Raadsvergadering 10 april 2003
Heer VAN ARKEL (GGS): Maar ik heb niks gezegd over het inleidend verzoek. Ik heb gezead dat ik
die 7%
Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Neem me niet kwalijk, dat is mijn nieuwigheid. Maar ik wil
eigenlijk dan toch wel even graag doorgaan op het inleidend verzoek. 0,7%, ik hoor van de heer Van
Arkel dat we 33.000 kiesgerechtigden hebben, het moet minimaal 0,7% zijn om te kunnen starten, met
een maximum van 200. Dus dat betekent: als echt iedereen, 0,7% van de bevolking iets doet, dan geldt
het niet meer, want dan gaan we erover heen. Dan gaan we naar 210. En er staat niks dat we nog een
keer groeien naar een aantal meer mensen. Nog erger wordt het bij art. 5 als we dan de stap verder
gaan zetten voor het definitieve verzoek, dan wordt het gat nog groter. Ik vind dat we dan het
maximum weg moeten laten. Als er 10 kiesgerechtigden bijkomen, dan zou het opeens niet meer
kunnen gelden. Dat vind ik niet juist. Ik vind het ook vreemd, want we hadden daarvoor een voorstel
waar die aantallen niet genoemd worden, wel de percentages en het gewijzigde raadsbesluit gaat alleen
over dat kleine verschil en dat bevreemdt mij bijzonder. Daar hoor ik graag van de wethouder wat
meer over.
Heer VAN ARKEL (GGS): Mag ik daar even op interrumperen. De commissie heeft in ieder geval
besloten om toch die 2250 als maximum erin te bouwen, omdat hun dat toch nuttig leek. Maar dat is
wel wat in relatie staat met wat zij dachten dat 2100 stemgerechtigde handtekeningen nodig waren
voor een definitieve verzoek.
Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Je kan toch geen aantal vaststellen als de bevolking groeit, dan
klopt het niet meer.
VOORZITTER: Zullen we even over percentages en aantallen praten? Ik denk dat dat wel goed is.
Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Ik denk dat we alleen over percentages kunnen praten meneer de
voorzitter.
VOORZITTER: Oké. Maar er is een discussieberaadslaging geweest en toen is er iets over gezegd en
het voorstel dat nu voorligt is het voorstel zoals het ontstaan is na de commissiebehandeling. Het is nu
aan de raad om aan te geven of dat naar uw bevinden precies of niet precies genoeg is.
Ik zou even willen vragen: wie van u wenst nog het woord te voeren over dit onderwerp? Dank u wel
meneer Van den Pol voor uw bijdrage.
Dan zal ik vanuit B&W proberen reactie te geven op de punten die naar voren zijn gebracht. Het
aantal kiesgerechtigden bij de gemeenteraadsverkiezingen 2002 was 34.342. Dat is een absoluut getal.
Dus 7% daarvan is 2403 en dat getal ligt dus hoger dan het getal in de verordening zoals het wordt
gedacht, want daar is gedacht het maximum te zetten op 2250. Dus als Soest groeit, en dat percentage,
je valt nog steeds in dezelfde categorie, zit er een maximum aantal aan de 2250. Dus in de loop van de
tijd zou je ook kunnen zeggen, wordt die grens makkelijker gehaald. Nu is er ook nog een bepaalde
vergissing in het spel, want het aantal kiesgerechtigden is 35.000 en de categorieën in de verordening
die gaan echt over het aantal kiesgerechtigden, de heer Van Arkel duidde daarop en bij die categorie
tussen de 20.000 en 40.000 kiesgerechtigden is ook het model dat we tot nu altijd gebruikt hebben 7%.
Dus als u over zou stappen naar 6%, stel, dan stapt u over naar gemeenten met tussen de 40.000 en
100.000 kiesgerechtigden. Want kiesgerechtigde is het sleutelbegrip in de verordening. Want daar
dreigde even een misverstand over. Dus 0,7 het maximum van 200 en 7% het maximum van 2250.
Daar is natuurlijk ook in de commissie, maar ook in eerdere omstandigheden al meer over van
gedachten gewisseld en het college wil graag toch deze drempel, met in achtname van de discussie tot
nu toe in ieder geval toch houden. En de redenering daarbij is de volgende: referendum is een dure
zaak, het gaat om een groot onderwerp. En een groot onderwerp zal ongetwijfeld steun krijgen in de
samenleving als het hele traject van participatie van burgers tot het laatste moment onvoldoende is
geweest om de raad te brengen op het spoor dat de burger in feite uiteindelijk wenst. Als je dan ook
weet dat de kans niet altijd aanwezig is dat het referendum tegelijkertijd met reguliere verkiezingen
wordt gehouden, moet er dus een majeure inspanning worden gedaan, dat gaat dus om een groot
bedrag datje moet investeren om het te gaan organiseren. En dan is het toch goed dat je je houdt aan