-33-
ons verkiezingsprogramma, en dan geloof ik dat GroenLinks in haar eigen verkiezingsprogramma daar
ook wat over zegt, vinden wij dat een Breed Educatief Centrum niet alleen is voor educatie, maar dat
het daadwerkelijk een spil zou moeten zijn voor de wijk. Dus laagdrempelig, inloop voor inwoners
van de wijk, dus niet alleen voor leerlingen en ouders, maar ook voor omwonenden etc. Dat zou een
concrete vorm kunnen zijn om de samenhang in de wijk, dus hoe we met elkaar leven, dus niet naast
elkaar leven, wat D66 ook terecht zegt hè, watje nu in een aantal wijken ziet. Dus wat dat betreft
integratie. Dat zou een middel kunnen zijn om dat te bestrijden.
Dan de vraag van D66 over integratiebeleid en cultuurbeleid. Collega Roest u heeft gezien in de
algemene beschouwingen dat wij onze paraplu Jong Soest in hebben opgestoken, zowel op
cultuurbeleid. Wij hadden het over jongeren die graag een keer een potje willen drummen of weet ik
veel wat, daar moeten we een plek voor zoeken. En integratiebeleid, ik denk dat daar voldoende over
is gezegd in relatie tot het Breed Educatief Centrum. En dat is iets wat ons écht, écht zorgen baart op
dit moment. Dat Soesters niet met elkaar leven, maar sommige Soesters vooral naast elkaar. Tot zover.
Mevrouw MANN (GL): Ja, meneer Bervoets had het net over de OZB. Dat was een heel interessant
verhaal. Ik vond dat hij gelijk heeft, dat wij niet te makkelijk moeten gaan zeggen dat we maar zo min
mogelijk OZB met elkaar moeten betalen. Er is ook geld nodig gewoon voor de samenleving. En ik
denk dat het dus helemaal niet erg is als er wat meer OZB betaald wordt. Dat is alleen maar in het
belang denk ik, van de zwakkeren in Soest, als het erop aankomt. Dan de integratie. Dat heb ik al een
paar keer genoemd, maar dat vindt GroenLinks natuurlijk ontzettend belangrijk. En zeker de brede
school. Daar hebben we dus vragen over van dat hier echt onderzoek gedaan moet worden. En dat is
eigenlijk een opdracht aan het college, of de bevolking die straks gebruik gaat maken van de BEC een
afspiegeling wordt van de wijk. En of de onderwijskansen daar aan alle leerlingen in die wijk geboden
worden. Wij wilden daar ook nog even op aandringen dat samenwerking tussen de scholen ontzettend
belangrijk is. Dus de deskundigheid die overal is bij instellingen en scholen in zo'n wijk, moet veel
meer gemobiliseerd worden. Het is op dit moment nog teveel kleine rijkjes die op zichzelf staan. Daar
moeten we proberen om dat te doorbreken. Dan de cultuur. Dat hebben we altijd hoog in het vaandel
staan. Wij wilden daar eigenlijk ook een motie voor indienen. Dat stond ook in ons stuk. Bijvoorbeeld
zoals wij een fonds hebben voor de kleine sportvoorzieningen, lijkt het ons ook goed om een fonds te
hebben voor kleine culturele zaken. Je ziet nu nogal eens een keer, als je bij een culturele
aangelegenheid komt in Soest, dat men ontzettend veel energie heeft moeten steken in voor mijn part
500, 600 Euro te krijgen om iets te vieren van een 10-jarig bestaan, ik noem maar wat. Die
bureaucratie moeten we gewoon proberen een beetje te vermijden, en daar is zo'n fonds denk ik erg
goed voor. Dat is het voorlopig.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Dank u wel voorzitter. Ik wil beginnen met even te reageren op de
opmerking van zelfingenomenheid die ons toegedacht wordt door GGS. En ik wil daarvoor het
antwoord gebruiken van GroenLinks in het kader van het Breed Educatief Centrum. Ik denk dat dat
afdoende duidelijk is. En misschien dat de heer Van Wuijckhuijse de opmerking niet onze kant uit
gemaakt zou hebben als hij geweten had wat hij zelf op zijn bordje kreeg van mevrouw Mann. Dat de
financiële situatie van Soest gezond is, ja, daar kijken wij toch wat anders tegenaan. Als je een
minimum, en dat is echt al een lage minimum reserve, hoort te hebben en die is meer dan gehalveerd
in een tijd dat het goed ging, dan denken wij daar toch een klein beetje anders over. En als er dan een
eenmalige meevaller komt uit Den Haag, waar we iedere keer met vrezen en beven naar uitkijken wat
er gaat gebeuren, dan zouden wij plotseling wel een gezonde financiële huishouding hebben.
Overigens zijn onze andere reserves vergeleken met andere gemeentes heb ik toch wel van financiële
deskundigen gehoord, ook nog eens een keer aan de zeer magere kant. En ik heb ook beluisterd dat de
financiële situatie en een eenmalige meevaller boterzacht genoemd worden door een van de andere
partijen. En geen geld voor de rondweg. Als je zo gezond en rijk was dan zou daar dus ook wel geld
voor zijn. Bovendien denk ik dat geen enkele rondweg die in Nederland aangelegd wordt, alleen
gefinancierd wordt door de gemeente, maar dat het Rijk daar een zeer substantiële bijdrage aan geeft,
en de Provincie ook, waardoor het om misschien 20% voor de gemeente gaat.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, mag ik dan vragen of dan mijn voorspelling uitkomt dat deze weg
meer een bovenlokale betekenis zal hebben dan een lokale betekenis.