Raadsvergadering 17 mei 2001 van de informatie door ons onbegeleid naar buiten was gebracht. Dat heb ik aangegeven en in de loop van de dag is namens het college de brief opgesteld en is de reactie gegaan zoals u ervan kennis hebt kunnen nemen. Heer KONING (CDA): Voorzitter, toch nog in het verlengde van mijn vraag, hebt u het gevoelen ge kregen tijdens het gesprek en wellicht na het gesprek dat er sprake is van gestoorde verhoudingen en van schade? VOORZITTER: Ja, wat moet ik daar nou op zeggen, want u spreekt mij erop aan en kijk. ik heb het zo gezegd: aan het onderwerp zit een inhoudelijke component en er zit een stijlcomponent aan. En van die stijl klopt geen fluit. Laat ik het zo maar zeggen. Dat wil ik niet handiger formuleren dan nodig is. Ik zeg gewoon: dat klopte niet. De manier waarop het geformuleerd is en op straat is gekomen, dat is gewoon niet de bedoeling geweest en daarom heb ik daarover de verontschuldiging aangeboden en die stijlcomponent heeft natuurlijk bij de medewerkers en bij de directie van de RMN tot een schrikreac tie geleid, maar daarom hebben we ook gereageerd en dat is niet misselijk. Dat is ook niet iets wat elke dag gebeurt van de zijde van het college als er iets gebeurt zoals het gebeurd is, dat gewoon gezegd is wat die stijl betreft echt voor 100% oprecht, dat woord heb ik ook gebruikt in het gesprek, veront schuldiging voor datgene wat gebeurd is. Aan de andere kant heb je de inhoudelijke component, daar hebben wij gewoon zakelijk een aantal vragen gesteld, dat is ook niet ongebruikelijk, het is een bedrijf in ontwikkeling en oprichting, het eerste jaar zit erop, de rapportages moeten natuurlijk nog de vorm krijgen waar je van beide kanten je erin kan vinden en in die zin is het dan ook zo dat we daar vragen over stellen en dat daar in de loop van de tijd antwoorden op moeten komen en dan moeten we ook de vragen stellen, hebben we gezegd, en dan ben ik weer terug bij de stijl: je stelt dan de vragen zonder dat het antwoord daarin besloten ligt, want dat is niet de goede vraagstelling. Die hoor je zakelijk te stellen en dan pas in discussie te hebben als de antwoorden er zijn. Nou heb ik eigenlijk veel meer meegenomen en willen beantwoorden dan ik eigenlijk had willen beantwoorden, want laten we zeg gen, daar hebben we ook de verdeling van het werk voor in het college, maar omdat u mij daar direct op aanspreekt, heb ik daar gewoon op deze manier toch antwoord op willen geven en daarbij spreek ik gewoon namens B&W. Heer KONING (CDA): Ja maar voorzitter, zijn die excuses aanvaard? Het gaat mij even om het einde van het gesprek. Is dat in goede verstandhouding gegaan. Is men in goede verstandhouding uit elkaar gegaan of is er wat blijven hangen? VOORZITTER.' Dat is absoluut in goede verhoudingen gegaan, maar dat neemt niet weg dat het ge woon vervelend is wat er gebeurd is en dan moetje de tijd ook even zijn goede werk laten doen. Dan moet de toekomst dus bewijzen dat dat op de een of andere manier weggroeit. Laat ik het zo maar formuleren. Wethouder WITTE: Voorzitter, ik heb eigenlijk weinig toe te voegen aan wat u reeds gezegd heeft. Ik zou enkel nog wel even richting de PvdA willen zeggen dat ik hoor dat er wel met iedereen contact is opgenomen, maar dat ik hier ook de hele week op het gemeentehuis heb gelopen en ik op geen enkele manier gemerkt heb dat men contact heeft gezocht om onze kant van het verhaal te horen en wij hebben er vanmiddag over gesproken, u heeft dat ook niet gemerkt en geen van de andere collega's heeft dat gemerkt en dan denk ik toch dat als je dan zoiets wil aankaarten, dat het verstandig is om ook het college te horen van tevoren van wat die zegt. Voor de rest zou ik willen zeggen dat we kennis nemen van de opmerkingen die hier in de commissie zijn gemaakt en dat we gewoon op een goede manier verder willen met RMN. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, mag ik nog één laatste opmerking maken? Ik voel me niet altijd geroepen om het college te benaderen. Wij hebben procedures daarvoor, je kunt schriftelijke vragen stellen, je kunt het vragenhalfuurtje gebruiken, dat hebben wij gedaan. We hebben contact opgenomen bijvoorbeeld met onze collega's in Zeist, want die hadden natuurlijk ook de krant gelezen, of laat ik het andersom zeggen: zij met ons. En dan vind ik dat een goede manier om met elkaar te communiceren op deze manier. U heeft duidelijk afstand genomen van het probleem wat er

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 66