Raadsvergadering 18 april 2002 -2- Voor de aanpak en het oplossen van dit sociaal-maatschappelijk probleem is het nodig dat u, als onze volksvertegenwoordigers, in actie komt. Als bezorgde inwoner verzoek ik u, ter voorkoming van een toename van mensonterende en sociaal-maatschappelijk onaanvaardbare situaties, met spoed een plan van aanpak te ontwikkelen ter oplossing van dit nijpende probleem en dit ter uitvoering in handen te stellen van het college van B&W. Voor het ontwikkelen van een actieplan kunt u gebruik maken van eerder uitgebrachte nota's, rapporten en de regiovisie, alsmede door het inwinnen van informaties bij artsen, aanbieders van zorg, het regionaal indicatieorgaan, het zorgkantoor, cliëntenraden, het COSBO, de SWOSS en deskundige beleidsmedewerkers van onze ambtelijke organisaties. Zonodig ben ik bereid u daarbij te helpen. Dit probleem, dat raadsbreed wordt erkend en herkend, heeft te lang moeten wachten op uw interventie. Het verschuiven van de verantwoordelijkheden naar andere bestuursniveaus lost plaatselijk niets op. Voelt u zich alstublieft niet geïrriteerd door deze toespraak, maar geef op dit punt inhoud aan uw taak als volksvertegenwoordiger! Ik dank u voor uw aandacht. Dat was het. VOORZITTER: Dank u wel, meneer Hoes. Dan is het misschien goed dat ik nogmaals op de procedure duid voor de raad. Want het is aan de raad te beslissen, wat het vervolg is van een inbreng, zoals die in een raadsvergadering gegeven is, art. 16 lid 6 - de tekst wordt momenteel rondgedeeld van de inbreng van de heer Hoes - waarin staat dat u het punt aan de agenda kunt toevoegen. Dat is een keuze. Als u dat doet, zal op uw verzoek één van de leden van B&W een eerste reactie kunnen geven, en vervolgens zou dan via het agendaoverleg van de raad, dus een mogelijke schriftelijke, als dat nodig is, of andersoortige reactie daarin kunnen worden afgestemd. U kunt ook zeggen: die route kiezen we niet, we voegen het nu niet toe aan de agenda, we maken het geen punt van bespreking, maar het gaat meteen in een procedure via het agendaoverleg. Het is aan de raad om dat aan te geven. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, het verhaal van de heer Hoes is heel duidelijk. De betrokkenheid van de raad bij deze zaak is denk ik ook evident, met name ook als u kijkt naar de tekst zoals die is geciteerd door de heer Hoes, en zoals die is opgenomen in het raadsprogramma. Het college heeft de afgelopen periode besteed aan het wat verder uitwerken van het raadsprogramma richting acties voor de komende periode en wij kunnen ons voorstellen dat het college zich op dit punt, en dan met name op punt 38, een oordeel heeft gevormd en misschien op dit moment gewoon uitgenodigd moet worden hoever het daarmee staat, om aan te geven hoe er dan een vervolg aan gegeven kan worden. Heer ROEST (D66): Voorzitter, de inbreng van de heer Hoes is duidelijk. Maar ik denk dat het beleidsprogramma, dat ik overigens niet heb ondertekend, inderdaad duidelijkheid geeft. En ook dit artikel heeft onze aandacht gehad. Dat moet toch een geruststelling voor de heer Hoes zijn. De betrokkenheid van de raad staat, zoals de heer Van Wuijckhuijse dus aangeeft, raadsbreed wat mij betreft vast. Zo heb ik het in ieder geval gehoord bij die onderhandelingen. Ik verwacht dat het college in de verklaring die zij zo meteen aflegt, hier misschien ook aandacht aan besteedt, en ik wil de heer Hoes ook wijzen op de notitie Gezondheidsbeleid, en ik verwacht dat in een dergelijke notitie als raad, dat daar duidelijk richtlijnen, ook voor de aangegeven problematiek, zullen staan. VOORZITTER: Dank u wel. Anderen? Dan geeft u eigenlijk aan om dadelijk bij de verklaring, bij agendapunt 6, over dit onderwerp wat te zeggen. Mocht dat later nog tot nadere discussie leiden, dan merken we dat vanzelf wel in de discussie. Dan doe ik het zo. Dan kan ik concluderen dat er op dit moment voldoende over gesproken is en dat we op uw verzoek de portefeuillehouder, dat is wethouder Krijger, gelegenheid geven bij agendapunt 6 hier nader op terug te komen. Dat is één van de punten die hij naar voren zal brengen. Akkoord? Meneer Hoes, dank u wel voor uw inbreng. Het college van B&W zal bij agendapunt 6 op dit onderwerp terugkomen. 4. Ingekomen stukken en mededelingen van de voorzitter Geen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 85