendiscussie niet als gemeenteraadslid
meegemaakt, maar ik was toen ook zelfs nog niet in de steunfractie. maar ik volgde het toen wel een
beetje. In 1998 heb ik, toen ik voor het eerst dus hier alleen in deze raad zat, een moment gehad, dat ging
over hele grote leningen, 2.1 miljoen, het bedrag was toen net opgehoogd van iets van 4 miljoen naar 7
miljoen. Toen heb ik voor mijzelf de afweging, het gebouw zou dat kosten, gemaakt van hoe gaan we hier
nu verder. Want iedereen voelde toen dat het faillissement eraan zat te komen. Het is in ieder geval
uitgesproken, ik heb het uitgesproken, het stond in stukken ook en op dat moment was er een moment van
afweging. En dan achteruit kijken van we hebben dit gehad, dit traject. Gaan we verder. Dat is mijn taak
als raadslid, om dan te kijken van gaan wij vooruit? Op dat moment heb ik dus energie in een onderzoek
gestopt om het traject te keren, omdat ik wist: we gaan niet vooruit. Dit gaat geld kosten. Het levert een
krakkemikkig gebouw op, wat het oplevert, hoe dan ook. ik bedoel, we hebben nog niet eens officieel, de
bouw is voor elkaar gekomen, en als ik met mensen praat van dat gebouw, dan gaat dat ongelooflijk veel
geld opleveren, kosten weer. We zijn nu 3 jaar verder. En niet elke keer van een beleidsevaluatie. Ik sta
weer voor een moment. Want in 1998 werd ik vergezeld door een CDA, die had het latje van Lokker, en
nou. er kan nooit meer iets bij, de toegankelijkheid, kan niet meer bij. We gaan nu, en ik blijf het
volhouden, en ik wil het niet in een emotionele sfeer trekken, we gaan er een miljoen bijpassen, die anders
naar de gemeente was gegaan en we geven structureel twee ton, en het is overeenkomstig met 4 miljoen,
daar kan je 4 miljoen voor lenen, dan is het voor mij een gebouw van 12 miljoen geworden en dat is
dus 5 miljoen meer dan de brandweerkazerne, waar we met z'n allen als raad pats boem bovenop hebben
gezeten. Er konden geen gordijntjes meer bijkomen, het was echt niet te geloven. En hier met onze ogen
open hebben we gezegd: we gaan toch die weg in. Mag ik dan na 3 jaar gewoon zeggen van: dit is weer
een moment voor mij. En nu wil ik dan graag een beleidsevaluatie. En dan voel ik mij gesteund door vier
partijen die dat vorig jaar, toen we over de beleidsevaluatie hebben gehad, die dat ook zeiden. En ik heb
wat overwegingen opgenomen. En ben ik dan een beetje teleurgesteld, mevrouw Blommers is
teleurgesteld, dat Gemeentebelangen Groen Soest misschien vanuit een hele andere overweging toen zei:
ja, we willen inderdaad sociale dienst als eerste, maar de bibliotheek moet ook komen. Want dat hebben
ze dus gezegd, en nu vinden ze van niet.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Sorry, maar ik heb net gezegd dat het er wel moet komen, alleen niet
nu. En dat heb ik toen ook gezegd. Dus wat is er nu aan de hand, meneer Roest?
Heer ROEST (D66): Oké ik ga verder. Ik zal het juister zeggen: hij moet komen, maar niet nu. Toen heeft
u dat voorbehoud niet gemaakt in ieder geval. Ik wil juist een beleidsevaluatie om te kunnen voorkomen
datje in de toekomst, als raad, weer dingen misschien niet helemaal goed of beter kan doen. Daar is een
beleidsevaluatiecommissie voor. Dat is de kern van het instrument en daarvoor wil ik het instrument
inzetten. U kunt het met mijn afwegingen en overwegingen niet eens zijn. Maar ik sta er voor 100%
achter. En ik hoop daarmee niet de wethouder te kwetsen. Het gaat er ook niet om om haar in een kwaad
daglicht te stellen. Mijn belangrijke punt zit eigenlijk in deze gemeenteraad hoor, niet bij die wethouder.
Laten we dat eventjes goed vaststellen. Dus misschien dat u daar notitie van wil nemen, en misschien dat
u uw eigen partij kunt overhalen om dat te doen, als u denkt dat het u zou ontlasten zou ik zeggen: vooral
doen, eens met mevrouw Stekelenburg. Dus ziet u het als zodanig. Ik vind dit onderwerp heel moeilijk,
omdat het verder een wethouder betreft die ik in de loop van de tijd dat ik haar heb leren kennen in de
commissie financiën, waarmee ik aardig wegloop, laat ik het zo maar even zeggen. Maar mag ik ook
kritisch zijn op een punt waarvan ik zeg: altijd dit onderwerp is een onderwerp zonder visie, zonder beleid,
pappen en nathouden, slappe knieën, waardoor die raad is ondersteund. Daar ben ik kritisch in. daar wil ik
duidelijk in zijn en dan zal ik duidelijk blijven ook.
Mevrouw MANN (GL/PS): Voorzitter, ik blijf een beetje bij de opmerking die ik gemaakt heb. We
kunnen nu wel dapper gaan zeggen van ach. laten we het nou maar doen. Als mevrouw Blommers graag
wil. kunnen we direct aan de commissie beginnen en het uitzoeken. Maar we weten allemaal, realistisch
gesproken dat het sowieso niet waar te maken is. Het is zo'n ingewikkelde kwestie. Bovendien is het ook