1
Raadsvergadering 4 juli 2002 - 15 -
fabriekje en dat was zo klein, overgangsrecht, oh ja. dan mag het ook zo groot worden. Waar bent u
mee bezig in juridische zin? Realiseert u zich wel dat u volkomen op vage verklaringen juridische
ruimtelijke maatregelen neemt die gewoon niet kunnen. Dit is gewoon, ik sta er echt versteld van. Het
is niet zo dat als je een kleine activiteit had van een bepaalde soort, dan je dan vervolgens via een
overgangsrecht een grote activiteit van een andere soort krijgt. Goed, ik hoor, de stemmen zijn geteld,
en dan moet u dat doen, dan moet u dat vooral doen, maar mijn achting heeft u niet. Dat moet ik
zeggen.
VOORZITTER: Meneer van Arkel, tot zover uw reactie in tweede en laatste termijn. Zijn er leden van
de zijde van de raad die het woord wensen te voeren in tweede termijn?
Heer ROEST (D66): Voorzitter, even reagerend op de heer Van Arkel. Het argument van de
wethouder dat er planschade zou ontstaan voor de gemeente als we het anders zouden doen, dan kun je
dus ook het spiegelbeeld krijgen, planschade. Een bestemmingsplan zijn ook rechten van
omwonenden, dus als de heer Van Arkel vindt dat hij planschade lijdt, dan is voor hem de weg vrij, ik
hoop die bevestiging van de wethouder te krijgen om in ieder geval ook een procedure aan te spannen.
VOORZITTER: Zijn er andere opmerkingen of vragen in tweede termijn? Neen? Dan ga ik naar
wethouder Krol.
Wethouder KROL: Je moet altijd voorzichtig zijn om in het publieke debat aan te geven hoe
realistisch planschade is, of niet. Ik kan daar alleen een formeel antwoord op geven, voorzitter. Dat als
je nu niet, maar als de wijzigingsbevoegdheid zoals die hier is opgenomen, benut wordt, dan zal er met
de eigenaar-exploitant van dat perceel een planschade-overeenkomst worden afgesloten, zodat als er
zich planschade voordoet, zich dat op het bord van de betreffende eigenaar-exploitant aantreft. Dat is
één. Dat is niet het geval trouwens, wat er gesuggereerd wordt. Laat ik dat ook maar tegelijk
toelichten. Op het moment dat hier, en dat is een standaardprocedure, een omwonende meent dat door
planologische wijzigingen er zich planschade voordoet, een beroep dus doet op art. 49 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening, dan komt dat hier. En dan stuurt de gemeentelijke overheid dat verzoek, als
ze van mening is dat dat een realistisch verzoek is, want u wijst het ook wel eens af in uw
vergaderingen, over het algemeen aan de SAOZ in Rotterdam, die vervolgens beoordeelt of er sprake
is van planschade ja dan nee. Als het antwoord daar op is: ja, dan komt het hier terug en dan wordt de
betreffende financiële afwikkeling op het bordje gelegd van degene met wie de planschade-
overeenkomst is afgewikkeld. Zo is de normale procedure van een planschade-overeenkomst zoals die
werkt volgens art. 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
VOORZITTER: Meneer van Arkel, ik wil u echt vragen te zwijgen op dit punt. Nee, dan schors ik de
vergadering. Ik schors voor een moment de vergadering.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. De tweede termijn is daarmee afgerond. Ik zou dus in
concluderende zin ook tot afronding willen komen. Kan de conclusie zijn dat de raad instemt met dit
voorstel, met in achtname van de kanttekening dat de fractie van Groen Links wordt geacht te hebben
tegengestemd.
Het voorstel (RV 02-53) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen met de kanttekening dat de
fractie van GL geacht wordt te hebben tegengestemd.
9. Planschade
10. Planschade
11. Uitvoeringskrediet verkeersveiliger maken kruispunt Albert Cuyplaan/Dalweg