Raadsvergadering 18 april 2002
- 17-
u waarnam in de commissie, was daar een voorstander van. U moet de notulen er nog maar eens op
nalezen, dan zult u het terugvinden.Voorzitter, dat wat betreft dat plan hier aan de overkant.
Ja, er werd al gezegd dat ik erg veel dingen naar voren had gebracht die naar onze overtuiging
prioriteit behoeven de komende periode. Er staan natuurlijk op de planningskalender ook dingen die
wat verder weg in de tijd staan. Je kunt niet alles tegelijkertijd doen. Maar ik wil op één ding wel
terugkomen. De kritiek dat er te weinig over milieu en landschap zou staan. U heeft de
planningskalender net gekregen. U heeft gezien dat in het tweede kwartaal van 2003 het Gemeentelijk
Duurzaamheidsplan weer opnieuw zal worden opgezet of bijgesteld naar de inzichten van dit moment.
En natuurlijk ook punt 29, zoals dat in het raadsprogramma staat en wat in feite slaat op de
ontwikkelingsschets van het Soesterveen, zal binnen niet al te lange tijd toch ook aan u voorgelegd
worden. Het is in februari aan de orde geweest voor belanghebbenden en omwonenden. En op dit
moment bekijken we in welke commissie, of dat in juni zal zijn of na de vakantie, die
ontwikkelingsschets ook aan u zal worden voorgelegd. Ik kan nog melden dat het waterplan in het
tweede kwartaal 2003, dus ik denk dat ondanks dat in de regeringsverklaring dan niet veel stond over
milieu, dat dat toch absoluut aandacht in de komende periode krijgt.
Dan de kritiek op cultuur, die ik van meerdere kanten heb gehoord. Ja, dat ligt ook natuurlijk een
beetje aan het raadsprogramma dat er ligt. Want ik heb met moeite één punt gevonden, punt 27 in het
raadsprogramma, dat het over cultuur expliciet heeft. En op zich is dat niet zo gek, want ik denk dat
mijn benadering van cultuur ook heel veel integrale benadering zal zijn. Zo zijn we bezig met het
breed-educatief centrum om dat een kunstmagneet-concept te geven. Waarbij dus heel uitdrukkelijk
kunst aan de orde komt. Dus ook op dat gebied gebeuren er toch wel dingen waarvan ik denk dat de
cultuur in Soest wordt bevorderd. Ik heb vanmorgen een gesprek gehad met de voorzitter van de
Cultuurprijs van Soest, die mij nog een cadeautje gaf wat de vorige wethouder hem ooit gevraagd had.
Geef nou eens aan wat met bestaande accommodaties in Soest voor voorstellingen aan de hand is, en
laat ons eens weten van hoe dat dan geoptimaliseerd zou kunnen worden. Dat heb ik vanmorgen
ontvangen, en ik zal dat niet jaren in de kast laten liggen. Maar we zullen kijken of we daar ook iets
mee kunnen. Dus de kritiek dat cultuur niet in de regeringsverklaring, zoals dat netjes werd gezegd,
stond, heeft niets te maken met dat het college er geen belang aan hecht. Neen, ik denk dat dit college
ook in de komende 4 jaar op cultuur een aantal stappen vooruit zal kunnen zetten. Dank u wel.
Wethouder KRIJGER: Voorzitter, allereerst ben ik blij met alle positieve opmerkingen. Ten tweede
ben ik blij met kritische opmerkingen, kanttekeningen die mij stimuleren. Althans, een deel van die
opmerkingen, want niet elk deel zal ik mij eigen willen maken. Dat is ook duidelijkheid, helderheid.
Duaal geeft aan: wat doe je, wat wil je binnen de rol waar je verantwoordelijk voor bent. Ik zal op een
aantal dingen reageren. De suggestie van de heer Roest om het eens wat diepgaander te bespreken in
de commissies, lijkt mij ook een hele goede, omdat je daar ook wat meer kunt uitleggen dan nu. Wij
moeten reageren, vier mensen op acht fracties, in minder dan 10 minuten, zonder schorsing. Dat doen
wij dus nu ook.
Allereerst met betrekking tot financiële zaken. Natuurlijk wordt erop gereageerd en ik ben blij dat er
gereageerd is. Want dan kan ik het meer uitleggen en ook aangeven. Maar een discussie binnen
commissie financiën en natuurlijk ook wel met medewerkers die ermee bezig zijn, en als men wil,
onder leiding van de commissie een gesprekje met portefeuillehouders, hoe het zal gaan met financiën.
Ik heb maar geprobeerd een soort locale Zalm-norm te verwoorden: van alles wat overblijft mag je
niet zelf even wat uitgeven, dat gaat terug naar algemene middelen. Ja, zeggen sommigen, dat was
toch altijd zo. Ja, misschien wel. Ik wil het nu vastleggen dat wij dat zo willen gaan doen.
Het tweede, het nieuwe woord, want zo reageert men, onderschrijding,. Dan zeg ik: nou, dat is
prachtig. Als men er dus in slaagt om het efficiënter te doen dan men had gedacht, willen wij de
efficiency gebruiken om het te kunnen inzetten na een heroverweging voor een nieuwe zaak. Als wij
heel moeizaam vaak kunnen komen tot een overzicht voor nieuw beleid, en je kunt bepaalde zaken
goedkoper met meer efficiency realiseren, moetje de overblijvende zaken, de restanten, betrekken bij
een heroverweging: kunnen wij dan toch niet wat meer nieuws doen. Als we toch nog geld tekort
komen, en dat zal best, dan lijkt het mij dat in het spel waarin wij nog niet helemaal klaar zijn hoe dat
moet, de raad kan zeggen: wij gaan daarop bezuinigen, want de raad stelt middelen ter beschikking
voor omschreven programmapunten, beleidsdoeleinden. Als u zegt: we geven geen geld daarvoor,
maar wat minder, dat is het recht van de raad, budgetrecht, dan moetje toch gaan praten: waar kun je