Raadsvergadering 3 juli 2003
geldt ook voor de ingediende en nu inmiddels verspreide documenten. Daar zal ik zo dadelijk nog iets
over zeggen. Maar eerst even wethouder Witte voor zijn laatste punt.
Wethouder WITTE: Ja voorzitter, het CDA en ik dacht D66 hebben een motie ingediend over de
Foekenlaan. Het is het college helder dat er een overgrote meerderheid, zo niet unanimiteit in deze
raad is om de Foekenlaan weer open te stellen. Ik ben blij met de motie omdat die in ieder geval een
aantal waarborgen biedt over de manier waarop en dan heb ik het met name dat in overleg met
betrokken bewoners van Soest-Zuid en Overhees onder bepaalde voorwaarden betreffende
leefbaarheid en veiligheid op te heffen. En ik denk dat dat in ieder geval voldoende randvoorwaarden
meegeeft om op een vooral zorgvuldige manier met deze problematiek om te gaan. Maar ik denk dat
het college deze motie gewoon overneemt en wat ons betreft verder niet in stelling hoeft te worden
gebracht. Voor de rest heeft elke fractie toch weer zijn eigen accenten gelegd ten aanzien van het
voorstel even zoals dat ook al in de commissie is gebeurd en denk ik dat ik op hoofdlijnen de eerste
punten hier wel aan de orde heb gesteld. Dank u wel.
VOORZITTER: Dan zijn er een viertal documenten in eerste termijn door u beschikbaar gesteld.
Sommigen noemen het moties, en anderen noemen het amendementen. Daar moeten we niet al te veel
strijd over leveren. Het reglement van orde geeft duidelijk aan wat is een motie en wat is een
amendement. Maar naar de letter van de regels zijn het alle vier amendementen, omdat ze namelijk
wijzigingen zijn van de beslissing. Dus wat mij betreft spreken we alleen nog maar over de vier
amendementen. En dan zou ik het amendement van GroenLinks nr. 1 willen noemen, en van
D66/CDA nr. 2 willen noemen, van D66 nr. 3 en van de Partij van de Arbeid nr. 4. Dus ik wil vragen
of u ze wil nummeren, zodat we goed weten waar we het over hebben. GroenLinks 1, D66 in
combinatie met CDA 2, D66 3 en Partij van de Arbeid 4.
Mevrouw MANN (GL): Voorzitter, mag ik toch nog wat zeggen? Krijgen wij geen kans om te
reageren op wat de wethouder heeft gezegd?
VOORZITTER; Ja, want ik ga namelijk vragen waar u de voorkeur aan geeft. Wenst u van de zijde
van B&W op enig moment een reactie op wat we genoemd hebben de amendementen 1 t/m 4? Zo nee,
dan is het aan u. Punt 2: hebt u behoefte nog te reageren op de reactie van de wethouder, dan geef ik
daar dadelijk graag gelegenheid voor, want anders zou ik de tweede termijn aan de orde willen stellen,
of u moet enige minuten frisse lucht wensen, want dan schors ik even 10 minuten en dan zullen we
daarna de vergadering vervolgen. Ik zag dat een enkeling wilde reageren of interrumperen op de
reactie van de wethouder. Dan doen we dat eerst.
Mevrouw MANN (GL): Voorzitter, ik ben wat verbaasd van de realiteitszin van de wethouder bij punt
g., zo van er kunnen allerlei ontwikkelingen zijn en dan moeten we dat dan toch niet eventueel
blokkeren. Dat vind ik echt een hele belangrijke move, maar dan ga ik toch even naar mijn motie,
want dat was mijn probleem waarmee ik worstel. Natuurlijk zullen er ontwikkelingen zijn, en die
willen we ook helemaal niet tegenhouden, maar, ja, niemand kan ontwikkelingen tegenhouden als het
echt noodzakelijk is. Het gaat er mij meer om dat bij al die ontwikkelingen steeds dingen
binnensluipen die we eigenlijk toch nu ook vanavond niet benoemen. En dat zijn gewoon de behoeften
om langs die weg allerlei zaken te doen. Toen ben ik gaan kijken: wat voor motie moet ik nou doen.
Hoe kunnen we nou aan de ene kant open blijven staan voor het feit dat de tijd niet stilstaat, en daarom
was mijn voorstel: als er regionale ontwikkelingen zijn, leg die dan voor bij de Provincie, want die
speciale ontwikkelingen rond het verkeer die in de tijd straks gebeuren en die je niet allemaal kan
voorzien, die acht ik in veiliger handen bij de Provincie, alleen op dat punt. Dus niet op de typische
punten waar Soest gewoon zelf verantwoordelijk voor is, maar als het gaat om die infrastructuur van
die kleine rondweg die zich gaat ontwikkelen tot die grote rondweg, dan zou ik zeggen: denk eraan, ik
zie in het blad van de Soester Zakenkring 50-jarig bestaan Soester Zakenkring dat ze zich grote zorgen
maken over de Provincie. Want de Provincie voert zo'n conserverend beleid en daar moeten we met
z'n allen met elan als Soester Zakenkring toch wel tegenaan gaan en zorgen dat de plannen dus
meegenomen worden in streekplannen. Ik raadpleeg nog wel eens boekjes, die liggen dan twee jaar op
de plank en dan denk ik: nu kijk ik toch in het hart van het probleem. Het blijft toch zo dat er