Raadsvergadering 12 september 2002
- 16-
Weegbreestraat werd niet meer gebasketbald, dat kon niet, maar ook in de Valeriaanstraat werd niet
gebasketbald. Hoe komt u er dan bij dat die behoefte zo groot is aan dat basketbalveld.
Heer VAN DEN DEIJSSEL (GGS): Voorzitter, die veronderstelling van de heer Koelewijn
Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Dat is een constatering.
Heer VAN DEN DEIJSSEL (GGS): Nou ja, ik heb een andere constatering.
VOORZITTER: Ik stel voor dat we niet op deze wijze met elkaar in discussie gaan. De heer
Koelewijn heeft een interruptie geplaatst en de heer Witte reageert daar op.
Wethouder WITTE: Voorzitter, misschien zijn er jongelui die op dat moment, het is in de vakantietijd
dat de twee plekken gewijzigd zijn, op vakantie waren. Het zijn normale jongelui die naar school gaan
dan wel werken. En waarom die deze afgelopen tijd daar geen gebruik van hebben gemaakt, daar moet
ik het antwoord op schuldig blijven. Ze zijn ook niet aangetroffen door de jeugdwerker en de politie
op die punten. Ja, ik kan ze natuurlijk ook moeilijk gaan sturen. Wat dat betreft: hij is niet gebruikt,
maar als u naar het ontwerp kijkt van dit plan, dan kun je er natuurlijk van uitgaan dat dit parkje ook
bezocht zal worden. En het is ook zo: wanneer wij denken aan de jongeren waar wij het hier over
hebben, dat die allemaal precies in hun eigen buurt en altijd op dezelfde plek elkaar ontmoeten, dan
blijkt uit ervaring dat dat niet zo is. Jongeren gaan ook wel eens in andere buurten op bezoek bij
andere vrienden die daar wonen. En ook de groepen die wij vinden daar blijkt uit dat de samenstelling
vaak heel divers is uit Overhees, Smitsveen en soms uit hele andere wijken in Soest. Wat dat betreft
kun je niet zeggen dat de groepen allemaal precies van dezelfde plek komen. Ik zit te kijken of ik nog
ergens op moet reageren.
VOORZITTER: Kijk rustig verder, dan geef ik nu het woord aan wethouder Krol.
Wethouder KROL: Voorzitter, een aantal van de raadsleden heeft zich inderdaad zorgen gemaakt over
de besteding van de ISV-gelden. Dat deed zich al voor tijdens de commissievergadering. Ik denk dat
we mede daarom nog even hebben aangegeven hoe we ook met de Provincie zijn omgegaan in het
kader van de ISV. We hebben heel bewust tegen de Provinciale overheid gezegd: we zijn hier met een
project bezig dat in onze optiek een ISV-relatie heeft. Zoudt u daar niet nog extra middelen voor
beschikbaar willen stellen. En het college van Gedeputeerde Staten, u weet, die gaat over de
doorsluizing van stedelijke vernieuwingsgelden, gaf ons per brief aan: dit vinden wij nou bij uitstek
een project, het ging over dit project, wat u moet betalen uit die ISV-middelen die u van ons gekregen
heeft. Die discussie die dus in de raadscommissie heeft plaatsgevonden van krijgen we daar achteraf
geen discussie over met anderen, speelt dus niet. Dat is één. Ten tweede hebben we ISV-middelen in
deze gemeente gekregen, weliswaar ter hoogte van toen nog zes miljoen gulden, dat vonden we toen
heel flink, omdat we gerekend hadden op drieëneenhalf en daar tweeëneenhalf stimulering bij kregen,
maar in Soest zul je, als je aan de kwaliteitsverbetering van het openbaar gebied moet werken, daar
vele miljoenen meer aan uitgeven. Om die reden zijn we al veel eerder begonnen een fonds BBO op te
zetten. Een heel ingewikkelde naam, maar dat betekent eigenlijk: een spaarpotje waarmee je de
kwaliteit van de woon- en de leefomgeving wil vergroten en verbeteren. En daar hebben we in
ondergebracht het hele kleine stukje subsidie dat we gekregen hebben in het kader van stedelijke
vernieuwing en daar brengen we nog elk jaar heel structureel geld dat we met bouwen, met stenen, in
deze gemeente verdiend hebben in, om op andere plekken in Soest voor kwaliteitsverbetering te
zorgen. Dus in BBO zit ISV-geld van anderen, en heel veel geld van ons allemaal. Verdiend met name
in Boerenstreek, laatste grote woningbouwproject, en verdiend met laatste uitgifte van
bedrijventerreinen in de Grachten. En dan is het aan ons, en ons is in dit geval college van Soest en
raad van Soest, om daarbij projecten te zoeken bij dat geld, waarvan wij zeggen: dat doet iets aan de
kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Die afweging is aan u. Maar in de optiek van het college zijn
plannen zoals we die op dit moment betalen uit die ISV-gelden en voor de zorg van de heer Roest dat
dat geld er niet meer zou zijn, het overzicht dat u heeft gekregen geeft aan dat we het gewoon geraamd
