-34- Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Ja, ik ben geen deskundige op het gebied van financiering door de Provincie van alle gemeentes, maar ik weet wel dat tal van gemeentes voor zeer lokale projecten subsidie van de Provincie krijgen. Dus ik deel uw mening niet. Bij de fietsbrug vragen wij ons af wat Amersfoort gaat doen. Wij zijn misschien wel de eerste, maar als er dan een fietsbrug aan het eind van de brug eindigt in the middle of nowhere, dan vraag ik me ook af wat we daar aan moeten doen. Ik vind het jammer dat de VVD zegt: niet zomaar 800 woningen voor Soesterberg, laten we eerst rond het Dorpsplein kijken. Nou, dat kan wellicht een begin zijn, maar ik denk dat het geen recht doet aan de zeer goed onderbouwde verlangens van het dorp Soesterberg, om te zeggen: laten we daar mee beginnen en misschien is het dat wel. Het onderwijs, ja, ik vind dat onze fractieassistent op een voortreffelijke manier een stuk onderzoek in het veld gedaan heeft. Dat is een voorbeeld hoe wij als raadsleden het veel vaker zouden moeten doen. Gesproken met directies van scholen en dat het bestuur na een aantal jaren wat moedeloos geworden is en dan ja, weinig zin meer heeft om te reageren omdat het geloof dat er nog geluisterd wordt ontbreekt, is nog geen reden om niet te luisteren naar wat er uit het veld komt. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, daar waar de opmerkingen de fractie van Gemeentebelangen op mij persoonlijk bedoeld waren toe te voegen heb ik gemeend nu maar eens een keertje niet te moeten reageren. Maar daar waar het bestuur van de scholen in Soest op dit moment niet in staat is om voor zichzelf op te komen, zou ik u willen vragen de heer Middelkoop te verzoeken de besturen voor zichzelf te laten spreken. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Dank u wel voorzitter. Het opleuken van het Spleasure Centrum. Heer KONING (CDA): Toch nog even naar die besturen van die scholen, voorzitter. Het verbaast mij ook enigszins, de stelligheid van de heer Middelkoop dat ze moedeloos geworden zijn, en dat ze niet meer reageren. Wij hebben een email ontvangen waaruit duidelijk blijkt dat men tevreden is dat men geen op- en aanmerkingen heeft over het plan voor 2003. Ja, dat liegt er niet om. Dat staat zwart op wit. Hoe komt u aan die stellige bewering dat ze nu moe zijn om bezwaar in te dienen of op- en aanmerkingen te maken? Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Het is duidelijk dat het protestants-christelijk onderwijs en het katholiek onderwijs kampt met enorm ruimtegebrek. Gelooft u dat de mensen daar gelukkig mee zijn, dus tevreden zoals het nu gaat? Het woord prognoses is al gevallen. Er is gewoon gezegd: laten we van nieuwe prognoses, die gebaseerd zijn op een recente werkelijkheid, uitgaan. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, ik zou mijn verzoek aan u willen herhalen. Want de heer Middelkoop gaat nu hier weer zitten praten alsof hij het bestuur is van het protestants-christelijk en het katholiek onderwijs in Soest. Voorzover wij hebben begrepen is dat niet het geval. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Meneer Van Wuijckhuijse, ik wil u zeggen dat van deze scholen algemeen bekend is dat zij met problemen zitten om de toenemende belangstelling te huisvesten. Dat is een algemeen bekend gegeven. Dus ik praat niet over een bestuur, ik praat over iets wat u net zo goed weet als ik. Dat weten de ouders van kinderen die op een wachtlijst staan nog beter. Heer KONING (CDA): Meneer de voorzitter, mag ik dan toch nog een vraag stellen aan de heer Middelkoop? Het plan dat er nu ligt, en wat we waarschijnlijk woensdag zullen gaan vaststellen, en waar uw fractie ja tegen gezegd heeft, is dat voldoende, of is dat niet voldoende. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Dat is voldoende, omdat wij gepleit hebben voor een nieuwe aanpak voor de toekomst. Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, dit ontgaat mij volledig, wat nou de heer Middelkoop aangeeft. In de commissie heeft de fractieassistent van Soest 2002 in een onderzoekje aangegeven hoe het volgens Soest 2002 in elkaar stak. De overige commissieleden hebben daar aangegeven dat die

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 293