Raadsvergadering 17 oktober 2001
-10-
ik heb er dan niet zo'n last van. Ik kan me best wel voorstellen dat het vervelend is voor een aantal
mensen die het niet zo prettig vinden, maar ja, als ik dit interpreteer zijn de meeste mensen in de straat die
graag die mogelijkheid willen hebben. En dan denk ik ook dat ze die moeten krijgen. Dus wij zijn ook wel
blij met het plan zoals het er nu ligt. Ik wil er ook nog even op wijzen dat elders in de wijk, ook door dit
bestemmingsplan, mogelijk wordt gemaakt dat er ook dakkapellen worden geplaatst. En dan moetje denk
ik ook zeggen: gelijke monniken, gelijke kappen. Dus wij zijn voor dit bestemmingsplan.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, wij waren niet in de commissievergadering, maar bij dit plan was het in
de boezem van onze fractie toch wel een afweging. Want wie zijn wij? Wij hebben natuurlijk ook een
belang, als je het afweegt, wat betreft kwaliteit. De inspreker had het over grotere bouwmassa's en
bezonning. In het algemeen is het zo dat de fractie van D66 altijd voorstander is van een heldere lijn, dat is
eerder aan de orde gekomen, vooral wat betreft beeldkwaliteit en duidelijke plannen. We zijn geneigd in
het algemeen de afdeling Planologie, die heel goed werk doet, hierin te ondersteunen. Toch hebben wij
ons ook achter de oren gekrabd toen we alle zienswijzen hebben gelezen. En toen dachten we: is dit toch
niet te strak geformuleerd? Want per slot van rekening gaat het inderdaad, daar had de heer Van 't Holt
het over, over een draagvlak. Is dit een aanvaardbare aanpassing? De heer Van Bommel heeft bij mij toch
weer een ander element aangedragen. Wij informeren, dat is een vraag aan de wethouder, mensen bij een
nieuw bestemmingsplan, dat er in hun wijk een bestemmingsplan gaat veranderen. Nu is de heer Van
Bommel, die ik in het verleden wel meer in gemeenteraadswerk tegen ben gekomen, die zit wat dichter
tegen de gemeente aan en die volgt dit nauw, je zou zeggen: als wij onze koers wijzigen, dat is dus een
vraag aan de wethouder, van het bestemmingsplan, zou je dan ook niet met de wijk moeten
communiceren? Mijn vraag aan hem: is dat gebeurd, en zo ja, was dat gebeurd, hadden we dan niet een
wat andere zienswijze. Want ik beschouw dit ook als een zienswijze, weer gehoord. Dus ik ben in twijfel
geraakt en mijn lichte voorkeur om eens te zijn met het nu aangepaste voorstel is nu weer omgedraaid
eigenlijk in het idee van: ja, moeten we dat eigenlijk wel doen. Mijn twijfel, ik hoop dat u mijn afweging
kunt zien. is, ik heb me er nog niet over uitgesproken in de commissie, wat dat betreft kan ik het nu doen,
na deze inspraak, maar misschien kunt u die vraag even beantwoorden of alle mensen die nu in die wijk
wonen en zeggen: we vinden het allemaal wel prima zo, of die daar een bezwaar tegen hebben kunnen
indienen.
Mevrouw DUIJM (GL/PS): In de commissievergadering hebben wij ook onze zorgen geuit, zoals ook de
PvdA die had, zo van: er zit ook een doorstromingselement in, er zit een kans in dat het rommelig wordt
als sommige mensen het wel of niet willen, het reaüseren van zo'n dakopbouw. Uiteindeüjk heeft bij ons
de doorslag gegeven dat mensen daar graag willen blijven wonen, dat doorstroming in Soesterberg zelf
voor een heleboel mensen niet haalbaar is en dat de mensen kennelijk genoegen nemen met een mooier,
ruimer huis in een wijk die er misschien wat minder mooi door wordt. Ik kan dan ook wel heer Van
Bommel goed begrijpen, die zegt: ik wil helemaal geen ruimer huis, ik wil gewoon die mooiere wijk. Dat
begrijp ik volkomen. Dat is ook een heel moeilijke afweging voor ons geweest. Maar wij hebben toch die
afweging gemaakt om die dakopbouw toch maar toe te laten staan. Even naar de heer Roest toe, volgens
mij is het zo dat wanneer een bestemmingsplan wordt gewijzigd naar aanleiding van het ontwerp, dat dan
mensen die geen bezwaar hebben kunnen maken omdat ze het eens waren met het ontwerp vervolgens
toch bij GS hun bezwaren kunnen indienen, als ik het wel heb.
Heer ROEST (D66): Even naar mevrouw Duijm toe. wij hebben de goede gewoonte als raad, dat hoeven
wij niet. maar wij informeren bij een nieuw bestemmingsplan alle aanwonenden. Die hebben dus op dat
moment het recht iets in te zien, die gaan uit van een stuk beleid dat er dan ligt. Als er nu een commissie is
geweest op grond waarvan op hele legitieme gronden overigens er een wijziging, voor mensen een
belangrijke wijziging in dat besluit tot stand komt, die geldt toch voor meerdere mensen, zou ik me
kunnen voorstellen dat er dan nog een briefje in brievenbussen komt van: hé let op dames en heren, het is
zo dat we hier toch eigenlijk een andere koers varen. Voorheen veranderde het niet, het was