-22-
De motie van D66 spreekt ons ook aan. U krijgt wat dat betreft onze steun daarvoor. Maar nogmaals
even de puntjes op de i. D66 vraagt aan het college om een startnotitie. Ik denk dat in het duale bestel
het beter is dat dat door iemand anders gedaan wordt, en dat zou de griffier kunnen zijn, of misschien
wel de cultuurconsulent. Maar niet het college. Dus even richting de heer Roest
Wethouder WITTE: Ja, maar toch voorzitter, meneer Koning, het is natuurlijk ook zo dat als gezegd
wordt het college gaat maken, dan is dat natuurlijk niet dat het college zelf heel hard de pen over gaat
voeren. Dan is dat natuurlijk ook de ambtenaar cultuur die we hebben, en dan is dat ook de
cultuurconsulent en dan zal dat ook in samenspraak gaan met allerlei andere partijen die in Soest actief
zijn op het gebied van cultuur. En ik denk dat het gewoon handig is om het op die manier te doen. En
als de griffier kaders gaat stellen, dan zal dat ook denk ik toch gaan via de cultuurconsulent en via de
cultuurambtenaar. Dus ik denk dat het een beetje woordenstrijd wordt van hoe dat gebeuren gaat. Ik
denk wel dat uiteindelijk de raad natuurlijk de kaders moet stellen waarbinnen dat kan plaatsvinden.
Heer ROEST (D66): Ja, reagerend naar de heer Koning, ik heb er natuurlijk wel zorgvuldig over
nagedacht en ik heb dus gezegd de startnotitie aan de raad ter bespreking. Dus de raad gaat natuurlijk
over de kaders. Op dit gebied heb ik toch wel aangegeven dat ik aardig gevoelig ben en ik wil wel
degelijk als raad de kaders stellen. Dus dat staat er in mijn ogen. Even nog een andere opmerking als
interruptie. Ik ben blij dat u die motie ondersteunt van visie en in samenspraak met de deskundigheid
die we in onze gemeenschap hebben, laat onverlet dat we misschien daar niet meteen geld, ik heb ook
niet om geld gevraagd, maar we moeten wel iets hebben van onvoorzien, zoals we dat bijvoorbeeld
met Artishock onlangs hebben meegemaakt. Dus ik zou de moties willen ondersteunen die niet voor
die enorme grote bedragen die ik heb gezien, maar in relatie tot sport ook ruimte willen maken voor
een bedrag onvoorzien, zodat als er eens een keer een regenvoorstelling is geweest, waardoor er
minder inkomsten zijn, dat zo'n vereniging bij de gemeente aan kan kloppen van: oké wij komen
daardoor misschien in de problemen. Daar moet iets aan gebeuren en daar zouden we, als er geen
goede motie is, dan amenderen we net zo lang door tot daar toch een bedrag voor is.
Heer KONING (CDA): Meneerde voorzitter, in aansluiting daarop toch nog een vraag. We hebben
het fenomeen kermispot. Zou dat nog een plaats kunnen hebben in deze discussie?
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, we gaan even door op dat cultuurplatform en de motie van
de VVD, daar staat bij het laatste aandachtstreepje aangegeven dat het cultuurplatform goed in staat
zal zijn een cultuurvisie op te stellen gebaseerd op door de raad vastgestelde kaders. In die zin zegt de
VVD-motie niet zo heel veel anders dan de D66-motie. Alleen wij hebben er dan nog meteen een
bedrag bij, dus wie weet kunnen we elkaar dan uiteindelijk toch vinden raadsbreed.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, ik begrijp dat we nu over de cultuur in discussie gaan
en dat we niet eerst de termijn van de wethouder afmaken?
VOORZITTER: Zoals ik al aangaf: het gaat erom en daar hebt u ook naar gevraagd, wat onze eerste
reactie is op basis van de moties die zijn ingediend en dat wat u naar voren heeft gebracht in de
verschillende termijnen bij de algemene beschouwingen. Dus wat dat betreft hoeven we niet in elk
onderwerp tot de bodem af te dalen. Als u verduidelijkende vragen wil over onze gedachtegang daarbij
kunt u dat altijd vragen bij interruptie. Maar het hoeft niet. De moties worden in deze ronde niet
afgehandeld en ik zou heel graag dus ook de portefeuillehouders gelegenheid willen geven even de lijn
van hun betoog neer te zetten.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Misschien heb ik dan een tussenvoorstel. Want ik heb dit nu al
een aantal jaren meegemaakt en je ziet eigenlijk elk jaar dat het ongeveer op dezelfde manier gaat.
Eigenlijk moet het betoog afgemaakt worden en we gaan dan toch over zo'n motie in allemaal
interrupties praten. Als de wethouders nou eerst eens de algemene opmerkingen vertellen, die dus niet
meer in die moties terugkomen, en dat we dan gewoon die moties stuk voor stuk even aan de orde
laten komen, dat het college aangeeft: wij hebben de moties gelezen, we hebben de moties over een
bepaald onderwerp gelezen en dat we ze dan eventjes onderwerp voor onderwerp afhandelen. Dat