Raadsvergadering 18 april 2002
-4-
Wethouder KROL: Voorzitter, dank. Ook dank ik de PvdA-fractie voor het stellen van deze vragen.
Dat geeft mij de gelegenheid om daar nog iets over te kunnen zeggen. Ik denk dat er sprake is van een
klein misverstand binnen de boezem van de fractie van de PvdA over twee verschillende provinciale
uitingen. En laten we die ook maar even uit elkaar trekken. U stelt vragen over de conceptnota 'Oog
voor wonen', dat is deze. En u vraagt of we daarop gereageerd hebben, en u maakt gebruik van een
andere publicatie van de provincie Utrecht over toegestane bouwlocaties. En ik zal beide even uit
elkaar halen, om daar ook het verschil tussen aan te geven.
Vraag 1: daar heb ik het volgende antwoord op. Vorig jaar, in 2001 is deze notitie besproken, in
portefeuillehoudersoverleg Volkshuisvesting van het Gewest Eemland, en er is een gezamenlijke
reactie namens de acht Gewest-gemeenten gestuurd naar de provincie Utrecht als reactie op de nota
Wonen. En de reactie van Soest - daar heb ik zelfs nog een concept van kunnen vinden, dus datgene
wat ik gezegd heb in dat overleg van die verschillende portefeuillehouders - is voor een belangrijk
deel bouwsteen geweest voor de gewestelijke reactie op het stuk.
Vraag 2: als het met ja beantwoord is, dan komt: stemt de weergave op het kaartje dan overeen met de
reactie van het college? Het antwoord is heel duidelijk: neen. Want de nota Wonen kent geen kaartje.
In de nota Wonen wordt namelijk niet gesproken over bouwlocaties, niet over aantallen en niet over
posities. In de nota Wonen wordt gesproken over manieren van verdeling van woonruimte, over
differentiatie in woonmilieus, en nog een aantal van deze aspecten die in de nota Wonen ter discussie
stonden. De nota Wonen is daarmee dus ook geen locatie- dan wel planningsinstrument in het kader
van het Streekplan, maar het spreekt heel duidelijk over woonmilieus. Op het kaartje dat de provincie
Utrecht, waar ik u best antwoord op wil geven, dus geheel eigenstandig naar buiten heeft gebracht,
staan, en dat is ook heel correct, de in Soest inmiddels geaccordeerde bouwlocaties. En dat zijn er
twee. Dat is de Boerenstreek. En u noemt een locatie bij station Soestdijk, dat is ietsjes te grofmazig
denk ik, als we het zo formuleren, maar een bouwlocatie Spoordal is inmiddels door de gemeenteraad
van Soest geaccordeerd beleid. Op dat provinciale kaartje treft u dus terecht aan alleen door de raad
van Soest toegestane en inmiddels in gang gezette bouwlocaties en niet, en dat is ook heel terecht,
locaties die, zoals je het toch mag formuleren, in onderzoek dan wel in discussie zijn, en toch op z'n
minst pas aan de orde komen sinds het raadsprogramma op 26 maart door u is vastgesteld, en daarin
het college opdracht is gegeven, daar zal ik straks ook in de verklaring van het college op terugkomen,
om daaraan te gaan werken. Weliswaar ook niet zomaar, maar omkleed met verschillende
voorwaarden. Dus de reactie van het college op de nota Wonen was een geheel andere dan het kaartje
dat onder verantwoordelijkheid van de provincie is uitgebracht.
Vraag 3: welke actie gaat het college ondernemen om de in het raadsprogramma onder punt 43
beoogde uitbreiding van de kern Soesterberg enz. opgenomen te krijgen? Daar geef ik twee reacties
op. Wij hebben een regulier overleg met alle Heuvelruggemeenten, waarbij twee dingen worden
besproken. De plekken voor meer verstedelijking, waar zou je woningbouw, bedrijventerreinen in de
Heuvelrug kunnen toestaan en waar zou je in compenserende zin ecologische verbindingszones
kunnen maken, waar zou je meer groenontwikkeling kunnen doen? Ook in dat overleg heeft Soest
zowel zijn discussie over de Richelleweg, maar ook zijn discussie over de woningbouwmogelijkheden
in Soesterberg al ingebracht. Dat overleg zal een vervolg krijgen. En ten tweede zullen we in onze
aanloop naar het nieuwe Streekplan van 2005 als college van Soest moeten doen datgene wat u, raad,
in het raadsprogramma gevraagd heeft, nl. een mogelijkheid voor woningbouw in Soesterberg serieus
mee in beweging te nemen. De derde en laatste opmerking, voorzitter, die ik zou willen maken, is dat,
als u daar prijs op stelt, ik natuurlijk zeer graag de gewestelijke reactie die we gezamenlijk hebben
gemaakt, van vorig jaar op de nota Wonen voor u en voor alle raadsleden ter inzage wil leggen, om
daarmee ook aan te geven wat het verschil is tussen de nota Wonen en de ruimtelijke
ordeningsdiscussie zoals u die op dit moment naar voren heeft gebracht. Dat voorzitter in eerste
termijn namens het college.
Heer BERVOETS (PvdA): Voorzitter, wat de wethouder uit elkaar trekt, zou ik eigenlijk toch weer
voor de duidelijkheid aan elkaar willen verbinden. Volgens mij is die nota 'Oog voor wonen' een
belangrijke bouwsteen voor dat nieuwe Streekplan. En als hij iets anders bedoelt, hebben wij elkaar
niet goed verstaan. Het lijkt mij heel goed overigens, de suggestie van de wethouder, maar dan spreek
ik misschien ook voor andere leden van de raad, om de gezamenlijke reactie van het Gewest ter inzage
te leggen, zodat wij kunnen nagaan, het gaat ons niet om kaartjes en dat soort zaken, het gaat