Raadsvergadering 4 juli 2002
-18-
Mevrouw KOOMEN (GGS): Ik wil eigenlijk graag één opmerking maken. Ik vind het jammer dat we
nu met z'n allen de hele commissievergadering eigenlijk weer opnieuw zitten te doen. Ik wil wel graag
herhalen wat ik daar ook gezegd heb, ik vind het namelijk een herhaling van feiten die nu gebeurd is.
Wij vinden het prima dat er een eerste stap genomen is. Wij hadden liever gezien dat er concrete
stappen waren genomen en we verwachten op basis van de brede steun die de onderwijswereld hieraan
geeft, dat we volgend jaar hier vast conretere resultaten zullen zien. Dank u.
Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, bij het doorlezen van dit stuk, en misschien herhaal ik nu
ook wat mijn fractieassistent in de commissie heeft gezegd, vinden we dit een wat wollig verhaal, wat
weinig concreet, en we hebben eigenlijk weinig vertrouwen dat er in 2006 een stuk ligt dat werkelijk
lokaal onderwijsbeleid is. Ik denk dat we een proces ingaan waarin vooral schoolleiders met elkaar aan
het woord zijn, die dan een proces van samenwerking ingaan met besturen wat ze eigenlijk al lang
hadden moeten doen, tot een goede afstemming. Wat er nu ligt is een doelstelling tot lokaal
onderwijsbeleid waar een aantal elementen voor visie wordt genoemd waarvan nu al verschillende
besturen zeggen: die visie, alleen al bij die elementen van die visie zetten we kanttekeningen. Ik aarzel
of de aanpak die wordt voorgestaan werkelijk leidt tot een lokaal onderwijsbeleid.
Een tweede punt: het budget van 13.000,- per jaar. Ik denk dat het op zich prima is dat dat geld
voorlopig maar gestald wordt hier op het gemeentehuis en dat er voorstellen moeten komen om dat te
besteden. Het hoeft van ons niet op en ik weet ook niet wat voor criteria er gelden om werkelijk van
dit budget gebruik te maken. En ik vind het, en ik hoop werkelijk dat er in de loop van de tijd,
tussentijds steeds gerapporteerd gaat worden, van welke kant het nu precies uitgaat. Op dit moment
heb ik daar weinig ideeën van.
Heer NIJHOFF (Soest 2002): Ik ga dus niet herhalen wat ik in de commissie gezegd heb. Wij gaan
akkoord met dit voorstel.
Wethouder WITTE: Voorzitter, inderdaad, er worden hier een aantal opmerkingen gemaakt die ook in
de commissie zijn gemaakt en ja, ik denk dat ik toch weinig anders kan doen dan de antwoorden van
de wethouder in ieder geval enigszins consistent te houden en niet iets anders te gaan vertellen dan wat
ik daar heb verteld. Veel fracties hebben het over het gemis aan concrete zaken. Daar hebben we het
uitgebreid in de commissie over gehad. Ook het college had liever concrete zaken gezien, maar gelet
op de situatie in Soest, waarbij we een bepaalde geschiedenis hebben met de verschillende
denominaties, denkt u nog maar eens even aan september 2000 toen we als college het voorstel deden
om drie locaties van het openbaar onderwijs te sluiten, en wat dat voor gevolgen had voor de
verhoudingen met het bijzonder onderwijs. Ja, dat zijn traumatische gebeurtenissen in de geschiedenis
die ervoor zorgen datje op een andere manier met elkaar moet omgaan, dan datje zou doen wanneer
er een vertrouwensbasis is tussen de verschillende partijen. Het plan is interactief tot stand gekomen.
Besturen hebben daar een voortouw in genomen en ja, sommigen zeggen hier: wij zouden kaders
moeten stellen als politiek. Ik kan u vertellen dat als ik in het besturenoverleg zoiets zeg, dat ze
zeggen: ja, die kaders kennen wij. Zou het misschien mogelijk zijn dat wij vanuit onze deskundigheid
als degenen die in Soest het onderwijs moeten leveren, dat wij ons daar eens over zouden buigen,
binnen dan de ruimere kaders van dat we zeggen van: scholen moeten een maatschappelijke functie
hebben, naast kennis en cultuur. En als de heer Roest dan vertelt van: streven naar gemengde scholen,
ja als u echt, ik snap dat niet van een D66 die zo hamert op interactiviteit, ik snap echt niet wat u mij
wil vragen. Want dat betekent gewoon dat ik op de oude voet ga zeggen van: de politiek wil het zo,
dus we doen het zo. En zo werkt het nou eenmaal niet. Je kunt niemand dwingen. En we zouden
eigenlijk blij moeten zijn dat we deze notitie hebben, waarin een horizon geschetst wordt, met een
aantal zaken waar het wel degelijk concreet kan worden. En ik denk dat wat dat betreft, als ik ook
weer hoor van aan de andere kant men heel positief wil doen naar het Soester onderwijs, dan denk ik
dat het beter is als de politiek even op dit moment een wat minder grote broek aantrekt, dan watje
wellicht zou kunnen doen op het moment dat je wel een goede basis hebt om met elkaar te praten. Het
college denkt dat dit stuk, dat weliswaar nog niet concreet is, maar heel veel belofte in zich houdt om
tot een goed en concreet plan te komen op alle mogelijke punten, ook als we het hebben over
segregatie en integratie. Alleen ik denk dat het onverstandig is om daar als politiek, als college,
dwingend op te leggen aan scholen van: zo moet het en zo willen we het. Want in het verleden, en in