kunnen gaan maken. En waarom? Tot voor kort gingen niet-uitkeringsgerechtigden, de nuggers, dat is
een vreemde naam, voor een scholingstraject naar arbeidsbemiddeling. Daar gold geen
subsidieplafond. Men ging voor zijn scholing daar naar toe. Dat is echter in het kader van minder
regels, minder geld, maar meer werk voor de gemeente, naar ons toe gekomen en vanaf 1 januari 2003
komen die mensen, die niet-uitkeringsgerechtigden bij Soest voor een scholingstraject. Wat is nou
zo'n niet-uitkeringsgerechtigde? Dat is iemand die op volstrekt legitieme logische persoonlijke wijze
heeft gezegd: ik neem een tijdje niet deel aan het arbeidsproces. Dat zijn voornamelijk vrouwen. Die
gaan na een aantal jaren zich toch wel weer melden op de arbeidsmarkt. Zij hebben geen WW, geen
bijzondere uitkeringen, zijn niet-uitkeringsgerechtigd, maar willen zich weer melden op de
arbeidsmarkt. Dan kan de opleiding al aardig verouderd zijn, neem bijvoorbeeld de zorg, dat
ontwikkelt zich heel snel, en die mensen, vooral vrouwen, willen zich melden met een actueel
bijgewerkte opleiding op de arbeidsmarkt. En dat kost geld, dat scholen. Dat werd dus betaald, tot nu,
door arbeidsbemiddeling. Dat gaat dus komen uit een budget wat de gemeente daarvoor heeft. Dat
budget is beperkt. Er is dus gezocht naar een mogelijkheid om binnen dat budget te kunnen blijven. En
dat heeft ons tot de oplossing gebracht, maar ik ben er niet blij mee, zeg ik maar eerlijk, dat wij een
plafond zetten met betrekking tot als je meer gezinsinkomen hebt uit arbeid, dat als je daarboven komt,
boven 3.500,- en dat lijkt heel veel, dan moetje alles zelf betalen. Wat moetje dan alles zelf
betalen? Er zijn scholingstrajecten die kunnen gaan tot 6.500,-. Zet dat eens af tegen het inkomen uit
arbeid van een gezin, dat kan zijn een beste man met een salaris, een inwonende zoon met een salaris,
dat wordt gerekend tot gezinsinkomen uit arbeid, en dan ga je afzetten dat het wel twee
maandinkomens gaat zijn voor een gezin als je dat inkomen, dan krijg je dus een scholingstraject van
inderdaad van ruim twee maandinkomens. Nou, ik denk dat pa zegt: dat vind ik niet leuk, en dat
zoonlief ook zegt: dat vind ik niet leuk, en dat men dus niet naar die arbeidsmarkt gaat. Want dat moet
men dan allemaal zelf betalen. Met alle aanvullende voorzieningen daarbij. Dat is een reden om dat
niet omlaag te brengen, om het te laten bij 3.500,-, het liefst weg te halen, het liefst nog hoger. Want
het is een ander deel van mijn portefeuille: emancipatie wil zeggen dat de vrouw die gebruik wil
maken van de regelingen niet afhankelijk wordt van de man. Dat is een extra overweging om het
daarbij te laten. Maar het is een draad om toch die regel aan te passen, maar dit is een motivatie
waarom wij het graag zo willen laten als het nu staat.
VOORZITTER: Ik geef het onderwerp vrij voor bespreking.
Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, toch nog even hierover, want ik denk dat ook een paar termen
door elkaar gehaald worden. Subsidieplafond staat in het stuk, dat is de subsidie die je als gemeente
krijgt en ja, dat is een plafond. Daar komt niet meerhoven dan wat je krijgt. En daar zul je het in een
jaar voor moeten doen. En de redenering die in het stuk staat kan ik heel goed volgen, om het toch
beheersbaar te maken, en niet bijvoorbeeld in oktober te zeggen: ja, de pol is op, we kunnen geen
mensen meer iets geven. Is er zoals ik het gezien heb, gedacht aan een inkomensgrens. Dat is iets
anders dan dat subsidieplafond. Die inkomensgrens is vooral gezocht voor de niet-
uitkeringsgerechtigden. En dat kan ook, en dat is ook in de commissie breed uitgemeten, daar is een
draagvlak voor om te zeggen: ja, moet je dan, als je bijvoorbeeld kunt zorgen dat dat subsidieplafond
niet overstegen wordt, en je daardoor op een gegeven moment midden in het jaar of halverwege het
jaar, of bijna op het einde van het jaar, nee moet zeggen tegen mensen die er recht op hebben, is
eigenlijk de redenering, vonden wij in ieder geval ook, een hele redelijke om dan te zeggen: dan zul je
ook niet voor iedereen het helemaal tot aan de bovenkant, dus bij wijze van spreken, iemand die zeer
veel verdient, dat dan toch ook evengoed die subsidie krijgt en daardoor iemand anders die er ook
recht op zou hebben, zou wegdrukken. Dus op zich kunnen wij ons voorstellen dat er toch die
inkomensgrens blijft, en na de toelichting van de wethouder kunnen wij ons voorstellen dat dat wel
3.500,- zou kunnen blijven om dan in ieder geval, want daar zijn we ook gevoelig voor, datje niet op
een gegeven moment ook het beleid heel star gaat veranderen, want hiervoor, bij het arbeidsbureau
was er helemaal geen inkomenstoets.
Mevrouw MANN (GL): Op dit punt wil ik ook nog wel even reageren. Ik had net even mijn beurt
voorbij laten gaan. Ik had ook nog een andere vraag als dat mag. Die inkomsten van die 3.500,-, wij
dachten: dat moetje maar een jaar proberen, en dan kun je altijd zien als er straks mensen zijn die toch