4- Raadsvergadering 4 juli 2002 Heer KONING (CDA): Voorzitter, ik sluit mij in algemene zin aan bij de inbreng van de VVD, dat onderschrijven wij van harte. Ik heb nog een vraag voortkomend uit de reactiebrief van het college met betrekking tot de bezwaarschriften WOZ. Er wordt een duidelijke opsomming gegeven van de stand van zaken. Dat is klip en klaar. Wat ons verbaasde is eigenlijk dat de retour ontvangen reacties van het taxatiebureau, 111 stuks, dat die nog op afhandeling wachten. Dat vinden wij wat aan de forse kant. En bovendien begrijpen wij niet helemaal goed in welke opsomming de 60 beroepszaken terug te vinden zijn. Dus 175 is ons duidelijk, de opsplitsing daarvan ook, maar waar vind ik die 60 beroepszaken terug? Dank u wel voorzitter. Heer VAN DEN DEIJSSEL (GGS): Voorzitter, één van mijn vragen is al gesteld door de heer Koning. Wij hadden ook een vraag uitgezet inzake de wervings- en selectiekosten bij P&O, met in zicht het aantal vacatures. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, de algemene opmerkingen met betrekking tot het financiële beeld zijn al gemaakt. Ten aanzien van de begrotingsdiscipline zult u zich misschien wel kunnen herinneren dat mijn fractie geregeld ervoor heeft gepleit om goed te begroten en ook ervoor te zorgen dat datgene wat je uitgeeft, maar ook binnenhaalt, dat dat aansluit bij datgene wat je je in de begroting hebt voorgenomen. Als je dan ziet dat er door een jaar heen allerlei wijzigingen op zo'n begroting plaatsvinden, om verschillende redenen, dan is dat op zich een gegeven. Aan de andere kant is dat iets waar je heel kritisch naar moet kijken. In die zin begreep ik de heer Middelkoop. Alleen de zware woorden die hij gebruikte, en dat was op een gegeven moment de reden om te reageren, die deden ons toch wel afvragen: nou. waar moet dat hele grote verschil dat hij blijkbaar heeft gevonden, dan zitten? En als ik nou zo door dat tussentijdsbericht kijk, dan zie ik dat er kredieten worden afgesloten voorwaar ook niet de minste, waar het echt gaat om honderden Euro's, of een paar duizend Euro op bedragen die soms in de miljoenen hebben gelopen. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Voorzitter, bij interruptie. We hebben hier niet de hele begroting behandeld. We praten over een paar posten en daar constateren we dit al bij. Dan moetje niet gaan veralgemeniseren, alsof dit op de totale begroting van 70 miljoen van toepassing is. Beslist niet, meneer van Wuijckhuijse. Gaat u verder als het mag van de voorzitter. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Het punt was een beetje dat juist in de opmerkingen die Soest 2002 maakte, wel veralgemeniseerd werd. En dat was de reden waarom mijn fractie heeft gevraagd om te verbijzonderen en nou ja, zoals al eerder gezegd, ons komt het voor dat er goed begroot moet worden, maar komen de verschillen zoals die nu optreden, ook niet als exorbitant voor. :n W Wethouder KRIJGER: Voorzitter, allereerst, laat ik wel namens het college spreken, dat datgene wat is opgemerkt over begrotingsdiscipline, en dat wij niet gewend mogen raken aan een wisselend beeldtype zoals de heer Van der Torre en na hem anderen hebben gezegd, elk jaar weer krijgen, want bij de laatste commissiebehandeling financiën is aangegeven dat we het pessimistisch gaan inzien, en dat het niet zo zal blijven. Ik weet, dat is vaker gezegd, maar het is nu echt zover, denken wij. Als wij kijken richting Den Haag en kijken naar de economische ontwikkelingen die meestal voor een heel groot deel bepalen wat de ruimte is, moeten we ervan uitgaan dat het voorlopig wel over is met dat mooie weer. Dat wil ook zeggen dat de begrotingsdiscipline zoals door een aantal mensen naar voren is gebracht, hoog in het vaandel staat. En dat kan betekenen: heel krap begroten, dat is de gewoonte geweest, zoals ik heb aangetroffen. Dat wil niet zeggen dat je het te makkelijk mag doen. Want als je het te makkelijk zou doen, dan krijg je gegarandeerd vanuit de raad opmerkingen over de posten die wij hebben verantwoord, en dat zijn ze allemaal, die staan in het tussentijdsbericht, dat op die posten overschrijdingen zijn geweest van 60-80%. Dat klopt op die posten, als je van 10.000 naar 16.000 gaat van 60 miljoen, dan heb je dus inderdaad op die post een overschrijding van 60-70%. Toch is het goed om te kijken wat een verklaring kan zijn voor die posten. En dat is vooral bij werving en selectie en jubilea en afscheid. Wij hebben een personeelsbestand, voor een deel is dat terecht vergrijsd. Daar maken we zolang mogelijk gebruik van die ervaring, maar men heeft, en dat zijn een aantal belangrijke elementen, de mogelijkheid om zelf te bepalen dat men zegt: ik wil nu gebruik maken van FPU. Dus een aantal jaren staat een aantal mensen op een lijst, personeelslijst, en die mogen zelf ir

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 162