Nr. 04 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag 18 april 2002, aanvang 19.30 uur Aanwezig: Voorzitter: dhr. J.J.L.M. Janssen, burgemeester; secretaris: dhr. W.P. de Kam De leden: dhr. R.M. van Arkel, dhr. E.J.A. Bervoets, dhr. R. Bordewijk, dhr. M. van Buiten, dhr. G.L. van den Deijssel, mevr. Y.C.M. Gastelaars, dhr. M.K. van Geet, dhr. P.H. Hoebee, dhr. L.J. van 't Holt, mevr. E. Huberts, mevr. V.M. Kleczewski, dhr. T. Koelewijn, mevr. I.M. Koomen-Beerman, dhr. H.H. Koning, dhr. P.J.H. Lemmen, mevr. J.M. Mann-Voortman, dhr. T. Middelkoop, mevr. J.D. Mulder, dhr. G.J. Nijhoff, dhr. H. Önal, mevr. J. Oostrom-Wernsen, dhr. W.H. Roest, mevr. M.T. van Roomen (vanaf 19.35 uur), dhr. P.A. van der Torre, dhr. J.C. van Vuuren, mevr. N.C. de Waard- Fransooijs en dhr. J.B. van Wuijckhuijse De wethouders: dhr. A.F.M. Krijger, dhr. R.W. Krol en dhr. H.L. Witte VOORZITTER: Dames en heren, ik open de vergadering en heet u van harte welkom. De raad is nagenoeg voltallig, maar wellicht enige vertraging bij mevrouw Van Roomen, want er is geen bericht van verhindering binnengekomen. Mogelijkerwijs is zij iets verlaat. 1Vaststelling van de agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Spreekrecht over niet op de agenda vermelde onderwerpen VOORZITTER: De heer Hoes, hier in de zaal aanwezig - meneer Hoes mag ik u uitnodigen alvast naar voren te komen - heeft aangegeven over een punt te willen inspreken, dat is het spreekrecht in de vergadering. Ik wil u wijzen op art. 16 van het reglement van orde, en dan met name lid 3 en lid 6. Ik wil dat even noemen voor hen die daar niet zo in thuis zijn, dat elke persoon of groepering het recht heeft om bij de aanvang van de vergadering gedurende maximaal drie minuten het woord te voeren over niet op de agenda vermelde onderwerpen. En dat is een gedeelte van het art. 16 lid 3, en als het mogelijk is zal van de zijde van het college daarop een reactie worden gegeven. Meneer Hoes, ik geef u gelegenheid voor de drie minuten. Heer HOES: Meneer de voorzitter, geachte leden van de raad. Ik spreek tot u op persoonlijke titel, maar weet me gesteund door velen. In uw raadsprogramma 2002-2006 punt 38 heeft u een groot maatschappelijk probleem verwoord, dat luidt: 'ook van gemeentewege moet worden bevorderd dat ouderen, die door lichamelijke of andere gebreken zijn aangewezen op verpleeg- en verzorgingshuizen, daar tijdig terecht kunnen'. Van de regering, de provincie, de regio, de plaatselijke politieke groeperingen en belangengroepen worden al jaren verontrustende signalen gehoord over de wachtlijsten, tekorten aan verzorgingsplaatsen en verpleeghuisbedden, en tekorten aan personeel in de zorg. In onze gemeente is geconstateerd dat de publieke voorzieningen en verzorgend personeel niet voldoende beschikbaar zijn en te verwachten is dat deze tekorten zullen toenemen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 84