Raadsvergadering 18 april 2002
-24-
wethouder dat ook het bestuur van de betreffende school enthousiast is bij vernieuwing van de
plannen, en dat het realiseren daarvan alleen maar kan zijn als de nieuwe plaats van de school ook
werkelijk het enthousiasme van het bestuur van de school houdt.
Wethouder KROL: Dat bestuur van de school zat al een beetje te schuiven, naast me, want het is een
openbare school en dat zijn we natuurlijk zelf, in dat opzicht. In ieder geval de wethouder van
onderwijs dacht dat. Goed, dat even in algemene zin. Het is natuurlijk met de leidinggevenden van de
school daar wel besproken. Op het risico af dat we een aantal dingen die we in de
commissievergadering tegen elkaar gezegd hebben, herhalen, is het van belang dat we inderdaad één
ding constateren. A. We hebben onderzoek gedaan en dat onderzoek heeft zich vooral gericht op de
haalbaarheid van de herontwikkeling van het Dorpsplein. En de conclusie van dat onderzoek was: het
kan mits u de bereidheid hebt om een alternatieve locatie voor de school te vinden. Dan kunnen we
twee dingen doen: we zijn bereid om dat serieus te onderzoeken, dan gaan we verder. Of we zeggen
hier vanavond: dat zijn we niet, dan houden we ermee op. Zo hard moetje het zeggen. Want op het
moment dat wij met elkaar een onderzoek doen en we constateren dat het op z'n minst noodzakelijk is
om creatief naar een andere locatie te zoeken, dan moeten we dat in ieder geval serieus nemen. Net zo
serieus neem ik alle suggesties om te kijken of je het plangebied kan vergroten, en of vergroting van
het plangebied mogelijkerwijs leidt tot een mogelijk wel-verblijven van de school in dit gebied. Maar
dat is nieuw ingebracht. Zo zijn we de eerste fase van het onderzoek niet ingegaan. En ik vind dat wil
je recht doen aan het geld datje daaraan hebt uitgegeven, en de conclusies die er uit dat onderzoek
komen, dat we moeten beginnen met te kijken of dat inderdaad kan. Wat zullen we dus doen? We
zullen serieus gaan zoeken naar mogelijkheden om A. het plangebied anders in te richten, zoals de
fractie van Gemeentebelangen Groen Soest heeft aangegeven, en we zullen serieus nadenken over een
andere locatie voor de school. Op het moment dat daar onmogelijkheden ontstaan, moeten we terug.
Dan moeten we hier terugkomen met de mededeling: er zijn onmogelijkheden ontstaan in A. het
verbreden van het plangebied, of er zijn onmogelijkheden ontstaan in verplaatsing, uitplaatsing van de
school in dat gebied. Als je daar tegenaan loopt, in de loop van dit proces, moetje op enig moment een
soort tussenbesluit, ik geloof dat de fractie van D66 dat zo genoemd heeft, kunnen nemen en zeggen:
dat stukje onderzoek hebben we gedaan, we lopen nu tegen een onmogelijkheid aan, overleg met de
raad dan wel raadscommissie of het verstandig is op deze wijze door te gaan. U moet een krediet in
deze vorm ook niet zien als de noodzakelijkheid om het geld allemaal uit te geven, maar om het
college de middelen te geven om het onderzoek te doen. En op het moment dat het daar tegen hobbels
aanloopt, dat ook aan te geven. Hetzelfde geldt voor het Dorpshuis. Het college heeft keer op keer, in
ieder geval ook in oude samenstellingen in de oude raad, aangegeven dat de functies die in het
Dorpshuis zitten, bibliotheek, ontmoetingsruimte, toneel, van vitaal belang zijn voor Soesterberg.
Maar daarmee is het gebouw, en positie van dit gebouw, niet van vitaal belang voor de ontwikkeling
van dit Dorpsplein. Want je kunt dat best op een andere manier organiseren, op een andere manier
neerzetten, op andere plekken in Soesterberg organiseren, die misschien wel veel en veel logischer
zijn. En daarmee moeten we dus ook helder hebben dat het Dorpshuis als gebouw niet per definitie
moet blijven staan, maar dat er functies in zitten die het hele gemeentebestuur, en ik mag ook
aannemen de hele gemeenteraad van Soest, van vitaal belang vinden voor de herontwikkeling van
Soesterberg. Ik denk, voorzitter, dat ik daarmee een zo kort mogelijk antwoord heb gegeven op alle
vragen die er door de fracties gesteld zijn.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, met de uitleg van de wethouder die erop neerkomt dat er eigenlijk een
soort verschotting in het krediet zit, zodat hij in eerste instantie ook gaat zoeken: hoe zit het met de
verbreding plangebied en verplaatsing van de school, daar kan ik mee uitkomen. Dus onder
voorwaarden kunnen wij dus instemmen met het krediet.
VOORZITTER: Dat is mooi. Dan kan de conclusie zijn dat de raad unaniem instemt met het voorstel.
Het voorstel (RV 02-32) wordt unaniem aangenomen, met de kanttekening dat de heer Nijhoff geacht
wil worden niet aan de beraadslaging en besluitvorming te hebben deelgenomen.