Raadsvergadering 18 april 2002
-13-
aan en dat hoort dus eigenlijk in de commissies thuis. Dus mijn voorstel is om het in die commissies
heel flink en ruim aan de orde te laten komen. Dit is voorlopig mijn reactie.
Heer VAN WUIJKCHUIJSE (GGS): Voorzitter, dank u wel. Ook voor de fractie van
Gemeentebelangen Groen Soest is de tijd van reageren wat kort. Maar 10 minuten schorsing hebben
ons toch in de gelegenheid gesteld om de tekst nog eventjes tot ons te nemen en daar een reactie op
een aantal punten aan toe te kunnen voegen. Allereerst is het van belang om te zeggen dat we het op
prijs stellen dat u op deze manier hebt willen reageren naar de raad. Dat zegt ook iets over de nieuwe
verhoudingen waarin de raad en het college tot elkaar staan en dat geeft de mogelijkheid om vanuit
een raadsprogramma een aantal concrete stappen te kunnen waarnemen die een nieuw college wil
zetten om uitvoering te geven aan dat programma. Onze reactie zullen wij in belangrijke mate bij de
Voorjaarsnota geven. Dat is daar ook waarschijnlijk hét moment voor. Het ligt namelijk heel erg
dichtbij. Daarin vindt ook een stuk vertaling plaats richting de financiën, en daar kan ook wat
concreter gereageerd worden op een aantal planningsvraagstukken zoals die ook in uw verklaring zijn
waar te nemen. Maar, zoals ik al zei, toch een paar opmerkingen.
U hebt over de RMN gesproken en daar een doorkoppeling gemaakt naar de ontwikkeling van een
afvalstoffenplan. Mijn fractie zou dat bijzonder willen toejuichen. We denken dat met name het
afvalstoffenbeleid aandacht behoeft en een zaak als diftar moet ook in dat kader worden gezien. Wat
wij hebben gemist in uw verklaring is aandacht voor punten als cultuur, milieu en landschap. Met
name de punten 27, dat betreft dan de cultuur, punt 29 de waterberging en verdrogingsproblematiek
Soesterveen en punt 39, het duurzaamheidsplan, hadden wat ons betreft in uw verklaring wat
nadrukkelijker aandacht mogen krijgen.
Ten aanzien van wethouder Krijger. U hebt terecht opgemerkt dat het van belang is om goed overleg
te voeren. Dat betekent ook dat dat overleg gericht moet zijn op datgene wat de gemeente ook feitelijk
kan waarmaken. En als we met z'n allen hier constateren dat de wachtlijstproblematiek heel vervelend
is, dat we moeten kijken wat we daaraan kunnen doen, is het goed dat we ons ook bewust zijn van wat
we daar werkelijk aan kunnen doen, omdat in die communicatie geen valse verwachtingen mogen
worden gecreëerd, en er zal ook moeten worden toegewerkt, wat ons betreft, naar concrete actiepunten
waar de gemeente zich sterk kan maken en waar we dus ook nadrukkelijk op herkenbaar zijn als een
gemeentelijke overheid die daar invloed op kan uitoefenen.
Met betrekking tot uw opmerkingen dat de raad in eerste instantie toch zelf in staat zal moeten zijn om
zijn prioriteiten te stellen, herkennen wij toch dat u geruime tijd in deze raad hebt gezeten en we zijn
blij dat u in uw nieuwe hoedanigheid herkent dat de raad die afweging inderdaad zelf zal maken.
Met betrekking tot de voorstellen die u eventueel gaat doen op het moment dat de raad er niet uit zou
komen, wij zien die natuurlijk vol verwachting tegemoet, maar we denken dat u wel zoveel van ons
nog te horen zult krijgen, dat u daarmee al een hele tijd vooruit kan.
Ten aanzien van het vervolgonderzoek Dorpsplein Soesterberg, en daar komen we straks natuurlijk
ook nog even over te spreken, daar lijkt het onderzoek zich in de woorden van de heer Krol wat toe te
spitsen op de alternatieve locaties voor de school. Maar het betreft natuurlijk een totaalonderzoek voor
de herontwikkeling van het Dorpsplein, en daar is dit een aspect van.
We zijn wat verrast over wat u zei over de woonruimteverdeling en het door anderen daarvan laten
afhandelen. Het is in ieder geval aan onze kant voor het eerst dat we daarover horen. We zijn
benieuwd naar de achterliggende redenen en wat u daar precies bij van plan bent.
En ten aanzien van de planning. Hartelijk dank daarvoor college. We gaan dit natuurlijk nauwkeurig
bestuderen. Wij hebben daar ook de personele mankracht voor in de fractie en die heeft zich er
inmiddels al op gestort. Die lijkt te constateren dat er niet alleen dingen voortvarend worden opgepakt,
maar ook naar achteren dreigen te schuiven, dus ook op dit punt zult u nog van ons horen.
VOORZITTER: Ja, wij waren al bevreesd dat dat bemerkt zou worden. Maar dank u wel voor uw
reactie. Ik geef het woord graag aan de heer Koning.
Heer KONING (CDA): Dank u wel, meneer de voorzitter. Ook vanuit de CDA-fractie alle waardering
voor deze nieuwigheid, om op deze manier te reageren op het raadsprogramma. Wij zijn ook zeer
verheugd dat het college voltallig instemt met het raadsprogramma. We hebben nog even in spanning
gezeten waar het naar toe zou leiden, maar stel je eens voor dat het college gezegd had: wij kunnen