Raadsvergadering 14 maart 2002 (installatie nieuwe raad) Ik zal de verklaring en belofte voorlezen, en na het noemen van uw naam zou ik willen vragen te antwoorden met de woorden 'dat verklaar en beloof ik'. Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of voorwendsel ook enige gift of gunst gegeven of beloofd heb. Ik verklaar dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen. En u kunt dat beantwoorden met de woorden 'dat verklaar en beloof ik'. Heer KRIJGER (VVD): Dat verklaar en beloof ik. Mevrouw HUBERTS (VVD): Dat verklaar en beloof ik. Mevrouw MULDER (VVD): Dat verklaar en beloof ik. Heer WITTE (GGS): Dat verklaar en beloof ik. Heer VAN DEN DEIJSSEL (GGS): Dat verklaar en beloof ik. Heer VAN ARKEL (GGS): Dat verklaar en beloof ik. Mevrouw GASTELAARS (GGS): Dat verklaar en beloof ik. Heer VAN 'T HOLT (GGS): Dat verklaar en beloof ik. Heer LEMMEN (PvdA): Dat verklaar en beloof ik. Mevrouw MANN (GL): Dat verklaar en beloof ik. Heer ÖNAL (GL): Dat verklaar en beloof ik. Heer ROEST (D66): Dat verklaar en beloof ik. VOORZITTER: En daarmee hebben we de leden van de raad die de belofte en verklaring zouden willen afleggen daartoe gelegenheid gegeven. Dan zou ik over willen gaan tot de eedaflegging. Ik zou willen vragen na voorlezing van de eed te willen antwoorden na het noemen van uw naam 'zo waarlijk helpe mij God Almachtig'. En daarbij de rechterhand en twee vingers omhoog, met de pink en duim tegen elkaar, te houden en deze woorden uit te spreken. En de leden die de eed willen afleggen zijn: de heer Van Geet, de heer Van der Torre, de heer Bordewijk, de heer Krol, mevrouw Van Roomen, de heer Koning, mevrouw De Waard, de heer Van Buiten, de heer Van Wuijckhuijse, de heer Bervoets, de heer Van Vuuren, de heer Middelkoop, de heer Nijhoff en de heer Koelewijn. Is zo de opsomming volledig? Ik zal hem voorlezen en wil u vragen te antwoorden met de woorden 'zo waarlijk helpe mij God Almachtig'. Ik zweer dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of voorwendsel ook enige gift of gunst gegeven of beloofd heb. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen. En u kunt dat beantwoorden met de woorden 'zo waarlijk helpe mij God Almachtig'. Heer VAN GEET (VVD): Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 59