12 -
- 13-
altijd betaald door de gemeente. Punt. Het enige wat er nu speelt en tot die proportie moeten wij terug,
is dat toen we in de raamovereenkomst met het Spoordal van start gingen, we de hoop hebben
uitgesproken dat de totale nieuwbouwkosten van de school binnen het bedrag van Spoordal konden
blijven. En op dit moment leg ik u voor dat dat voor 784.000,- niet is gelukt. Punt. En de vraag of je
dat wil en of je vindt dat dat acceptabel is, is een politieke vraag. Dat is een politieke vraag die u moet
beantwoorden vanuit uw verschillende politieke overtuigingen en waar ik, en waar het hele college,
volledig respecteer alle afwegingen die u maakt, maar de vraag die voorligt is of die 784.000,- boven
de raamovereenkomst daarmee wel of niet acceptabel is. Voorzitter, daarom ligt nu de
realisatieovereenkomst voor. Om die vraag. Hebben we in Soest 784.000,- meer over voor 155
woningen en een nieuwe basisschool van negen klassen. En ik ga graag meneer de voorzitter, in op
een aantal punten die naar mij toe uitgesproken zijn door de verschillende fracties. En ik zal vermijden
om het op ieder individueel bedrag te doen, behalve daar waar dat echt noodzakelijk is. En ik begin
met de fractie van Soest 2002. Nooit heeft deze wethouder en dit college in deze raadzaal of
daarbuiten gesproken dat de realisatieovereenkomst Spoordal binnen de limiet is gebleven. De
wethouder en het college en de hele raad weten, dat hebben we ze eerlijk voorgelegd, dat de
realisatieovereenkomst Spoordal een andere is dan de raamovereenkomst en daarom ligt die voor. Als
het dezelfde overeenkomst was en als er geen punt en komma in veranderd was, dan hadden we hier
inderdaad unaniem en zonder discussie het besluit kunnen voeren, want dan was er geen discussie
geweest. De discussie wordt gevoerd en is aan de orde en speelt hier vanavond omdat er afwijkingen
zijn ten opzichte van de raamovereenkomst en er is nooit een misverstand uit de mond van wie dan
ook in deze zaal over ontstaan.
Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Voorzitter, mag ik even interrumperen. In de commissievergadering
heeft u dat met zoveel woorden, heel breedsprakig wel gezegd. Alles binnen de limiet, en of u nou
exact ook de bedragen bedoelde, maar u suggereerde daarbij: gemeenteraad, raad u heeft zelf het plan
goedgekeurd, alles binnen de limiet. Ik heb het woordelijk genoteerd.
Wethouder KROL: Ik heb, meneer de voorzitter, in de commissievergadering de heer Nijhoff ontmoet,
u niet, en in die commissie waar alle fracties aanwezig waren, heb ik die woorden niet uitgesproken. U
doelt waarschijnlijk, maar misschien vergis ik mij daarin, op de vraag of bovenop datgene wat nu
gepresenteerd wordt in de realisatieovereenkomst, nog verdergaande bewegingen mogelijk zijn. Dat is
helder, die zijn er niet. Dat heb ik denk ik uitgesproken.
De opmerking over de bijdrage van de gemeente Soest in de raamovereenkomst zoals Soest 2002 in
het amendement zet is onjuist. En ik lees even voor. 'De maximum bijdrage van de Gemeente Soest
zal het bedrag zoals in de raamovereenkomst is vastgesteld, 4.400.000,- (ex BTW) niet mogen
overschrijden.' In de raamovereenkomst is gesproken, ik pak het er even bij, over 2,2 miljoen, zijnde
4,9 miljoen ex BTW. Ook in de raamovereenkomst is het ex BTW, dus u zit daar ongeveer
500.000,- bezijden het bedrag
Heer KOELEWIJN (Soest 2002): Voorzitter, mag ik even interrumperen, want ik heb hier de exacte
cijfers voor mij en dan moet u mij maar corrigeren. Ik lees hier toch duidelijk in het overzicht
Spoordal, de eerste bij de algemene inschrijving is 2.256.774,- incl. 17,5% BTW en dan staat er even
verder: gemeentelijke bijdrage samen met die inschrijving zou totaal komen op 5.256.774,-,
logischerwijze ook inclusief BTW. Dat staat er letterlijk. Daar kunt u nooit omheen in dit geval.
Wethouder KROL: Ik zal, meneer de voorzitter, de heer Koelewijn een kopie van de
raamovereenkomst geven en dan zal hij zien dat het niet klopt.
Nog één woord over de onteigening. Eén van de belangrijke discussiepunten in dit gezelschap is steeds
geweest: waar komt de financiële situatie nou precies vandaan? Dat heeft inderdaad alles te maken
met een moeizame grondverwerving. Hij is maar ten dele interessant. Want die moeizame
grondverwerving die inderdaad voor een groot deel langs de systematiek van de onteigeningswet heeft
gelopen en er hebben zich aan beide kanten van de streep zou ik haast willen zeggen,
onteigeningsdeskundigen met deze materie beziggehouden en ik vind het prettig dat ik daar sommigen
van ook in deze zaal mag aantreffen, die hebben geleid tot hogere verwervingskosten. En dat klopt. En
die hogere verwervingskosten waren we ook tegenaan gelopen in een onteigeningstraject. Dat klopt.