Raadsvergadering 4 juli 2002
-4-
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Mijn fractie was even bang dat we miljoenen kwijt waren, of zo,
maar gelukkig blijkt dat toch nog, zeker op het totaal van het volume van de begroting nogal mee te
vallen.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Voorzitter, ik zal het kort houden, maar ik vind het natuurlijk
waanzinnig als je durft te zeggen: het valt wel mee, als een budget met 60% overschreden wordt. Maar
dat kan de opvatting van Gemeentebelangen Groen Soest zijn, het is niet de opvatting van Soest 2002.
Wij gaan zorgvuldiger met het geld van de burger om.
Heer ROEST (D66): Ja, wat de rollen van de verschillende fracties toch kunnen wijzigen eigenlijk.
Voorzitter, ik zou niet teveel willen zeggen. Ik wil me eigenlijk aansluiten bij de heer Van der Torre
dat ook naar mijn inzicht het financieel beeld ogenschijnlijk heel gunstig is na de mei-circulaire, maar
dat de plannen die dus nu zijn gepresenteerd door de regering, die effect hebben voor het
gemeentefonds, omdat er wat minder economische groei is, die ook effect hebben voor de OZB, en we
weten niet hoe dat voor Soest zal uitpakken, ook bezuinigingen introduceren die waarschijnlijk weer
gedecentraliseerd worden. Voorzichtigheid, daar wil ik me bij aansluiten. Een zorgvuldig
begrotingsbeleid is in deze situatie toch gewenst.
Mevrouw MANN (GL): Voorzitter, ik wilde me eigenlijk ook aansluiten bij de opmerkingen die door
de andere partijen gemaakt zijn, door Soest 2002 en door de VVD. Ik ben het helemaal niet eens met
de opmerking van de heer Van Wuijckhuijse dat we het hier over peanuts hebben. Ook ik heb me
enorm gestoord bij het hele makkelijke terugdraaien van 650.000,- voor een sportpark, dan hebben
we het over Euro hè, en het kan dan plotseling richting 450.000,-. Dat heeft bij mij ook geen
vertrouwen gewekt. Dus ik vind dit terechte opmerkingen. En door het feit dat het in Den Haag er niet
bepaald royaal aan toegaat, wat ik vandaag allemaal zo beluisterd heb, denk ik ook dat we heel erg
voorzichtig moeten zijn en dat het volgend jaar wel eens niet mooi weer zou kunnen zijn met de
financiën.
Mag ik ook wat vragen stellen over het beleid, wat daarachter is, de voortgang van de
beleidsvoornemens. Daar hadden wij toch achteraf nog een paar vragen. Even aan de voorzitter: is er
duidelijkheid te geven over de nota lokaal volksgezondheidsbeleid, want waardoor is die vertraging
ontstaan en wanneer wordt hij dan wél aangeboden? Ook het fietsbeleidsplan, naar de wethouder toe,
was uitgesteld tot mei 2002. Wanneer wordt dat wél geschreven? En voor de rest hebben we nog iets
van: het college heeft afgezien van een welzijnsbeleidsplan. Waarom eigenlijk? Vroeger had men het
plan 'welzijn zal ons een zorg zijn', dat werd zelfs in samenwerking met de commissies samengesteld.
We vonden het eigenlijk wel een mooi voorbeeld van bestuurlijke vernieuwing. Misschien kan u hier
ook nog even op reageren?
Heer BERVOETS (PvdA): Voorzitter, ten aanzien van de begrotingswijziging is het dus toch een
beetje Jantje huilt Jantje lacht. Dus eigenlijk wel goed om te constateren dat er wijzigingen zijn, maar
net als de heer Van der Torre wil ik het bestuur ervoor waarschuwen dat we niet gaan blindvaren,
routineus gaan blindvaren op die wolken die op een gegeven moment toch wel weer verdwijnen voor
de zon, dus laten we dat zeker niet gaan doen. Dan had ik ook, eigenlijk een beetje in aansluiting op
Groen Links, over het algemeen genomen mag u eigenlijk ervan uitgaan dat de PvdA zich kan vinden
in het tussentijdsbericht, maar ook over het welzijnsbeleid, en ik meen dat daar in de commissie SOW
ook het nodige door de portefeuillehouder over is gezegd, hebben wij toch wel wat moeite met de
argumentatie waarom er geen nieuw welzijnsplan wordt opgesteld. En kijk, met papier stuur je ook
weer niet de wereld aan, dus het is, ja, je moet natuurlijk goed nadenken over: wat is praktisch. Even
vanuit een pragmatische optiek. En dan denken wij dat we hoe dan ook wel of geen welzijnsplan
moeten voorkomen dat het welzijnsbeleid te zeer gaat versplinteren, en we wel een modus, laat ik het
zo maar noemen, moeten zien te vinden, zodat de verschillende welzijnsinstanties hier in Soest met
elkaar geregeld om de tafel zitten, zodat er dus wel een samenhangend beleid blijft. En ons voorstel
zou dan zijn om een jaarlijkse welzijnsconferentie te houden. Dat zou daar misschien wel eens bij
kunnen helpen. Tot zover.